Drie burgerhuizen in beaux-artsstijl ontworpen door Emile De Weerdt tussen 1922-1924.

Historiek

Tussen 1922 en 1924 zal men het hoekperceel met de Krijgslaan verkavelen en dichtbouwen. De hoek bleef aanvankelijk onbebouwd omdat zich hier de Belvedère bevond, een café en uitkijkpunt van het Citadelpark daterend van voor de verkaveling van de Parklaan. Het hoekperceel werd aan de Parklaan begrensd door het gebouwencomplex van zeven burgerhuizen ontworpen door Emile De Weerdt. Het burgerhuis ontworpen door Ernest Van Hamme in 1916 (Krijgslaan nummer 4) vormde de zuidelijke aflijning. Er werden drie burgerhuizen in beaux-artsstijl opgericht, alle naar ontwerp van Emile De Weerdt voor G. de Hemptinne (Onderbergen 50, Gent). Parklaan nummer 3 werd opgericht in 1922 en heeft een typische enkelhuisplattegrond. Het aanpalende rijhuis (Parklaan nummer 1) werd samen met het hoekpand (Krijgslaan nummer 2) opgetrokken in 1924 (bouwaanvraag dateert van december 1923) en zijn elk voorzien van een garage in de Krijgslaan. Via een interne toegang is het rijhuis (Parklaan nummer 1) verbonden met de garage in de Krijgslaan. De voortuinstrook aan de Parklaan werd doorgetrokken en voorzien van smeedijzeren hekwerk in bijpassende vormgeving. De ontwerpplannen van het smeedwerk en de tuinaanleg bleven bewaard in het bouwdossier. Het hekwerk is identiek voor de drie panden en bleef bewaard, met inbegrip van de dubbele toegangshekken. Volgens de bouwplannen was het hoekpand voorzien van een overhoekse gevelbekroning bestaande uit een rechthoekig met ovale blindnis onder rondboogfronton met bolbekroning, gevat tussen vleugelstukken en twee topstukken in het verlengde van de pilasters die de hoektraveeën omlijnen. Het is onduidelijk wanneer dit element werd verwijderd. De balustrade boven de garages is anders uitgevoerd dan ontworpen en telt twee in plaats van vier urnen. De drie panden bewaren hun origineel en typerend schrijnwerk, met uitzondering van drie benedenvensters rechts van de voordeur van het hoekpand.

Het is opmerkelijk dat de volledige huizenrij Parklaan nummers 1-23 en hoekhuis Krijgslaan nummer 2 door dezelfde architect werden ontworpen in twee zeer verschillende, maar desondanks compatibele bouwstijlen.

Beschrijving

Het hoekpand (Krijgslaan nummer 2) is een burgerhuis in beaux-artsstijl gelegen op de hoek van de Parklaan met de Krijgslaan met de toegang langs laatstgenoemde straat. Aan de Parklaan ligt het pand verdiept ten opzichte van de rooilijn en heeft een met smeedijzeren hekwerk omheinde voortuin die aansluit op de rooilijn van de Krijgslaan. Ook het toegangshek op de straathoek bleef bewaard. Het pand bestaat uit een hoofdvolume van drie bouwlagen en twee traveeën aan de Krijgslaan, drie overhoekse traveeën en één travee aan de Parklaan, over de volledige hoogte uitgewerkt als bow window. Een tweelaags volume met twee garagepoorten op de begane grond en drie vensters op de verdieping, afgewerkt met een balustrade met urnen op de hoekzuiltjes, maakt de verbinding met de rijhuizen in de Krijgslaan. Het gebouw heeft platte daken en een kroonlijst op tandlijst (deels hout, deels gecementeerd), bij het bow window met klossen. De driezijdige hoekpartij wordt benadrukt door pilasters die boven de daklijst worden doorgetrokken (met trigliefen onder de kroonlijst). Voor het gevelparement werd natuursteen gecombineerd met decoratieve cementering met imitatievoegen. De gevel wordt horizontaal belijnd door een plint, waterlijsten en doorlopende lekdrempels in blauwe hardsteen. Alle gevelopeningen zijn rechthoekig, op de eerste verdieping voorzien van borstweringen met gecanneleerde friezen, op de tweede verdieping met festoenen. De vensteropeningen op de begane grond en tweede verdieping hebben kruisramen en op de eerste verdieping zijn het guillotineramen, alle met bovenlichten met kleine roedeverdeling. De garages hebben originele houten garagepoorten bestaande uit twee deurvleugels met paneelversiering met schijfmotief onder bovenlichten met kleine roedeverdeling. In de plint bleef ook een wateraansluiting bewaard. De rechthoekige voordeur heeft een decoratieve omlijsting met flankerende consoles. De metalen voordeur is haast volledig beglaasd en afgewerkt met fijn smeedwerk in beaux-artsvormentaal.

Het centrale pand (Parklaan nummer 1) vormt visueel een samenstel met de aanpalende woning rechts. Het pand ligt verdiept ten opzichte van de rooilijn en heeft een met smeedijzeren hekwerk omheinde voortuin. Het hekwerk met geometrische vormgeving bewaart het dubbele toegangshek dat zich rechts bevindt, tegenover de voordeur. Het pand telt twee traveeën en drie en een halve bouwlaag (souterrain) onder plat dak, waarvan de voorgevel wordt afgesloten door een kroonlijst op klossen en met tandlijst. De gevelopbouw bestaat uit brede linkertravee met bow window op de eerste verdieping en bekronend balkon en een smalle deurtravee rechts. Voor het gevelparement werd natuursteen gecombineerd met decoratieve cementering met imitatievoegen. Er is een hardstenen plint en het souterrain en de begane grond worden gemarkeerd door doorlopende lekdrempels, eveneens in blauwe hardsteen. Behoudens het bovenlicht van de voordeur, zijn alle gevelopeningen rechthoekig en voorzien van borstweringen en omlijstingen in beaux-artsstijl (zoals bloemenkransen, festoenen, gecanneleerde friezen). Het schrijnwerk bleef integraal bewaard. Het souterrain heeft eenvoudige houten ramen. De bel-etage is voorzien van één grote raampartij bestaande uit drie guillotineramen met bovenlichten met kleine roedeverdeling, gescheiden door geprofileerde middelstijlen. De vier vensters op de eerste verdieping (waarvan drie voor het bow window, van elkaar gescheiden met halfzuilen) zijn identieke guillotineramen met bovenlichten met kleine roedeverdeling. Het balkonraam op de tweede verdieping is een kruisraam, door deelzuilen gescheiden van twee zijlichten, allen met bovenlichten met kleine roedeverdeling. Het hoogste venster in de rechtertravee is eveneens voorzien van een kruisraam met gelijkaardige bovenlichten. De rechthoekige voordeur heeft een decoratieve omlijsting met flankerende consoles onder een kroonlijst met ellipsvormig bovenlicht en kleine roedeverdeling. De metalen voordeur met bovenlicht is haast volledig beglaasd en afgewerkt met fijn smeedwerk in beaux-artsvormentaal. Links hiervan is een wateraansluiting bewaard. Het balkon is voorzien van een gebogen smeedijzeren balustrade in geometrische vormentaal.

De rechtse woning (Parklaan nummer 3) vormt visueel een samenstel met de aanpalende woning links. Het pand ligt verdiept ten opzichte van de rooilijn en heeft een met smeedijzeren hekwerk omheinde voortuin. Het hekwerk met geometrische vormgeving bewaart het dubbele toegangshek dat zich links bevindt, tegenover de voordeur. Het pand telt twee traveeën en drie en een halve bouwlaag (souterrain) onder plat dak, waarvan de voorgevel wordt afgesloten door een kroonlijst op klossen en met tandlijst. De gevelopbouw bestaat uit een deurtravee links en een brede rechtertravee uitgewerkt als bow window. Voor het gevelparement werd natuursteen gecombineerd met decoratieve cementering met imitatievoegen. Souterrain en begane grond worden gemarkeerd door doorlopende lekdrempels in blauwe hardsteen. Behoudens de voordeur zijn alle gevelopeningen rechthoekig en voorzien van borstweringen en omlijstingen in beaux-artsstijl (zoals bloemenkransen, festoenen, gecanneleerde friezen). Het schrijnwerk bleef integraal bewaard en bestaat uit guillotineramen met bovenlichten met kleine roedeverdeling. De rondbogige voordeur heeft een decoratieve omlijsting met flankerende consoles onder een kroonlijst met rechthoekig bovenlicht. De metalen voordeur met bovenlicht is haast volledig beglaasd en afgewerkt met fijn smeedwerk in beaux-artsvormentaal. Het bow window is doorgetrokken van souterrain tot kroonlijst. De gebogen uitbouw is op elke verdieping voorzien van drie vensteropeningen gescheiden door deelzuilen.