is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Appartementsgebouw
Deze vaststelling is geldig sinds
Appartementsgebouw in een stijl die zowel refereert aan de art deco als het modernisme, in 1933 gebouwd in opdracht van bureelhoofd Christiaan Van den Heuvel, die er ook zelf woonde. Het oorspronkelijke bouwdossier is niet bewaard, waardoor de ontwerper niet gekend is. Mogelijk is het toe te schrijven aan architect Karel Van Looy, die in Deurne en Hoogstraten zeer sterk gelijkende ontwerpen realiseerde.
In 1946 is naar ontwerp van René Nuyens in het souterrain de toegang met keldervenster vervangen door een poortopening met inrij, in 1948 nog eens verbreed. Het overkoepelde terras tegen de achterbouw is in 1953 overdekt met een plat dak. Het woonhuis in de rij behoort tot een gevelwand samengesteld uit interbellum burgerhuizen en appartementsgebouwen in art-deco- of modernistische stijl, deels onderbroken door naoorlogse invullingen, waarin de gevel zich onderscheidt door de toepassing van gele baksteen, een verzorgde ornamentiek en het fraaie metalen schrijnwerk.
Oorspronkelijk was het appartementsgebouw voorzien van een voortuin met afsluiting, vandaag volledig verhard in blauwe hardstenen tegels. De inrij naar het souterrain uit 1946 is daarbij ingekort. Twee ongelijke traveeën breed en twee bouwlagen hoog onder een gemansardeerd en aan straatzijde met vernieuwde gebakken leien bekleed plat dak, heeft de lijstgevel een parement uit mogelijk heropgevoegde gele platte baksteen, gemetseld in halfsteens verband. Contrasterend zijn de dorpels, lateien, dekstenen, kroonlijsten en ornamentele details uitgevoerd in witte natuursteen of simili. Blauwe hardsteen is aangewend voor de plint, toegangstrap en deurdorpel.
Horizontaal geleed met doorlopende dorpellijsten en lateien, heeft de lijstgevel een asymmetrische compositie van een smalle toegangstravee en een brede venstertravee, uitgevoerd als een boven het souterrain doorlopende en aan één zijde halfrond beëindigde erker, op de zolderverdieping bekroond met een balkon voorzien van bakstenen hoekpost met markant bolvormig topornament. De erker is geopend door een breed centraal venster geflankeerd door een zijlicht in zowel de halfronde als rechte zijde. De lijnvormige sierlijsten in witte natuursteen of simili die de afgeronde erkerhoek benadrukken tussen de verdiepingen zijn herhaald in de teruglopende regels van de fijn gesmede balkonbalustrade. In de borstwering van de eerste verdieping is de erker centraal versierd met een witte natuurstenen paneel met gestileerd zonnemotief in een typerende art-decovormgeving. De lager uitgewerkte, terugspringende toegangstravee heeft een verdiept en met een opvallende witte natuurstenen latei ontlast inkomportaal, bereikbaar langs een blauwe hardstenen trap, waarboven een licht terugwijkende eerste verdieping met smalle vensteropening. De vooruitgeschoven borstwering is geflankeerd door een bakstenen postament met witte natuurstenen console en topstuk, zoals de latei van het inkomportaal verfraaid met bloemen, fruit en loofwerk in hoogreliëf. De eenvoudige natuurstenen of simili kroonlijst is in de toegangstravee geschraagd door een verzorgde kraagsteen. In de pseudomansarde is het brede standvenster dat het balkon ontsluit, voorzien van natuurstenen of simili hoekstenen en een wellicht betonnen kroonlijst, geflankeerd door een eenvoudig zoldervenster met vernieuwde metalen omlijsting.
Het vensterschrijnwerk op de verdiepingen is vervangen, maar het van de bouwtekening uit 1946 afwijkende doch vermoedelijk originele metalen deurschrijnwerk en flankerende vensterrooster, opengewerkt in dynamische driehoek- en spiraalmotieven, is gaaf bewaard. Ook de verzorgde, eveneens rood geschilderde naoorlogse poortvleugels in het souterrain zijn behouden, voorzien van lichten met metalen roosters in een geometrisch, aan de art nouveau refererend motief, ook toegepast in de metalen borstwering van het bovenvenster in de toegangstravee en in de afsluiting tussen het toegangspad en de inrij. De vloer en wanden van het inkomportaal zijn recent bekleed met onaangepaste tegels in een mediterraanse stijl.
Over de plattegrond van het appartementsgebouw zijn geen archiefbescheiden beschikbaar, maar uit de gevelordonnantie kan worden afgeleid dat het de sedert de 19de eeuw in het burgerhuis toegepaste enkelhuisindeling volgt, met naast de zijdelings ingeplante trappenhal in enfilade de leefruimten en slaapkamers, en in de smallere achterbouw de keuken, het pomphuis, de wc en mogelijk een badkamer. Volgens het summiere verbouwingsplan uit 1953 waren zeker dan op zowel de begane grond als de eerste verdieping twee gescheiden appartementen met keuken ingericht, en was op de begane grond naast de achterbouw een veranda met daklicht aanwezig, achteraan met gevelbrede koer die via een trap verbonden was met de tuin.
Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Du Chastellei
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Appartementsgebouw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304906 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.