Teksten van Geheel van vier meergezinswoningen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304660

Geheel van vier meergezinswoningen ()

Vastgoedproject, aanvankelijk opgezet als een symmetrisch geheel van vier gekoppelde meergezinswoningen in vroege art-decostijl, naar een ontwerp door de architecten Vincent Cols en Jules De Roeck uit 1923. Opdrachtgevers waren de heren J. Everaerts, H. Thomas en de aannemer G. Verbeeck, die vermoedelijk instond voor de bouw. Van het oorspronkelijke concept werden enkel de drie linker panden (nummer 142-146) met elk drie wooneenheden uitgevoerd. Voor het rechter pand (nummer 140) diende Verbeeck in 1924 een afzonderlijke bouwaanvraag in, op basis van een vermoedelijk zelf opgemaakt ontwerp met een gewijzigde gevelopstand in beaux-artsstijl en een afwijkende indeling in twee wooneenheden. Het linker pand (nummer 146) werd al in 1927 in opdracht van R. Madester verhoogd met twee extra verdiepingen.

Opgericht in 1912, maakte het architectenbureau Cols en De Roeck in de jaren 1920 vooral naam met tuinwijken en woningen voor een bemiddeld cliënteel, aanvankelijk overwegend in traditionalistische stijl, later ook met invloeden van de art deco. Tot de belangrijkste realisaties uit de late jaren 1920 behoren het Century Hotel aan de De Keyserlei, de automobielfabriek van de Ford Motor Company op de Noorderlaan, en de parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Middelares en Heilige Lodewijk in Berchem. Omstreeks 1930 verplaatste het zwaartepunt van hun architectuurproductie zich naar grootschaliger bouwprojecten als bedrijfs-, kantoor- en appartementsgebouwen, in een meer eigentijdse vormentaal met gebruik van nieuwe materialen en technieken. Actief tot 1965, bracht het architectenbureau ook in de naoorlogse periode nog een indrukwekkende oeuvre residentiële en bedrijfsarchitectuur tot stand.

Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de volgens spiegelbeeldschema gekoppelde rijwoningen vier bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). Het verhoogde nummer 146 telt zes bouwlagen, waarvan een terugwijkende topgeleding onder een plat dak. De lijstgevels onderscheiden zich door een parement uit witte natuursteen, op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door waterlijsten, met schijnvoegen op de begane grond, legt de compositie van de individuele panden telkens de klemtoon op de gebundelde zijtraveeën. Deze worden gemarkeerd door over de eerste twee verdiepingen oplopende, driezijdige erkers met console, bekroond door een smeedijzeren balkonborstwering vóór het drielicht van de derde verdieping. In nummers 142-146 beantwoordt de opstand aan een klassieke driedeling, opgebouwd uit een sokkelvormende pui, twee hoofdverdiepingen in kolossale orde en een als attiek uitgewerkte topgeleding. Discreet van opzet bestaat het decor uit wijnranken, zonnebloemen, guirlandes of kransen op de borstweringen, en een stafwerkfries. Nummer 140 onderscheidt zich door een nadrukkelijk horizontale geleding, een korfbogige koetspoort, guirlandes op de bovendorpels en entablementen op consoles. Verder regelmatige registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen. Nummer 140 onderscheid zich door Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen. Bewaarde smeedijzeren koetspoort in nummer 140 en houten inkomdeuren met siersmeedwerk in nummers 142-144, grotendeels bewaard houten vensterschrijnwerk in nummer 142 met glas-in-loodramen op de begane grond.

De nummers 142-146 bestaan volgens de bouwplannen uit een hoofdwoning die begane grond en eerste verdieping omvat, en twee huurkwartieren die respectievelijk de tweede en derde verdieping beslaan, met individuele bergruimten in de kelder en mansardekamers op het dakniveau. De hoofdwoning die over de volledige breedte wordt opgedeeld door de centraal ingeplante traphal met bovenlicht, biedt gelijkvloers ruimte aan het salon, de eetkamer annex veranda, en de keuken annex pomphuis in de achterbouw. De bovenverdieping omvat twee grote slaapkamers, een badkamer en een achterkamer. De huurkwartieren ontsloten door de gemeenschappelijke inkom- en traphal bestaan uit twee kamers aan straatzijde, twee aan tuinzijde, een badkamer, keuken en achterkamer. Bij de verbouwing van nummer 146 in 1927, werd de hoofdwoning uitgebreid met een nieuwe achterbouw en opgesplitst tot twee flats. De nieuwe, tweelaagse achterbouw met eigen trappenhuis hoorde bij de gelijkvoerse flat, en omvatte een studeer- en speelkamer op de begane grond, twee slaapkamers en een badkamer op de verdieping. Verder kwam er een lift in de traphal, en werd het pand uitgebreid met twee extra huurkwartieren op de verbouwde mansarde en de toegevoegde verdieping.

Het nummer 140 bestaat volgens de bouwplannen uit twee duplexflats, waarvan de woon- en ontvangstruimten zich uitstrekken over begane grond, eerste en tweede verdieping, over de volledige breedte opgedeeld door de centraal ingeplante traphal met bovenlicht. De derde verdieping en het dakniveau, slechts bereikbaar via de diensttrap, omvatten de slaapvertrekken van beide flats. Uit de bouwplannen valt echter niet af te leiden welke slaapverdieping bij welke flat hoort. De begane grond met open doorgang over de volledige diepte van het gebouw, biedt ruimte aan het kantoor en de keuken van de benedenwoning, die op de eerste verdieping over een salon en een eetkamer annex veranda en office beschikt. De tweede verdieping omvat het salon, de eetkamer en keuken van de bovenwoning. Op de tweede verdieping bevinden zich drie slaapkamers, een badkamer en een terras, op de mansarde vier slaapkamers.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1923#14817 (nummer 142-146), 1924#18221 (nummer 140) en 1927#27431 (nummer 146).

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Geheel van vier meergezinswoningen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195451 (geraadpleegd op ).


Enkelhuizen ()

Enkelhuizen van drie traveeën en vier bouwlagen, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Natuurstenen lijstgevels gemarkeerd door erkers en balkons; art deco en neo-Lodewijk XVI-decoratie.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Geheel van vier meergezinswoningen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194684 (geraadpleegd op ).