Burgerhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van de heer Somers-Van Camp, naar een ontwerp door de architect Jean Baptiste Vereecken uit 1886.
Jean Baptiste Vereecken bouwde vanaf midden jaren 1860 een succesvolle carrière uit in dienst van de belangrijkste Antwerpse makelaars- en bankiersfamilies, zoals Havenith, Grisar, Pecher, Bunge, Meeûs, Kreglinger, Good en Nottebohm. Hij ontwierp talrijke voorname herenhuizen op de meest prestigieuze locaties van Antwerpen en Berchem zoals het Stadspark en het Prins Albertpark, naast grote aantallen burgerhuizen in nieuwe wijken als het Zuid, onder meer ook voor eigen rekening. Daarbij bleef hij trouw aan een conventioneel eclecticisme van neoclassicistische inspiratie, of beïnvloed door de neorenaissancestijl. Vanaf midden jaren 1890 evolueerde de architectuurproductie van het bureau Vereecken, mogelijk door toedoen van zoon Emile, naar een rijker geornamenteerde neorenaissance- of neobarokidioom. Deze laatste zette de praktijk vanaf 1906 in eigen naam voort, tot midden jaren 1920.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een mansardedak (leien). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met geblokte begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de bovenverdieping gemarkeerd door een cartouchesleutel en een balkon met balustrade, siervazen en consoles, verder door consoles onder de kroonlijst en een houten dakkapel met driehoekig fronton. De opstand beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters in geriemde omlijsting met onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met rozetten in de fries en een houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Bewaarde houten inkomdeur, smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschraper; het vensterschrijnwerk is vernieuwd, de oeils-de-boeuf die oorspronkelijk de dakkapel flankeerden zijn verdwenen.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1886#561.