Herenhuis in second-empirestijl, volgens de bouwaanvraag uit 1869 opgetrokken in opdracht van Ferdinand Lambo (Antwerpen, 1838-Antwerpen, 1907), koopman actief in de firma Lambo & Matthys. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Hoewel het hotel in het vergunde ontwerp slechts twee bouwlagen en een blinde attiek telt, lijkt de derde bouwlaag toch uit de bouwperiode te dateren. Een latere bouwaanvraag voor het hoger optrekken van de constructie werd alvast niet gevonden.
Met een gevelbreedte van zes traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met bossage op de begane grond, rust op een hoge, bewerkte plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het portaalrisaliet in de travee uiterst rechts. Dit laatste wordt gemarkeerd door een rondbogige koetspoort met een typisch decor van ingekerfde ranken en rozetten in de omlijsting, een cartouchesleutel en guirlande. Een gebroken gebogen fronton met rozet en een balkon met voluutconsoles en doorgetrokken balustrade, beide op consoles, accentueren de eerste verdieping. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters, op de bovenverdiepingen in geriemde omlijsting met oren, guttae en een balustrade of onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met architraaf, rozetranken in de fries en een gekorniste houten kroonlijst met tandlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de koetspoort met smeedijzeren waaier en de vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies.
De plattegrond is georganiseerd rond de centraal ingeplante traphal, in de middenas van de tuingevel aangegeven door een groot rondboogvenster.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1869#560.