Burgerhuis in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1894 opgetrokken door Joannes Franciscus Reusens, in opdracht van de weduwe Louis Reusens, vermoedelijk een naaste verwante. De aannemer lijkt in Antwerpen actief te zijn geweest van de vroege jaren 1870 tot omstreeks 1905, met bouw- en vastgoedprojecten voor eigen rekening, of zoals hier in opdracht van derden.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoningen een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met geblokte begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met consoles en doorgetrokken balustrade. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters in geriemde omlijsting met oren en onderdorpel; portaal met entablement en bovenlicht. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en tandlijst, vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschraper.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1894#487.