erfgoedobject

Ensemble burgerhuizen in neoclassicistische stijl

bouwkundig element
ID
304598
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304598

Juridische gevolgen

Beschrijving

Ensemble van oorspronkelijk vijftien aanpalende burgerhuizen in neoclassicistische stijl, in 1888-1895 in zes fasen gebouwd in opdracht van Bernard De Pooter. Als eerste kwam in 1888 het vandaag volledig verbouwde nummer 32 tot stand. In 1890 volgden nummer 34 en het gesloopte tweelingpand nummer 36, in 1891 het geheel van drie gekoppelde panden nummers 26-30, in 1895 het geheel van drie gekoppelde panden nummers 38-42 en het geheel van vier gekoppelde panden nummers 44-50, waarvan slechts één pand gaaf bewaard is. De tweelingpanden nummers 52-54 sloten in 1896 de rij af. Het ensemble is een representatief voorbeeld van de oorspronkelijke neoclassicistische bebouwing in deze wijk, die grotendeels uit de jaren 1880 en 1890 dateert.

Bernard De Pooter ontwikkelde tijdens het laatste kwart van de 19de eeuw en de vroege jaren 1900 belangrijke vastgoedactiviteiten in de nieuwe verkavelde wijken van Antwerpen, met name in de Ballaarstraat en aanpalende straten waar hij zelf gevestigd was. Aan de overzijde van de Stefaniestraat had hij in 1887 al een ensemble van tien burgerhuizen tot stand gebracht. Of het hier een aannemer betreft die deze bouwprojecten voor eigen rekening uitvoerde, dan wel een investeerder in vastgoed, valt niet op te maken uit de bouwdossiers, evenmin wie het ontwerp voor de panden leverde.

Met een gevelbreedte van drie traveeën en een volume van drie bouwlagen onder zadeldak, behoren de burgerhuizen alle tot eenzelfde type. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met schijnvoegen op de begane grond, rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst, legt de compositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met consoles en ijzeren borstwering. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, met registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen. Een klassiek hoofdgestel met al of niet gekorniste houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging.

Nummers 26-30 vormen een symmetrisch geheel van drie volgens spiegelbeeldschema gekoppelde rijwoningen, met een hoger opgetrokken middenpand. Dit laatste onderscheidt zich door een middenrisaliet met kolossale pilasters in de bovenbouw. De twee flankerende panden worden gekenmerkt door geriemde vensteromlijstingen met oren en een palmet op de eerste verdieping. De tweede verdieping van nummer 30 werd in 1907 verhoogd. Het houten schrijnwerk van de inkomdeuren en benedenvensters is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschrapers.

Nummer 34 onderscheidt zich door een nadrukkelijke horizontale geleding en een axiale compositie die de klemtoon legt op het geblokte middenrisaliet. Bewaarde houten inkomdeur, smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschraper. Het tweelingpand nummer 36 werd in 1940 gesloopt voor nieuwbouw.

Nummers 38-42 vormen een symmetrisch geheel van drie volgens repeterend schema gekoppelde rijwoningen, met een hoger opgetrokken middenpand. Bewaarde houten inkomdeuren in nummers 40 en 42, vensterschrijnwerk in nummers 38 en 40 (inclusief glas-in-loodramen), smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschrapers.

Nummer 44 is de enige gaaf bewaarde van een geheel van vier volgens spiegelbeeldschema gekoppelde rijwoningen, met hoger opgetrokken zijpanden. De uiterste panden, waaronder nummer 44, onderscheiden zich door een nadrukkelijk horizontale geleding, en een axiale compositie die de klemtoon legt op het door balkons geaccentueerde middenrisaliet. Bij de twee middenpanden accentueert een entablementvenster met balkon de middenas. Nummer 44 is volledig gaaf inclusief het vensterschrijnwerk, de smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschraper. Nummer 46 is volledig verbouw met een nieuw gevelfront; van nummer 48 zijn het schrijnwerk en de balkonborstwering vernieuwd; van het gedecapeerde nummer 50 zijn het schrijnwerk en beide balkonborstweringen vernieuwd.

Nummers 52-54 vormen een geheel van twee volgens spiegelbeeldschema gekoppelde rijwoningen. Axiaal van opzet, legt de compositie de klemtoon op het door een balkon gemarkeerde, geblokte middenrisaliet. Verder bovenvensters in geriemde omlijsting met oren en onderdorpel, op de eerste verdieping verrijkt met stafwerk. Bewaarde houten inkomdeuren, gedeeltelijk vernieuwd vensterschrijnwerk, smeedijzeren keldertralies en in nummer 54 gietijzeren voetschraper.

De rijwoningen beantwoorden aan het klassieke type van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1891#78 (nummers 26-30), 1888#365 (nummer 32), 1890#246 (nummer 34), 1895#956 (nummers 38-42), 1895#1731 (nummer 44), 1896#149 (nummers 52-54) en 1907#582 (nummer 30).

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble burgerhuizen in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304598 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.