erfgoedobject

Godshuis De Grooff

bouwkundig element
ID
304745
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304745

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Godshuis De Grooff
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Historiek en context

Bejaardentehuis gebouwd in opdracht van de Commissie voor Openbare Onderstand, naar een ontwerp in art-decostijl door de architect Frits de Mont uit 1927. Het project betrof de verbouwing en uitbreiding van het bestaande Godshuis De Grooff, dat de drie linker traveeën van de voorbouw omvatte. Dit godshuis dankte zijn ontstaan aan de op 23 december 1864 overleden Joannes Baptista De Grooff, die bij testament een legaat naliet aan het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen, met als wens onder meer de oprichting van vier wooneenheden voor alleenstaande bejaarde arbeiders. Aangezien De Grooff's eigendom in de Noordstraat door de architect Frans J.H. Bex te klein werd bevonden, kocht het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen een groter terrein aan in de Van Trierstraat, van Olivier Van Stratum. Het plan voor het godshuis kwam begin 1875 tot stand, de bouw werd in 1877 aanbesteed en nog datzelfde jaar voltooid. Deze bescheiden zorginstelling telde vier wooneenheden van twee vertrekken elk.

Het nieuwe Godshuis De Grooff kwam tot stand dankzij het legaat van de weduwe Isenbaert-De Boey uit 1914. De werken omvatten de uitbreiding van het bestaande godshuis met twee traveeën voor de nieuwe vestibule en traphal (voorbouw), en het optrekken van een L-vormige nieuwbouwvleugel van drie bouwlagen aan de binnenplaats. Deze herbergde eenentwintig afzonderlijk toegankelijke bejaardenkamers of zeven per verdieping, ontsloten door open galerijen. Ook de bestaande voorbouw kreeg een volledig nieuwe opstand en indeling, voor de overige bejaardenkamers. Aannemer van de werken die werden aangevat in 1928 en zeker voltooid in 1930, was de Naamlooze Maatschappij Algemeene Bouwwerken Jules Somers & C°. Het nieuwe godshuis bood woonruimte voor vijf bejaarde echtparen en vierentwintig alleenstaande bejaarde vrouwen. Vandaag huisvest het complex het Rehabilitatiecentrum Huis De Grooff, een instelling voor psycho-educatie.

Het Godshuis De Grooff behoort tot het rijpe oeuvre van Frits de Mont, zoon van de letterkundige Pol de Mont, die actief was in de periode 1910 tot 1950. Naast zijn praktijk was de architect redactielid en productief auteur voor het Antwerpse architectuurtijdschrift De Bouwgids, de spreekbuis van de Kring voor Bouwkunde. De art-nouveauwoning die hij in 1910 in opdracht van zijn vader ontwierp op de hoek van de Jan Van Rijswijcklaan en de Markgravelei, behoort tot zijn allereerste realisaties. Vóór de Eerste Wereldoorlog liet hij zich ook opmerken met landhuisjes in cottagestijl. Eveneens van omstreeks 1930, periode waarin De Mont zowel de art deco als het modernisme in praktijk brengt, dateert de eerste fase van het appartementsgebouw Meerbergen in de Osystraat.

Architectuur

Het complex bestaat uit de voorbouw met oudere kern (1877) van twee bouwlagen onder een zadeldak, en de L-vormige vleugel aan de binnenplaats van drie bouwlagen onder een plat dak waarop een dakpaviljoen. De specifieke typologie van het Godshuis De Grooff met afzonderlijk toegankelijk en via open galerijen ontsloten bejaardenkamers, was al eerder toegepast voor het Godshuis Robert Joostens en Godshuis Lemmé in Dambruggestraat en Trapstraat, respectievelijk gerealiseerd door de architecten Lievin en Edouard Van Opstal in 1894-1899 en de architect Emile Thielens in 1904. Het stond ook nog model voor de complexen bejaardenflats die later tijdens het interbellum en de vroege naoorlogse periode door de huisvestingsmaatschappijen Onze Woning en Huisvesting-Antwerpen werden geconcipieerd. Daarvan vormt het complex in de Ballaarstraat naar ontwerp van de de architect Fritz Van Averbeke uit 1937 de eerste toepassing.

De vijf traveeën brede lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, alternerend met gecementeerde banen in imitatie-natuursteen. Van witte natuursteen is gebruik gemaakt voor het portaal, van blauwe hardsteen voor de plint en lekdrempels. In de compositie onderscheiden het bestaande volume en de uitbreiding zich door een afwijkende traveeënbreedte. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van hoge steekboogvensters, geaccentueerd door uitgelengde art-decoreliëfs met floraal motief op de borstweringen en als sluitsteen. Het rondboogportaal en het ovale bovenlicht zijn gevat in een kwarthol geprofileerde omlijsting met art-deco-ornamenten; fraaie smeedijzeren inkomdeur en waaier. Een houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging; latere, doorlopende dakkapel.

De gevelopstand van de L-vormige vleugel aan de binnenplaats, opgetrokken uit dezelfde materialen, wordt horizontaal geleed door de gesloten borstweringen van de galerijen, die rusten op geornamenteerde consoles. Verder bestaat de ordonnantie uit een alternering van inkomdeuren en brede raampartijen volgens spiegelbeeldschema.

De vestibule leidt naar de ruime traphal met bovenlicht die zowel de voorbouw als de L-vormige vleugel ontsluit. Deze laatste omsluit een binnentuin, en omvat per verdieping gegroepeerd sanitair en telkens zeven kamers verbonden door de galerij. Het dakpaviljoen huisvest de wasplaats.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1928#31986.
  • SCHEERLINCK K., THYS G. & KWASPEN B. 2019: 150 jaar Van Trierstraat, Antwerpen, 103-104.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Godshuis De Grooff [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304745 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.