is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa De Decker
Deze vaststelling is geldig sinds
Modernistische villa gebouwd in 1962 naar een ontwerp van architect André Croonenberghs in opdracht van Karel De Decker, ingeplant op een rechthoekig perceel ten zuiden van de Kuurstraat. De bouwplannen werden goedgekeurd op 20 juli 1962. Het perceel is gelegen in een villawijk aan de westelijke rand van het grondgebied van Genk, ten westen van het natuurreservaat De Maten en ten zuiden van de Hasseltweg en het Domein Bokrijk.
Croonenberghs studeerde Architectuur en Schilderkunst aan het Hoger Instituut voor Architectuur en Schilderkunst Sint-Lucas te Gent waar hij in 1951 zijn diploma behaalde. Daarna vestigde hij zich als architect in Genk, waar hij voornamelijk lokaal actief was als ontwerper van particuliere woningen en verbouwingen. Hij was ook leraar bouwkundig tekenen aan de Stedelijke Academie voor Plastische Kunsten. Hij was tevens aquarellist en stelde een aantal keren tentoon. Tot zijn gekende projecten horen het stadhuis van Genk, de Kunstschool en het Sint-Jan Berchmanscollege (deels) aan de Collegelaan en de noodkerk (1959), de Onze-Lieve-Vrouw van Fatimakerk (jaarsteen 1968) en de pastorie in het gehucht Bret-Gelieren. Zijn ondertussen gesloopte eigen woning, een ontwerp uit 1960, diende als visitekaartje. Tevens zou hij ook een reeks meubels hebben ontworpen die hij liet vervaardigen bij De Coene in Kortrijk.
De eenvoudige geometrische vorm van deze villa voor De Decker, het gebruik van de betonstructuur als structurerende elementen in de gevel en het rationeel opgevatte grondplan zijn typerende kenmerken van het modernisme. Het openbreken van een blokachtig volume binnen de grenzen van de betonstructuur is een principe dat architect Croonenberghs ook in het ontwerp van zijn eigen woning toepaste. De betekenis van deze architect voor de particuliere woningbouw in Genk moet nog verder bestudeerd worden.
Net als zijn eigen woning is de villa De Decker opgevat als een strak blokvormig volume op een evenwijdig met de straat geplaatst rechthoekig grondplan. De villa bestaat uit twee bouwlagen onder een plat dak met overkragende betonnen daklijst. De bouwplannen tonen een centrale knik in het dak. De voortuin is omzoomd met een lage taxushaag, tegen de voorgevel zijn een aantal lage en twee hoge struiken geplaatst. Vanuit de straat leidt een geasfalteerde oprit naar de garagepoort, van hieruit loopt een smal pad langs de voorgevel naar de inkom in de rechter zijgevel. Achteraan in de tuin staan een aantal loof- en naaldbomen.
De villa bestaat uit een betonstructuur met opvulling in baksteenmetselwerk. Volgens de bouwplannen werd voor het opgaande metselwerk witgeschilderde Beerse baksteen in halfsteens verband gebruikt, voor de plint donkerbruine handvormsteen. Het metalen buitenschrijnwerk en de blauwe hardstenen dorpels zijn grotendeels nog bewaard. Rond de verticaal geritmeerde glaspartij van de inkomhal in de voorgevel en tussen de vensteropeningen in de achtergevel werd een gevelbeplanking in Afzeliahout toegepast.
Het balkvormige volume van de villa wordt doorbroken door grote vensterpartijen en uitstekende structurerende betonelementen. Vanuit de straat domineert de binnen de grenzen van de betonstructuur opengewerkte linker bovenhoek. Hier bevindt zich een grote ruimte, die tot aan de achtergevel reikt en oorspronkelijk als inpandig "terras" geconcipieerd was. De bouwplannen tonen vooraan in de voor- en zijgevel dezelfde glaspartijen met verticale onderverdeling als vandaag. Achteraan waren zowel zij- als achtergevel echter open met een metalen balustrade. Vandaag is de zijgevel achteraan dichtgemetseld en de achtergevel met glas gesloten.
Als diagonale spiegeling van dit element werd ook de rechter onderhoek van de voorgevel opengewerkt. Hier zorgen grote vensterpartijen voor lichtinval in inkom, hal en traphal. Het oorspronkelijke schrijnwerk van de inkomdeur en de vensterpartij ernaast is niet bewaard, de oorspronkelijke indeling werd wel enigszins behouden. Verder versterken de kleinere horizontale vensteropeningen op gelijkvloers en verdieping de horizontaliteit van de voorgevel. Links onderaan bevindt zich een garagepoort.
Voor de interieurindeling koos de architect voor een scheiding van woonruimtes op het gelijkvloers en slaapruimtes op de verdieping. Op de begane grond domineert de ruime woonkamer, van waaruit twee grote glaspartijen een open zicht en toegang tot de zuidwaarts gelegen tuin geven. De onderkelderde oostzijde van het gelijkvloers wordt ingenomen door de garage aan de straatzijde en achteraan de keuken, ook deze met grote raamopening naar de tuin. Aan de voorzijde bevinden zich bijkomende bergruimtes en een grote inkomhal met trap naar de verdieping. De grote glaspartijen in voor- en achtergevel en de glazen deur tussen hal en woonkamer zorgen voor een zeer open ontwerp en veel lichtinval. Op de verdieping gebeurt de circulatie via een centrale gang, evenwijdig met de straat, die drie grote slaapkamers aan de tuinzijde van twee kleine slaapkamers en een badkamer aan de straatzijde scheidt. Het meest oostelijke deel van de verdieping wordt van voor- tot achtergevel ingenomen door het inpandige terras.
Auteurs: Fexer, Charlotte
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Genk
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa De Decker [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304678 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.