erfgoedobject

Burgerhuis in art deco

bouwkundig element
ID
304870
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304870

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuis in art deco
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Burgerhuis in art-decostijl, in kern opklimmend tot 1898 wanneer het samen met de aanpalende eclectische nummers 604 tot 608 opgetrokken is in opdracht van Jan-Frans Geuens-Gysen. Volgens de kadastrale bronnen uitgebreid omstreeks 1915 en 1921/1922, is de rijwoning in het interbellum verfraaid met een aangepaste en verhoogde gevel. De opdrachtgever van de uitbreiding en de gevelaanpassing in het interbellum is wellicht de gegoede houthandelaar Constantinus Jacobus Martens-Adriaenssens, die er in die periode zelf resideerde.

Het burgerhuis maakt deel uit van de omstreeks de eeuwwisseling te dateren verkaveling en bebouwing van het bouwblok, waar aan zijde van de Bredabaan de oorspronkelijke eclectische, bepleisterde of baksteenpolychrome gevels van twee bouwlagen onder een zadeldak onderbroken zijn door verhoogde naoorlogse gevels of vervangbouw. Het nummer 610 vormt in de straatwand de enige interbellumgevel, die opvalt door de verzorgde vormgeving en de polychrome toepassing van rode baksteen en witte natuursteen.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning evenveel bouwlagen onder een zadeldak, waarvan de nok evenwijdig aan de straat georiënteerd is. Rustend op een verzorgde, mogelijk gerecupereerde blauwe hardstenen plint met geprofileerde sokkel en borstweringen, is de lijstgevel opgetrokken in platvol gevoegde rode baksteen in staand verband, afgewisseld met witte natuursteen toegepast voor de speklagen, de borstweringen, de lateien, en de erker. Blauwe hardsteen is behoudens voor de plint aangewend voor de dorpels en toegangstreden. Horizontaal geleed door natuurstenen speklagen en waterlijsten, waarin op de begane grond en de tweede verdieping de blauwe hardstenen vensterdorpels opgenomen zijn, vertoont de lijstgevel op de begane grond de voor het enkelhuis typerende asymmetrische compositie, met in de linkse travee de toegang geflankeerd door twee regelmatige rechthoekige vensteropeningen. De nadruk ligt op de eerste verdieping, gemarkeerd door een gevelbrede en volledig in witte natuursteen uitgevoerde halfronde erker op een verzorgde getrapte basis en met een licht terugwijkende centrale travee. Geopend met een drielicht boven gecanneleerde borstweringen, is het geheel bekroond door een witte natuurstenen kroonlijst op klossen en op geprofileerde kapitelen tegen de vensterposten, waarboven een houten en wit geschilderde geprofileerde daklijst. De uiterste witte natuurstenen vensterstijlen zijn bovenaan subtiel gedecoreerd met fijn gesculpteerde medaillons. De tweede verdieping herhaalt in de vensteropeningen de driedeling met smallere zijlichten van de erker, net als op de begane grond gevat onder witte natuurstenen lateien met sierlijsten, hier een eierlijst. De geprofileerde borstweringen, gevat in een ruimer gevelvlak uit witte natuursteen dat de overgang tussen de verdiepingen begeleidt, hebben onder de zijlichten in vlakreliëf en in profiel voluutvormige kraagstenen met gestileerde bloemen en loofwerk. De opvallende houten en wit geschilderde kroonlijst heeft een vormgeving identiek aan deze van de erker.

Het mogelijk nog van voor de gevelaanpassing daterende houten vensterschrijnwerk is gaaf bewaard, met op de begane grond de verzorgde dubbele toegangsdeur met oorspronkelijk beslag, en in de vensteropeningen guillotineramen waarvan de tussenregel versierd is met een eierlijst. In de door vierkanten en rechthoeken verdeelde bovenlichten zijn in de centrale ruit de gekleurde glazen met bloemenkorven nog aanwezig.

Van het interieur zijn geen archiefbescheiden voorhanden, maar uit de gevelordonnantie kan worden afgeleid dat de oorspronkelijke plattegrond de sedert de 19de eeuw in burgerhuizen toegepaste enkelhuisindeling volgt. Daarbij zijn traditioneel naast de zijdelings ingeplante trap en inkomhal, het salon en de eetkamer en op de verdiepingen de slaapkamers gesitueerd, met achter de inkomhal in de smallere en in 1915 en 1921/1922 uitgebreide achterbouw de natte ruimten.

  • Kadasterarchief Antwerpen, Kadastrale leggers Antwerpen, afdeling XL (Merksem), artikel 1134, 2154.
  • Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen Antwerpen, afdeling XL (Merksem), 1898/19, 1915/37, 1921-1922/122.

Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in art deco [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304870 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.