Rijtje van drie bescheiden burgerhuizen in eclectische stijl. Nummer 28 is in 1888 opgetrokken door de aannemer Petrus Theuns in opdracht van de heer Hanssens-Belpaire. Deze laatste valt mogelijk te identificeren met Jan Hubert Hanssens, gehuwd met Maria Margareta, Paulina Cecilia Belpaire (1863-1933). Nummers 30-32 zijn in 1890 voor eigen rekening opgetrokken door de aannemer Petrus Joannes Rooses. Deze laatste was in Antwerpen actief vanaf midden jaren 1870.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvatten de rijwoningen twee bouwlagen onder een zadeldak. Nummers 30-32 vormen een geheel van twee volgens spiegelbeeldschema gekoppelde panden. De lijstgevels hebben een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, in nummers 30-32 geaccentueerd door zwarte baksteen voor speklagen en ontlastingsbogen. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de plint en lekdrempels, witte natuursteen (beschilderd) voor waterlijsten, speklagen, sluitstenen en steigergaten. Horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van getoogde of rechthoekige deur- en vensteropeningen met diamantkopsleutel. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst, in nummer 28 op klossen, vormt de gevelbeëindiging. Nummers 30-32 onderscheiden zich door polychrome (rood, geel, zwart) baksteenmozaïeken, op de borstwering van de begane grond in keperverband, in de boogvelden van de bovenverdieping in vlechtbandpatroon. Het houten schrijnwerk van de inkomdeuren en vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies en giet- of smeedijzeren voetschrapers; metalen jaloeziekapjes in nummer 28.

De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.