Burgerhuis in Louis-Philippestijl, volgens de bouwaanvraag uit 1867 opgetrokken in opdracht Jean A. Crynen, een hoefsmid en kolenhandelaar uit Berchem. Ontwerper noch aannemer vallen uit het bouwdossier af te leiden. Het pand maakt deel uit van een homogene rij burgerhuizen in Louis-Philippestijl uit de jaren 1860 (nummers 47 tot 61).
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen oorspronkelijk onder een zadeldak, dat tijdens het interbellum werd vervangen door een mansardedak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een hoge plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas, die op de eerste verdieping wordt gemarkeerd door een balkon met voluutconsoles en ijzeren borstwering. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteromlijstingen respectievelijk in vlakke en geriemde omlijsting, op de eerste verdieping met oren en sluitsteen. Een klassiek hoofdgestel met panelenfries en houten kroon- en tandlijst op consoles vormt de gevelbeëindiging. Sluitstenen en consoles zijn vormgegeven in typische Louis-Philippestijl. Bewaarde houten inkomdeur, smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschraper en parapetten.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1867#619.