Van op de Lekkerdreef leidt een kaarsrechte dreef naar het noordwesten. De dreef kruist de Veldkapelstraat en komt uit bij een aftakking van de Hoofdsloot. Deze Groot-Heetdreef is een onverharde dreef die langs weerszijden beplant is met opgaande populieren. De dreef wordt minder intensief gebruikt en is deels verruigd (overgroeid met gras). De dreef loopt parallel met de Nieuw-Heetdreef en de Bootsdreef maar is de enige van de drie dreven die doorloopt voorbij de Veldkapelweg. Van op de dreef zijn er open zichten op de omringende akker- en weilanden en de overige dreven. De Groot-Heetdreef werd aangelegd na de in cultuur name van het Beverhoutsveld, de uitgestrekte heide die nog te zien is op de Kabinetskaart van de Ferraris. Tijdens deze ontginningsperiode in de 19de eeuw werd een netwerk van loodrechte dreven aangelegd om de nieuw ingerichte akkers en weilanden te ontsluiten zoals te zien is op de latere historische kaarten. Vanaf 1863 werden in opdracht van het provinciebestuur in het Beverhoutsveld talrijke dreven en paden aangelegd met beplantingen langs de hoofddreven. Er werd ook een grachtennetwerk gegraven voor een betere ontwatering van het gebied. Deze systematische percelering met de inbreng van lineaire beplantingen langs dreven, paden en grote perceelsblokken heeft geleid tot een meer gesloten landschapsbeeld, in tegenstelling tot het eertijds volledig open meersengebied.
Auteurs: Verdurmen, Inge
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)