Eclectisch burgerhuis met neotraditionele elementen opgetrokken voor rekening van bouwmeester en landmeter Jaak Albert-Wouters rond 1904.

Half vrijstaand dubbelhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder een leien half schilddak met de nok evenwijdig aan de straat. Donkerrode baksteenbouw op blauwe hardstenen plint, decoratief gebruik van hardsteen en witte natuursteen voor hoek- en diamantkopstenen, topaflijning en bolbekroning. De straatgevel is samengesteld uit twee puntgevels verbonden door een centrale inkompartij met lijstgevel. Beide puntgevels worden gemarkeerd door ritmerende lisenen, bij de rechtse puntgevel beperkt tot de bovenverdieping. Het links onderkelderde deel heeft een verhoogde begane grond met diefijzers in de vensters. De rechtse puntgevel die door een gebogen travee uitspringt ten opzichte van de rest geeft het geheel een sterk dynamisch karakter.

Rechthoekige muuropeningen op de begane grond in een hardstenen omlijsting en bekroond door een geprofileerde waterlijst onder een bakstenen ontlastingsboog. De toppen vertonen een steekboogvenster geflankeerd door lager geplaatste rechthoekige nissen.

Gelijkaardig uitgewerkte vrije zijgevel afgelijnd door een houten kroonlijst op klossen. De gevel is in drie traveeën ingedeeld door verdiepte muurvelden, versierd met witte natuurstenen blokken, diamantkoppen en lisenen. Centraal twee grote vensters; in de zijtraveeën smalle lichtgleuven. De deur behield het oude schrijnwerk.

De aanpalende tuin wordt van de straat gescheiden door een gecementeerde bakstenen tuinafsluiting met ijzeren hek. In de tuin een bijgebouw van één bouwlaag onder een zadeldak, nok haaks op de straat. Puntgevel uitlopend op een geveltop met decoratief gebruik van gele baksteen en een jaartalsteen 1874. Het is onduidelijk naar welk feit de steen verwijst.