Burgerhuis in beaux-artsstijl naar een ontwerp door de architect Jan Van Weert uit 1906. Opdrachtgever was de Franse rekenplichtige Léon Tournade (°Montigny-sur-Loing, 1870), die in 1901 vanuit Eaubonne (Val d'Oise) naar Antwerpen emigreerde, samen met zijn echtgenote Marie Julie Patrix (°Parijs, 1874).

Het gebouw behoort tot het vroege oeuvre van Jan Van Weert, die in Antwerpen actief was van omstreeks 1900 tot kort na de Tweede Wereldoorlog. De woning Tournade behoort tot de weinige gekende ontwerpen in beaux-artsstijl uit de beginjaren van Van Weert, die zich vooral onderscheidde met architectuur in een gematigde art-nouveaustijl, zoals het vastgoedproject De Coninck uit hetzelfde jaar aan de overzijde van de Van Peltstraat.

Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door waterlijsten, beantwoordt de opstand aan een klassieke driedeling, opgebouwd uit een gedrukte, sokkelvormende pui met schijnvoegen, een geaccentueerde bel-etage, en twee bovenverdiepingen waarvan de topgeleding als attiek is uitgewerkt. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de brede zijtravee, die op de bel-etage wordt gemarkeerd door een rechthoekige erker met consoles en een balkonborstwering waarin siersmeedwerk als bekroning. Verder regelmatige registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters met onderdorpel; twee- en drielichten in de topgeleding. Erker, lateien en borstweringen zijn versierd met fijn gesculpteerd rankwerk, linten, guirlandes, kransen en chutes. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst, in de portaaltravee op markante art-nouveau-mascaronconsoles, vormt de gevelbeëindiging. Bewaarde smeedijzeren inkomdeur en traliewerk in de pui.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning die uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.