Woning met herberg en smidse uit de tweede helft van de 19de eeuw achter een uniformerende bepleisterde en beschilderde lijstgevel.
Woning annex smidse uit 1850 (kadastrale registratie), gebouwd voor rekening van Carolus Struelens. Het bestond uit een volume op rechthoekige plattegrond in de westhoek van het perceel, met een smallere aanbouw ten oosten. Het kadaster registreert een uitbreiding in 1881 ten oosten langs de Alsembergsesteenweg door de weduwe Struelens, die herbergierster was en er dus vermoedelijk een herberg uitbaatte (zie ook het naambord boven de deur). Het basisvolume van woonhuis en smidse werd vervolgens sterk uitgebreid, met bijgebouwen tegen de achtergevel van de woning. In drie bouwfases werd de site aan de achterzijde uitgebreid tot een gesloten complex rond een binnenkoer. Het volume ten westen van de binnenkoer werd kadastraal geregistreerd in 1907, de aansluitende noordelijke vleugel in 1912. De site was volledig gesloten tegen 1932 (kadastrale registratie) door de bouw van het oostelijke volume. Het gebouw is gelegen op de kruising van de Alsembergsesteenweg, de Zevenbronnenstraat en een korte doodlopende straat, die vroeger doorliep tot aan de Molenbeekstraat. Deze locatie op een druk knooppunt was een goede locatie voor een herberg en smidse.
Complex van drie bij elkaar aansluitende, verankerde bakstenen volumes onder pannen zadeldaken. Het linkervolume (west) gaat in kern terug tot 1850, uitgebreid in 1881 met het centrale volume en een aanbouw ten oosten. De twee hoofdvolumes tellen twee bouwlagen, de aanbouw rechts slechts één; allemaal hebben ze een verschillende bouwdiepte. De gevels van het woonhuis met herberg rechts, en van de centrale smidse, werden aan de straatzijde geüniformeerd door middel van een doorlopend gecementeerde en beschilderde lijstgevel met imitatievoegen. De twee vleugels worden visueel van elkaar gescheiden door het gebruik van imitatie-hoekblokken.
Het woonhuis, vroeger met herberg, is het uiterst linkse pand van het complex. Half vrijstaand pand met vier traveeën. De lijstgevel wordt horizontaal belijnd door middel van tot kordonlijst onderdorpels op de verdieping en een sierlijst onder de kroonlijst. Rechthoekige, omlijste muuropeningen, op de verdieping bovendien voorzien van met spiegels versierde borstweringen en decoratieve ruiten op de muurdammen. Boven de deur, tussen de eerste en tweede bouwlaag, werd een tekstbord voorzien, wellicht bedoeld voor de naam van de herberg . De vrije zijpuntgevel links is gecementeerd en voorzien van twee vensteropeningen met hardstenen dorpels en lateien.
De centrale vleugel, rechts van het woonhuis, telt drie ongelijke traveeën en werd minder diep uitgebouwd. De omlijste rechthoekige muuropeningen werden asymmetrisch in de lijstgevel geplaatst; blind centraal bovenvenster. In de linkertravee werd een omlijste poort met imitatienegblokken aangebracht.
Rechts aansluitend een witgeschilderd bakstenen volume van één bouwlaag onder een pannen zadeldak. Zichtbare muurankers.
Achteraan werden bakstenen bijgebouwen onder plat dak opgetrokken die het gebogen straattracé volgen. In de achtergevel zijn bouwsporen zichtbaar van verschillende, niet nader bepaalde, bouwfases. Muuropeningen met hardstenen onder- en bovendorpels, deels onder bakstenen ontlastingsbogen.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Beersel, afdeling III (Dworp), 1850/8, 1881/64, 1907/23, 1912/49 en 1932/11.