Burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van mevrouw Charles Vanderlinden-Rijmenans, naar een ontwerp door Ernest Stordiau uit 1901. In opdracht van de Société Anonyme pour la Construction de Maison Bourgeoises, bouwde de architect gelijktijdig een hotel van hetzelfde type in de Generaal Van Merlenstraat. Charles Vanderlinden, de echtgenoot of wellicht de zoon van Vanderlinden-Rijmenans engageerde Stordiau in 1904 voor een geheel van drie gekoppelde burgerhuizen in de Harmoniestraat.
Ernest Stordiau, die vooral naam maakte in de wijk Zurenborg, onderscheidde zich als beginnend architect vanaf midden jaren 1880 met woningen in een geheel eigen neo-Florentijnse-renaissance-stijl, om rond de eeuwwisseling een vernieuwende rol te spelen binnen de Antwerpse art nouveau. Het hotel Vanderlinden-Rijmenans behoort tot het behoudende late werk van de architect, die zich tijdens het decennium vóór de Eerste Wereldoorlog vooral liet inspireren door de Franse Lodewijk XIV-stijl en het classicisme, volgens L'Emulation: "Très distingué, personnel, sobre de détails."
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain, drie bouwlagen en een mezzanine onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Geleed door pui- en waterlijsten, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een entablement en een balkon met smeedijzeren borstwering, beide op consoles, en op de tweede verdieping door chutes met strik. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit rechthoekige muuropeningen, het portaal met stafwerk op het middenkalf, de bovenvensters in geriemde omlijsting met oren. De mezzanine onderscheidt zich door ovale oculi, en een houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Het spaarzame geveldecor en het patroon van het smeedwerk zijn ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. De fraai bewerkte houten inkomdeur en de vensters van begane grond en eerste verdieping, de laatste met kleine roeden (achter voorzetramen), zijn bewaard, evenals de smeedijzeren souterraintralies en gietijzeren voetschraper.
Vermoedelijk wordt de plattegrond over de volledige breedte opgedeeld door de centraal ingeplante traphal met bovenlicht, bereikbaar via de vestibule met trappenbordes. Volgens dit schema neemt het salon de straatzijde in, en de suite van eetkamer en veranda de tuinzijde. Het souterrain biedt onder meer ruimte aan de keuken.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195387 (geraadpleegd op ).
Nummers 33-35. Neoclassicistisch enkel- en dubbelhuis van drie en vier traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, uit de tweede helft van de 19de eeuw. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels met sober stucwerk. Nummer 33 met centraal balkon, panelenfries met ovale vensters; voorts rechthoekige muuropeningen, balkonvenster onder uitspringende waterlijst. Nummer 35 met licht ingangsrisaliet, rondboogdeur en segmentboogvensters.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195410 (geraadpleegd op ).