Cottagevilla Les Glycines werd rond 1928 opgetrokken door Petrus Winderickx-Claes, eigenaar van de nabijgelegen molen van Esselt.
De cottagevilla ligt in een grote, deels verharde tuin, achter de andere bebouwing die zich aan de straat bevindt. Een omhaagde oprit, gedeeld met de woning op nummer 31, leidt van de straat naar de villa.
De villa heeft de typische kenmerken van de cottagestijl: een dynamisch volumespel, complexe bedaking, muren in baksteen en geveltoppen in imitatievakwerk, houten luifels, balkons en schrijnwerk met kleinhoutverdelingen.
Cottagevilla van twee bouwlagen op een hoog souterrain, gevat onder een complex dak. Het hoofdgebouw is gevat onder een rood pannen zadeldak, waarin een tweede zadeldak haaks is ingeschoven, ter markering van de voorpuntgevel. Aan oostzijde, een lagere aanbouw onder lessenaarsdak die werd toegevoegd in 1941.
De rode bakstenen gevels met knipvoegen worden horizontaal belijnd door een gevelband en gemarkeerd door imitatievakwerk in de topgevels. Het souterrain is uitgewerkt als sokkel van de woning en heeft een gecementeerd parement met schijnvoegen.
De oostelijke gevel, gericht op de straat, is als voorgevel uitgewerkt. Hardstenen muursteen met de huisnaam LES GLYCINES. In de voorgevel vormen de drie linker traveeën samen een puntgevel onder een afgewolfd, kort zadeldak. De vensters zijn segmentboogvormig op de benedenverdieping en rechthoekig op de bovenverdieping. De aansluitende lijstgevel van één travee werd uitgewerkt als inkompartij met een luifel die tevens dienst doet als balkon voor de bovenverdieping. In het dak werd een dakkapel ingeplant.
In de noordelijke gevel bevindt zich een tweede ingangsdeur onder houten luifel, toegankelijk via een bordes met zes hardstenen treden met een smeedijzeren trapleuning. Behalve door de deur is deze brede puntgevel geopend met onregelmatig geplaatste segmentbogige en rechthoekige vensters. De zuidelijke zijgevel wordt gekenmerkt door onregelmatig geplaatste vensters. Het houten schrijnwerk bleef op de benedenverdieping bewaard.
De uitbreiding aan de achterzijde van het pand werd kadastraal geregistreerd in 1941. De vormgeving van de uitbreiding is identiek aan die van het hoofdgebouw.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Beersel, afdeling III (Dworp), 1928/18 en 1941/11.