Burgerhuis ontworpen door Georges Pauwels in 1936.

Historiek

Bij de aanleg van de Parklaan in 1892-1893 werden de percelen aan de Fortlaan en het noordelijk deel van de Parklaan samen verkaveld. Op de hoek van beide boulevards kocht de Gentse fabrikant/handelaar Victor Loontjens (Burgstraat 26) een erg ruim perceel bestaande uit lot 24 (Fortlaan), lot 25 (groot hoekperceel) en lot 26 (Parklaan). Hij liet er aan de zijde van de Fortlaan een burgerhuis bouwen met een indrukwekkende tuin of lusthof op de straathoek en aan de Parklaan. Het was het eerste pand dat werd opgericht aan de pas verkavelde Parklaan. De bouwaanvraag beschreef het burgerhuis als "een gesticht met lusthof" bekend onder de naam "Trocadero".

In 1933 sloopte men het lusthof Trocadero en werd het vrijgekomen perceel verkaveld in zes loten (in 1934 aangepast naar vijf loten). Op het ruime hoekperceel werden tussen 1933 en 1937 vijf modernistische woonhuizen opgetrokken, waaronder dit burgerhuis uit 1936 ontworpen door G. Pauwels.

Beschrijving

Modernistisch rijhuis van drie bouwlagen onder plat dak, volgens gevelsteen in 1936 ontworpen door architect Geo. Pauwels. Strak gevelontwerp, gekenmerkt door een gevelbrede loggia-uitbouw op de eerste verdieping (gecombineerde erker en terras). De horizontale lijnvoering van het gevelontwerp wordt benadrukt door de verdiepte lintvoegen, houten kroonlijst op klossen en buisleuning van de terrassen. Gevelparement van gele baksteen in halfsteensverband op een lage hardstenen plint met accenten in blauwe hardsteen en wit beschilderde betonnen banden. De plint bewaart een laag keldervenster met dievenijzer, een wateraansluiting, voetschraper en gevelsteen met opschrift "GEO. PAUWELS/ ARCHITECTE/ GAND 1936". De gelijkvloerse verdieping wordt gekenmerkt door een groot erkerraam met bovenlichten met een hardstenen dorpel en hoekpijlers, geflankeerd door een verdiepte portiek. De houten voordeur heeft een groot deurvenster met geometrisch smeedwerk. De uitbouw op de eerste verdieping heeft een erker met bovenlichten en vermoedelijk centraal guillotineraam. Het aansluitend terras heeft een gekoppelde deur en venster en is afgewerkt met een metalen buisleuning. In het gevelvlak boven de erker is een horizontaliserende houten kroonlijst op klossen. Daarboven het dakterras met metalen buisbalustrade tussen twee opgaande muurdelen. Het origineel schrijnwerk bleef behouden.