erfgoedobject

Hoogtenederzetting Plateau van Caestert en mergelgroeven

archeologisch geheel
ID
304847
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304847

Juridische gevolgen

Beschrijving

Algemene situering

Het plateau van Caestert is een onderdeel van de grensoverschrijdende Sint-Pietersberg en is gelegen in de gemeente Riemst, deelgemeente Kanne, op een hoge landtong tussen de Maas in het oosten en de Jeker (en het Albertkanaal) in het westen. Langs de oostzijde wordt het plateau begrensd door een ongeveer 60 meter hoge en zeer steile helling. In westelijke richting helt het terrein langzaam af in noordwestelijke richting. Het grootste, meest westelijke, gedeelte van het plateau ligt op grondgebied van Kanne. Kanne is gelegen aan de benedenloop van de Jeker, die enkele kilometers verder in de Maas uitmondt. Het oostelijk gedeelte van het plateau (ten oosten van de Luikerweg) ligt in Wallonië.

Archeologische nota

De oudste aanwijzingen voor menselijke aanwezigheid op het plateau van Caestert dateren uit het Neolithicum (ca. 5600-2000 voor Chr.). Tijdens de uitwerking van oude opgravingsgegevens gegevens van Heli Roosens met betrekking tot de hoogteversterking (zie verder) is in de vondstdozen immers een aantal werktuigen van vuursteen gevonden die van neolithische origine zijn. Deze objecten zijn door Roosens tijdens zijn opgravingen van de versterking in 1973, 1974 en 1975 in zowel wallen als grachten aangetroffen. De aanwezigheid van neolithische artefacten in deze structuren wijst erop dat tijdens de aanleg van wallen en grachten in de ijzertijd en/of Romeinse tijd één of meer neolithische sites die zich op het plateau situeerden, zijn verstoord.

Het plateau van Caestert is evenwel archeologisch en historisch vooral bekend vanwege de aanwezigheid van een grote hoogteversterking uit de ijzertijd en het begin van de Romeinse periode (ca. 250-31 voor Chr.), waarvan verschillende indrukwekkende aarden wallen in het landschap zijn bewaard. In het verleden werd door een aantal onderzoekers gesuggereerd dat de site mogelijk geïdentificeerd kon worden met het door Julius Caesar in zijn Commentarii De Bello Gallico genoemde Atuatuca.

In de late middeleeuwen bevond er zich een kasteel en een hoeve op het plateau (nu grotendeels gelegen op grondgebied Wallonië).

In de ondergrond van het plateau van Caestert bevinden zich talrijke mergelgroeven die behoren tot de groeven van de Sint-Pietersberg, een groot kalkmassief op de grens van Nederland, Vlaanderen en Wallonië.

In 1936 verwierf het cementbedrijf Cimenteries et Briqueteries réunies (CBR) het plateau van Kanne-Caestert.

In 1973, 1974 en 1975 verrichte de Nationale Dienst voor Opgravingen (NDO) o.l.v. Heli Roossens op het plateau van Caestert onderzoek. Het richtte zich voornamelijk op het gracht- en wal-systeem van de site. Het onderzoek werd erg summier en onvolledig gepubliceerd in Archeologie (1973 en 1975) en in Archeologica Belgica (1975 en 1976).

In 2007, 2009 en 2011 werd in opdracht van de Vlaamse overheid door RAAP Archeologisch Adviesbureau een waarderend en evaluerend archeologisch onderzoek uitgevoerd op de site. Dit onderzoek focuste zich enerzijds op de nooit gepubliceerde opgravingsinformatie van de NDO (het onderzoek van Heli Roosens). Anderzijds werd met een combinatie van boringen, geofysisch onderzoek en proefsleuven de afbakening van de site zo goed mogelijk in kaart gebracht. Dit terreinonderzoek bracht belangrijke nieuwe informatie aan het licht met betrekking tot de afbakening van de site.

Evaluatie van de bewaringstoestand

De hoogtenederzetting

De bodemopbouw op het plateau is intact en ligt deels onder grasland en is deels bebost. Vooral het zuidelijk deel van het plateau, ten zuiden van de Castertweg die Kanne verbindt met de nog aanwezige vierkantshoeve, is dicht begroeid met loofbos (een klein gedeelte is grasland). Ten noorden van de Castertweg ligt het gebied vooral onder grasland. Deze situatie mag als vrij stabiel beschouwd worden.

Door de tijd heen is het plateau van Kanne-Caestert uiteraard wel onderhevig geweest aan erosie, zowel van natuurlijke als van antropogene aard. Deze erosie deed zich logischerwijs enkel voor op de nog bewaarde wallen. Deze zijn tegenwoordig grotendeels bebost waardoor zij opnieuw behoorlijk stabiel zijn. Maar ook de paden die ontstaan zijn door veelvuldige betreding zorgen voor een zeker verval van het gracht- en walsysteem. In 2001 bracht Natuurpunt vzw. op vraag van de plaatselijke IOED al enkele versperringen aan waardoor (fiets)recreanten het gracht- en walsysteem niet meer kunnen beklimmen of afdalen.

Het plateau van Kanne-Caestert wordt voorts gekenmerkt door enkele tientallen dolines. Deze kraters worden regelmatig gemonitord door de gemeentelijke dienst verantwoordelijk voor het beheer van de kalksteengroeves en worden momenteel als stabiel beschreven.

De mergelgroeven

De ontginningswijze van groeve Caestert is dusdanig geweest dat de pilaren die zijn blijven staan voldoende groot zijn ten opzichte van de ontgraven gangen. Hiermee is voldoende fysieke stabiliteit van de plafonds gegarandeerd. Gelukkig kende de groeve in Caestert ook geen tweede leven als champignon kwekerij, waardoor er een betere bewaringstoestand is van de oorspronkelijke groeve.

Ook is het klimaat in de groeve dusdanig constant dat er op korte noch middellange termijn gevreesd hoeft te worden voor het op natuurlijke wijze verdwijnen (door bijvoorbeeld corroderen of losraken) of vervagen van de aanwezige middeleeuwse tekeningen.

Motivatie voor de afbakening

De hoogtenederzetting uit de ijzertijd op het plateau van Caestert was omgeven door een gracht en wal systeem. In het zuiden en het westen is nog een deel van de gracht- en wal structuur bovengronds aanwezig. In het noorden en het noordwesten is de wal verdwenen maar is de grachtstructuur nog ondergronds aanwezig, zoals vastgesteld door middel van geofysisch onderzoek, boringen en proefsleuven. De afbakening van de archeologische zone is gemaakt op perceelsniveau en valt samen met het verloop van de ijzertijd gracht en wal. De mergelgroeven die zich onder het plateau van Caestert bevinden, op grondgebied van Vlaanderen, vallen binnen de afbakening van de archeologische site.

  • BLAAUW H. 2007: Lambier le Pondeur, een fascinerend handschrift in de Sint-Pietersberg, SOK-Mededelingen 46, 3 - 32.
  • HUNINK V. 2003: Gaius Julius Caesar. Oorlog in Gallië, vertaald door en met een nawoord van Vincent Hunnik, Amsterdam, 148-201.
  • ROOSENS H. 1973: Kanne: oude vesting, Archeologie 2, 97.
  • ROOSENS H. 1975a: Oude versterking te Kanne-Caster, Archaeologia Belgica 177, 32-36.
  • ROOSENS H. 1975b: Kanne: oude versterking, Archeologie 2, 89.
  • ROOSENS H. 1976: De oude versterking te Caster, Archaeologia Belgica 186, 54-58.
  • ROYMANS N., CREEMERS G. & SCHEERS S. 2012: Late Iron Age gold hoards from the Low Countries and the Caesarian conquest of Northern Gaul, Amsterdam-Tongeren.
  • SILVERTANT J. 2015: Mijn Mergel. Geschiedenis van de onderaardse kalkteengroeven tot omtreeks het jaar 1600, Gulpen.
  • SPEELBERG F. & ZILVERSCHOON J. 2007: “Zotheid” in de Duisternis. Middeleeuwse tekeningen in de Sint-Pietersberg, Stichting Nijmeegse Kunsthistorische Cahiers 13, Nijmegen/Rotterdam.
  • SPEELBERG F. 2009: Een ondergrondse weg naar de Middeleeuwen. De Caestertgroeve in de Sint-Pietersberg, Congresbundel studiedagen Historisch Interieur 8 en 9 mei 2008, Gent.
  • VAN SCHAÏK D.C. (e.a.) 1983: De Sint Pietersberg met een aanvullend gedeelte 1938 – 1983, Thorn.
  • VERHOEVEN M. 2008: Een archeologische inventarisatie van het plateau van Caestert (Gemeente Riemst, provincie Limburg), RAAP-RAPPORT 1769, Weesp.
  • VERHOEVEN M. 2010: De ijzertijdversterking op het plateau van Caestert (Kanne-Riemst), In: VANDERBEKEN T. (ed.), 't Is maar de kwestie ze te vinden... Tentoonstellingsbundel. Van 300 000 jaar geleden tot WO II. Archeologie in Zuid-Oost-Limburg, 25-31.
  • VERHOEVEN M. 2011: Een aanvullende archeologische evaluatie en waardering van het plateau van Caestert (Riemst, provincie Limburg), RAAP-RAPPORT 2162, Weesp.
  • WIJNEN M. 2006: De graafrichtingen van de bovenste ontginningsfase van de Caestert groeve, SOK-Mededelingen 45, 17 – 21.

Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/73066/104.1, Een hoogtenederzetting uit de ijzertijd op het plateau van Caestert, met inbegrip van de onderliggende mergelgroeven, Riemst.
Auteurs: Van den Hove, Peter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoogtenederzetting Plateau van Caestert en mergelgroeven [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304847 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.