is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed RTT-gebouw
Deze vaststelling is geldig sinds
Tussen 1949 en 1953 opgetrokken gebouw van de Regie van Telegraaf en Telefoon in een functioneel en conventioneel modernisme. Verfijnde reliëfversieringen van telefoondraadgeleiders, en van de letters die de Regie van Telegraaf en Telefoon afkorten (RTT), veruitwendigen de functie van het gebouw.
Het pand werd opgetrokken op de plaats van een ouder bakstenen telefoongebouw in art-decostijl dat slechts twee traveeën breed en drie traveeën diep was, met een draagstructuur van I-liggers op gietijzeren kolommen en vakwerkspanten. De handtekening van de ontwerper van de nieuwbouw in 1949-1953 kan vooralsnog niet worden geïdentificeerd. Het project werd begeleid door diensthoofd en ingenieur-architect Gustaaf J. De Ceulaerde, die ook verantwoordelijk was voor de uitbreiding van het hoofdgebouw aan de Antwerpse Lange Nieuwstraat in 1967-1968. In 1953 werd de vergunning afgeleverd voor de uitbating van de vernieuwde automatische telefooncentrale met tien werknemers. Volgens bouwaanvraag uit 1969 is de achterbouw naar een voorontwerp van De Ceulaerde met één verdieping verhoogd.
Vier traveeën breed telt het telefoongebouw drie bouwlagen onder een plat dak. Het is opgetrokken uit rode handgevelsteen in half reliëf gemetst in halfsteens verband, met een draagstructuur in beton. Aan beide zijden is het geflankeerd door poorttoegangen met gestrekte luifels, uitgevoerd in witte natuursteen. Aan gebouwzijde zijn deze bovenaan de omlijsting versierd met respectievelijk een reliëf van vier boven elkaar geplaatste, identieke telefoondraadgeleiders, en met de letters RTT.
De voortuin is deels verhard met betontegels, en is afgebakend door een afsluiting op blauwe hardstenen sokkel tussen bakstenen pijlers met blauwe hardstenen voet en dekstenen. Het gietijzeren zwart gelakte hekwerk met centraal V-vormig motief in een naar de art deco en het modernisme verwijzende vormgeving is herhaald in de deurroosters van de toegangspoortvleugels en in de diefijzers van de kelderverluchtingen.
De voorgevel is verticaal geleed door vier smalle en hoge venstertraveeën, tussen de openingen telkens ingevuld met zes blauwe hardstenen platen. Dubbele bakstenen ventilatieroosters in de beneden- en bovenverdieping ritmeren mee de gevel. De licht overkragende kroon- en daklijsten zijn ook boven de toegangspoorten uitgevoerd in blauwe hardsteen. Behoudens de drie blauw gelakte poortvleugels in de rechtse toegang, waarvan de beglazing en de bovenlichten aangepast zijn, is het vensterschrijnwerk in de voorgevel volledig vervangen, weliswaar met herneming van de oorspronkelijke horizontale roedeverdeling.
In het ontwerp uit 1949 zijn de bedrijfsruimten gesitueerd op de gelijkvloerse verdieping van de voorbouw en in de achterbouw, en zijn de verdiepingen van de voorbouw gereserveerd voor de automatieker of conciërge. De toegangen aan weerszijden van het gebouw leiden naar de achteraan gelegen koer (links), en langs een in de zijgevel ingewerkte fietsenberging naar een breed door trappen ontsloten bordes dat de bedrijfsruimten van de verhoogde begane grond in de achterbouw ontsluit (rechts). In de drie bouwlagen hoge voorbouw is op de gelijkvloerse verdieping een publieke hal gesitueerd, die uitgeeft op een zaal voor de telegraaf, een ruimte voor de porteurs en de trap naar de conciërgewoning, waarachter een rechtstreeks langs de fietsenstalling toegankelijke vestiaire en lavatory gelegen zijn. Centraal leidt een gang naar de achterbouw met in de rechtse travee de ruimte met verdeler, eetzaal en vestiaire, en in de linkse travee de zaal voor de ploegen, hoogspanningscabine, zaal voor de hulpgroep, accuzaal, en een lavatory.
Op de eerste met bordestrap bereikbare verdieping voor de conciërge, bevinden zich aan straatzijde een leefruimte, keuken en eetkamer, door een sanitaire ruimte gescheiden van een op de achterbouw uitgevend bureel. Op de tweede verdieping zijn aan straatzijde twee slaapkamers ingericht, en achteraan rond de trappenhal een badkamer, bergplaats en derde slaapkamer. Het gebouw is volledig onderkelderd, met in de voorbouw een proviand-, hout- en kolenkelder, bergplaats en een ruimte voor de hydrophoorpomp, en in het souterrain onder de achterbouw een lasvloer, werkruimte voor de elektricien en onderelektricien, een magazijn, een stookplaats, een kolenbergplaats, en opslagruimten voor de ploegen, lasser en kuiser. Volgens bouwaanvraag uit 1969 is de achterbouw verhoogd met een in de zijgangen gefundeerde verdieping, en is het volume achteraan vernieuwd en uitgebreid met een eetzaal, vestiaire en sanitaire ruimten, en technische ruimten voor onder meer de koelgroep en luchtcondensor.
Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Dokter Maurice Timmermanslaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: RTT-gebouw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304896 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.