Burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van mevrouw Fimmers-De Volder, naar een ontwerp door Louis De Vooght uit 1914. Het gebouw behoort tot het relatief vroege oeuvre van de architect, zoon van de aannemer François De Vooght, die eind jaren 1890 zijn debuut maakte. Tijdens zijn beginjaren liet hij zich vooral opmerken met ontwerpen in een neotraditioneel stijlidioom, waarvan het hotel de Hasque en de eigen architectenwoning - beide uit 1912 en aan de Arthur Goemaerelei - representatieve voorbeelden zijn. Ook tijdens het interbellum hield De Vooght vast aan een conventionele, historiserende architectuuropvatting, met als belangrijkste bouwwerk de neobyzantijnse basiliek Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes uit 1931-1935 te Edegem.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien) met dakkapellen. De lijstgevel onderscheidt zich door een sober parement uit witte natuursteen, op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door waterlijsten, beantwoordt de opstand aan een klassieke driedeling, opgebouwd uit de pui, de bel-etage, en de oplopende hogere verdiepingen. Met de gedrukte, door schijnvoegen belijnde pui als sokkel, legt de compositie nadrukkelijk de klemtoon op de bel-etage. Deze wordt gemarkeerd door een gevelbrede bow-window met vijflicht, gevat tussen pilasters en afgewerkt met een kroon- en tandlijst. Oplopende vensteromlijstingen en doorgetrokken dorpels, leggen een rastervormig patroon over de hogere verdiepingen. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, met lekdrempel en sluitsteen op de hogere verdiepingen. Een houten kroonlijst met tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Het schrijnwerk is integraal vernieuwd.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, die over de volledige breedte wordt opgedeeld door de centraal ingeplante traphal met bovenlicht. Ontsloten door de vestibule, biedt de begane grond volgens de bouwplannen ruimte aan de spreekkamer en de keuken annex bijkeuken en ‘overdekte koer’. Op de bel-etage neemt het salon de straatzijde in, de eetkamer en de office met ‘monte plats’ de tuinzijde. De tweede verdieping met terras aan de tuinzijde, omvat twee slaapkamers, een bad- en een naaikamer, de derde verdieping twee slaapkamers en twee zijkamers, en het dakniveau twee mansardes en twee zolders. Tot het bouwproject behoorde een washuis met droogzolder achteraan op het perceel.

Enkelhuizen van drie traveeën en vier bouwlagen, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Natuurstenen lijstgevels gemarkeerd door erkers en balkons; art deco en neo-Lodewijk XVI-decoratie.