Kleinschalige hoeve met woonhuis, stallen en vrijstaande schuur geordend om een klein erf dat omhaagd is met haagbeuk en omgeven door een boomgaard. Gelegen in het beschermde landschap van de Padenborrehoeve en de Kesterbeek. Reeds vanaf de Ferrariskaart van 1770-78 staan er gebouwen op de site afgebeeld. Het huidige woonhuis en de schuur werden opgetrokken voor rekening van Pouvis de Tenbossche en kadastraal geregistreerd in 1896.

De hoevegebouwen zijn ingeplant ten zuiden van de boomgaard. Langgestrekt volume van woonhuis en stallen ten noorden van het kleine boerenerf, en ten zuiden de schuur. Gebouwen in verankerde rode baksteenbouw onder pannen zadeldaken. De natuurstenen onderbouw van de stallen kan wijzen op een oudere, bewaarde kern van dit gebouw die bij de nieuwbouw in 1896 werd hergebruikt.

Onderkelderd woonhuis van drie ongelijke traveeën en anderhalve bouwlaag onder een vernieuwd pannen zadeldak. Zuidelijke erfgevel met gecementeerde plint. Rechthoekige muuropeningen; op de gelijkvloerse verdieping met onder- en bovendorpels uit hardsteen met erboven bakstenen ontlastingsboog; boven twee zoldervensters met hardstenen lekdrempel. In de linkse travee een kelderopening onder het venster. De indeling van de noordelijke achtergevel is identiek aan de voorgevel. Vrije westelijke zijpuntgevel vrijwel gesloten, met enkel een kleine (gewijzigde) vensteropening beneden.

Ten noorden sluiten de stallen aan bij het woonhuis. Het lagere volume telt vijf traveeën en anderhalve bouwlaag onder een deels vernieuwd pannen zadeldak. In de linkse drie traveeën van de erfgevel is de eerste bouwlaag uitgevoerd in veldsteen. De rest van de gevel is uitgevoerd in rode baksteen, analoog met woonhuis en schuur. Wellicht wijst het verschillende materiaalgebruik op twee bouwfases, één oudere kern in veldsteen en een vergroting of gedeeltelijke heropbouw in 1896 in baksteen. Rechthoekige staldeuren en beluikte stalvensters wisselen elkaar af. Omlijstingen en bovendorpels zijn uitgevoerd in hout. Laaddeuren in de tweede en vierde travee. Achtergevel met ver overkragende dakoverstek; moeilijk zichtbaar. Tegen de oostelijke zijpuntgevel van de stal, een éénlaags varkenshok onder lessenaarsdak, met kruiskozijn.

De vrijstaande bakstenen langsschuur ten zuiden van het woonhuis, is twee traveeën diep en telt twee beuken onder een pannen zadeldak (Vlaamse pannen). De rechthoekige poorten in beide puntgevels hebben rondbogige ontlastingsbogen met een blind boogveld; uilengaten in de gevelpunten. De blinde zijgevels worden geritmeerd door lisenen.