Voornaam burgerhuis in klassiek geïnspireerde eclectische stijl, in opdracht van de advocaat Jos. Wauters gebouwd door de Naamlooze Maatschappij "Vooruitzicht", naar een ontwerp uit 1913. Wauters had in 1905 een hotel laten optrekken in de De Damhouderestraat nabij het Gerechtshof, naar een ontwerp door de broers Paul en Gust Wauters. Of deze laatsten, allicht naaste verwanten, ook hier betrokken waren valt niet uit het bouwdossier af te leiden, noch toenmalig hoofdarchitect van “Vooruitzicht” Jules Hofman.
De bouw- en hypotheekmaatschappij "Vooruitzicht" werd opgericht in 1905, en is tot op vandaag als bouwbedrijf en vastgoedpromotor actief in Antwerpen. Veelal in opdracht van particulieren bouwde de maatschappij vóór de Eerste Wereldoorlog talrijke burgerhuizen in de nieuw aangelegde wijken van de stad zoals Zuid, Zurenborg en Jan Van Rijswijcklaan. Vanaf 1909 was Jules Hofman als hoofdarchitect van "Vooruitzicht" verantwoordelijk voor het ontwerp, wat de kwaliteit van de architectuur ten goede kwam. Hij bediende zich daarbij zowel van een sobere interpretatie van de art-nouveaustijl, als van een meer behoudend eclectisch of beaux-arts-idioom.
Met een gevelbreedte van vijf traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en twee bouwlagen onder een pseudo-mansarde (kunstleien). De lijstgevel heeft een imitatie-parement in cementbepleistering met alternerend ruwe en vlak bewerkte partijen, waarbij het gebruik van witte natuursteen zich beperkt tot de geprofileerde waterlijsten, op een plint uit blauwe hardsteen. Met de klemtoon op het portaalrisaliet in de travee uiterst rechts, beantwoordt de opstand aan een regelmatig odonnantieschema. Dit laatste is opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen met waterlijst en doorgetrokken imposten. Een klassiek hoofdgestel met gekorniste houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging; houten dakkapellen met driehoekig fronton en klauwstukken. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschraper.
De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de praktijkwoning, met een scheiding van praktijk- en dienstlokalen, ontvangstruimten en privé-vertrekken. Het interieur is georganiseerd rond de traphal met bovenlicht, die een centrale inplanting kreeg, ontdubbeld door de diensttrap. Volgens de bouwplannen nemen op de begane grond de vestibule en de advocatenpraktijk met bediendenkantoor en kabinet de straatzijde in, de enfilade van salon en eetkamer de linkerflank, en de 'chambre de famille' en de spreekkamer de tuinzijde, palend aan het terras. De keuken met 'monte plats' en aanhorigheden delen het souterrain met de voorraadkelders. Op de eerste verdieping bevinden zich vier slaapkamers, een kinderkamer, gastenkamer, badkamer en kamer voor de gouvernante. Het dakniveau dat slechts de helft van de oppervlakte beslaat, herbergt twee overige slaapkamers, twee meidenkamers, een linnenkamer en zolder.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1913#4034.