Meergezinswoning gebouwd in opdracht van Frans Tiebos, naar een ontwerp door Carlos Van der Voodt uit 1924. Het ontwerp sluit nog aan bij het vroege, veeleer conventionele oeuvre van de architect, wiens carrière omstreeks 1910 van start ging. Het hybride gevelontwerp vermengt elementen van klassieke inspiratie, latente art nouveau en vroege art deco. Van der Voodt was vermoedelijk van begin 1927 tot 1931 geassocieerd met de architect Paul Smekens. Tijdens de jaren 1930 onderscheidden zijn ontwerpen zich door een zakelijke, gematigd modernistische architectuur. De bouwheer liet in 1927 op het aanpalende perceel door Smekens en Van der Voodt nog een tweede meergezinswoning optrekken.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een gemansardeerd zadeldak (leien). De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, en witte natuursteen voor de geblokte sokkel, speklagen, waterlijsten en lekdrempels. Geleed door de puilijst, beantwoordt de compositie aan een axiaal opzet. De klemtoon ligt op de eerste verdieping, die wordt gemarkeerd door een breed steekboogvenster in geriemde omlijsting tot op imposthoogte, een balkon met consoles en smeedijzeren borstwering, en art-decoreliëfs met siervazen op de zijpenanten. Verder regelmatige registers van rechthoekige muuropeningen op de begane grond, en steekboogvensters met kraagstenen op de tweede verdieping. Een houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging; centrale houten dakkapel met gebogen fronton. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur met siersmeedwerk en de vensters met typische roeden in het bovenlicht en metalen jaloeziekappen is integraal bewaard.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen omvat het programma de woning van de bouwheer die gelijkvloers en tweede verdieping beslaat, en een huurkwartier op de eerste verdieping. De gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht beslaat de begane grond, geflankeerd door de vestiaire en de keuken annex pomphuis en wc in de achterbouw. Het huurkwartier bestaat uit twee kamers en een keuken annex pomphuis en wc. De tweede verdieping herbergt twee slaapkamers en een badkamer, het dakniveau twee mansardes en een zolder.
- Stadsarchief Antwerpen bouwdossier 1924#18167.