Burgerhuis in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1877 opgetrokken in opdracht van Charles Lenaers. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op het geblokte middenrisaliet, dat wordt bekroond door een driehoekig fronton op consoles. Een balkon met consoles, doorgetrokken borstwering met second-empirepalmetten waarop een sierlijk smeedijzeren hek, markeert de eerste verdieping. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de tweede verdieping met sluitsteen in het risaliet en onderdorpels in de zijtraveeën. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Vernieuwde inkomdeur maar bewaard houten vensterschrijnwerk.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1877#861.