Villa in brutalistische stijl in een ruime tuin, opgetrokken voor de familie Berckmans, naar een ontwerp van de Brusselse architect Alfons Hoppenbrouwers uit 1973.

Naar de achtertuin gerichte woning bestaande uit een hoofdvolume van twee bouwlagen onder een lessenaarsdak voorafgegaan door een volume van één bouwlaag onder een plat dak achter schermgevel. De woning is opgetrokken uit met planken bekist beton, dat in het interieur zichtbaar aanwezig is. De gevels echter zijn allemaal voorzien van een grijze, ruwe crepibezetting.

Naar de straat zeer gesloten pand op een opvallende beglaasde bovenbouw na. De toegang tot de woning wordt door een betonnen luifel benadrukt. De achtergevel is opengewerkt en heeft een sterke verticaliteit als gevolg van de over beide verdiepingen afgeschuinde beglaasde hoeken en de symmetrisch ingeplante rechthoekige muuropeningen. De verticaliteit wordt doorbroken door de glazen erker op de gelijkvloerse verdieping en het bovenliggende betonnen 'solarium'. De muuropeningen in de achtergevel zijn perfect gelieerd aan de interieurindeling van de woning. De vensterinplanting in de zijgevels is zowel geënt op de organisatie van de achtergevel als het interieur. Begin 21ste eeuw werd het oorspronkelijke schrijnwerk (donker geïmpregneerd rood Noors grenen) vervangen door donker aluminium schrijnwerk.

Tussen de ontwerpplannen en de uiteindelijke uitvoering zitten enkele verschillen waarbij voornamelijk ronde vormen vervangen werden door rechte lijnen. Vermoedelijk heeft dat met kostenbesparing te maken. Het interieur kenmerkt zich door een open plan zonder binnenschrijnwerk in de leefruimten.

Niveauverschillen en muren van verschillende hoogte en dimensies scheiden de verschillende functies van elkaar. Het hoofdvolume wordt gedomineerd door de grote, twee verdiepingen hoge open zitheuvel, rond de centrale haard. Eromheen liggen op de gelijkvloerse verdieping een vestiaire, voorraadkamer, keuken, eetkamer, zitkuil met plantenbak en de 'kinderliving'. De keuken en de eetruimte staan in contact met elkaar via een doorgeefluik, waarnaast in de muur ingewerkte schranken. Op de verdieping liggen de nachtverblijven. Ze zijn ontsloten met een betonnen balkon dat uitkijkt op de zitheuvel. Het rechthoekige volume van één bouwlaag aan de straatzijde herbergt de garage en een logeerkamer.