is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuis in art deco
Deze vaststelling is geldig sinds
Ruim burgerhuis met bureel, in een stijl die de art deco verzoent met een baksteenmodernisme, naar een ontwerp uit 1935 van René Nuyens voor opdrachtgever Jan Pauwels, toen wonende op de Molenlei 52 in Merksem.
Over de lokale architect René Nuyens is weinig geweten. Hij was met zekerheid actief tussen 1935 en 1959, en is in de Antwerpse bouwdossiers vooral geboekstaafd als architect van verbouwingswerken. Aanvankelijk was hij gevestigd aan de Merksemse Rustoordstraat 16, later verhuisde hij zijn praktijk naar zijn nieuwe woning aan de Bredabaan 856, volgens bouwaanvraag uit 1951 naar een eigen, uitgesproken conventioneel ontwerp.
De woning maakt deel uit van de tijdens het interbellum ingevulde zuidzijde van de Du Chastellei, die bestaat uit burger- en meergezinswoningen in traditionalistisch-pittoreske, modernistische of art-decostijl, en waarvan de voorbeelden in cottagestijl aansluiten bij de oudere, vooroorlogse bebouwing aan de noordoostkant van de straat. In vormgeving en materiaalgebruik leunt de woning Pauwels aan bij de enkele jaren eerder gerealiseerde vleugel van de Sint-Lutgardisschool aan de overzijde van de straat.
In de oorspronkelijk uit twee niveaus opgebouwde voortuin is de beeldbepalende trappenpartij naar het door bloembakken geflankeerde inkomportaal bewaard, vandaag bijkomend geaccentueerd door buxushagen. Na de aanpassing van de keldertoegang tot garage in 1961, is de voortuin volledig verhard met betonstraatstenen.
Twee traveeën breed omvat het als rijhuis ontworpen, maar half vrijstaand uitgevoerde breedhuis twee bouwlagen onder een met pannen gedekt zadeldak, waarvan de nok evenwijdig aan de straat gesitueerd is. De voorgevel heeft een parement van platte baksteen in halfsteens verband, voorzien van schaduwvoeg. De vrije rechtse gevel is volledig blind en bekleed met kunstleien.
De straatgevel is gekenmerkt door een sterke volumewerking, waarin de expressief uitgewerkte begane grond in rode baksteen contrasteert met een terugwijkende, rustige bovenverdieping in bruine baksteen. Het volume op de begane grond draagt daarbij het door een verhoogde muurpartij afgesloten balkon. Overtuigende interpretatie van het baksteenmodernisme, ondanks dat het ontwerp aan kracht heeft ingeboet door de aanpassing van het souterrain met een nieuwe garagetoegang (1961) en door de bekleding van het gevelbrede balkon in kunststof.
Op de begane grond een halfronde erker met vier raamvleugels onder gestrekte boog, die het terugwijkende en opengewerkte inkomportaal flankeert, toegankelijk langs een door twee rollagen omlijste, brede korfboogvormige opening. De bakstenen sokkels en bloembakken zijn gemarkeerd door hoeken in witte natuursteen, een steensoort die ook gebruikt is voor de eenvoudige brievengleuf naast de halfronde deuropening. Het inkomportaal heeft nog zijn oorspronkelijke vloer van rode, keramische tegels.
De eerste verdieping is opengewerkt door twee symmetrische, driedelige vensteropeningen. De sterk overkragende bakgoot heeft een vernieuwde bekleding, en is onderaan nog geaccentueerd met een oorspronkelijke, smalle fries van beraping, die volgens het ontwerp uit 1935 de hele bovenbouw moest bekleden. Onder deze fries op de hoeken twee baksteendecoraties, bestaande uit drie korte, uitkragende platte lagen rode bakstenen. Nog volgens de ontwerptekening was elke travee bekroond door een klein driehoekig dakvenster met (pseudo)vakwerk in de top, refererend naar de cottagestijl, maar mogelijk gewijzigd uitgevoerd en vandaag een aaneensluitend, zes traveeën breed centraal opklimmend dakvenster.
Het oorspronkelijke voorgevelschrijnwerk van het souterrain en de inkompartij zijn omstreeks 1961 vervangen door houten paneeldeuren en vensterschrijnwerk voorzien van gietijzeren roosters met meandermotieven. Op de verdiepingen zijn de mogelijk nog oorspronkelijke houten en witgeschilderde ramen met kleinroedeverdeling voorzien van een voorzetbeglazing. De achtergevel heeft, gespiegeld aan de voorgevel, een terugspringend overdekt terras met korfboogvormige opening in de linkse travee, en een halfronde erker in de rechtse travee. De twee verdiepingen hoge achterbouw is in het ontwerp uitgewerkt met een puntgevel en zadeldak, maar werd mogelijk nooit zo uitgevoerd en was zeker in 1995 voorzien van een plat dak.
Het bouwplan uit 1935 toont de combinatie van wonen en werken, met op de verhoogde begane grond een ruime inkomhal met bordestrap, die toegang geeft tot een kantoorruimte in de linkse travee, en tot een achterliggende inkomhal die de privéruimten ontsluit. Deze laatste omvatten een door twee stookruimten van het kantoor gescheiden leefruimte uitgevend op een overdekt terras, en in de rechter travee twee toiletten en een keuken en bijkeuken met afzonderlijke gang. In 1995 is de begane grond aangepast volgens een open plan met keuken aan straatzijde en een eetkamer en leefruimte aan tuinzijde. Op de verdieping volgens het bouwplan rond de trappenhal vier slaapkamers, met op het middenplan de badkamer en de trap naar de zolderverdieping die vermoedelijk (deels) gereserveerd was voor dienstpersoneel. Het kleinere souterrain was aanvankelijk naar buiten toe ontsloten door een gang tegen de linkse scheimuur met deuropening in zowel de voor- als achtergevel. Aan voorzijde waren twee met de inkomhal op de begane grond verbonden provisiekelders gesitueerd, omstreeks 1961 deels omgevormd tot garage, waarachter een stookkelder en bijkomende voorraadkelder.
Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Du Chastellei
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in art deco [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304905 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.