erfgoedobject

Eclectisch burgerhuis

bouwkundig element
ID
304909
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304909

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Eclectisch burgerhuis
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Half vrijstaand burgerhuis in een pittoreske eclectische stijl, volgens de kadastrale bronnen omstreeks 1914 gebouwd in opdracht van aannemer Jan Baptist (Constant) Van Dooren. Aangenomen kan worden dat hij minstens instond voor de uitvoering, maar mogelijk ook voor het ontwerp. Het burgerhuis maakt deel uit van een gelijktijdig opgetrokken vrijstaande rij van drie aaneengesloten woningen, waarvan het centrale en linkse nummer 36 en 38 een eenheidsbebouwing vormen die in het gevelontwerp en de algemene volumeopbouw afwijken. Het nummer 34 is geïnspireerd op de kort voordien opgetrokken belendende eenheidsbebouwing nummers 30-32, maar sluit in de toepassing van gevelbanden en pseudohijsbalkgaten aan in de rij. In 1947 werden in de venstertravee het bestaande venster en de houten erker op de verdieping na oorlogsschade aangepast tot twee brede vensteropeningen.

Samen met de nummers 30-32 en 36-44 vormt het half vrijstaande woonhuis de oudste, vooroorlogse kern van de Du Chastellei, een opvallend en verzorgd ensemble in een eclectische en cottagestijl die ook de gelijktijdig opgetrokken villa’s langsheen de Bredabaan kenmerken. De bebouwing van de verkavelde gronden van de familie De Vinck-de Wesel tussen de Du Chastellei en de Rerum Novarumlaan, zou zich voornamelijk doorzetten na de Eerste Wereldoorlog met rijwoningen in een veelal conventionele art-deco- of gematigde modernistische stijl.

Als enige in de rij is de oorspronkelijke geklonken metalen afsluiting van de onverhard gebleven voortuin bewaard, voorzien van gebogen regels en versierd met getorste spijlen en opengewerkte toppen, C-krullen en centraal een cirkelmotief.

Rustend op een geprofileerde blauwe hardstenen plint, zijn de gevels opgetrokken uit platvol gevoegde rode baksteen in kruisverband onder een plat dak en boven de toegang onder een afgeknot, met natuurleien gedekt spits dak. Contrasterend zijn witte brikken, roze en gele baksteen aangewend voor de speklagen, de baksteendecoraties en de vensteromlijstingen en borstweringen van de oorspronkelijke vensteropeningen in de toegangstravee. Naast de plint zijn ook de vensterdorpels en toegangstreden en –dorpel uitgevoerd in blauwe hardsteen.

Horizontaal geleed door banden in witte brikken en roze baksteen, heeft de twee traveeën brede en twee bouwlagen hoge lijstgevel een risaliterende venstertravee en een terugspringende toegangstravee, die plaats biedt aan een gesloten maar beglaasd aangepast inkomportaal met een verhoogd bordes. Afgesloten met een bakstenen borstwering en metalen kozijnen onder een met natuurleien gedekt lessenaarsdak, is de toegangstrapconstructie vermoedelijk na oorlogsschade heropgebouwd in beton. De bordesvloer is uitgevoerd in rode keramische tegels. In tegenstelling tot de venstertravee, geopend door twee in 1947 aangepaste brede vensteropeningen, zijn de rondboogopeningen met gele bakstenen borstweringen in de toegangstravee nog oorspronkelijk. De gevels zijn beëindigd met een verzorgde, wit geschilderde houten kroonlijst met tandlijst, in de venstertravee op sierlijke uitgelengde consoles. De fries van het trapvolume is gedecoreerd met pseudohijsbalkgaten. Het afgeknotte spitse dak heeft een met rondboogfronton bekroond zoldervenster.

De vrijstaande, drie traveeën diepe en met geglazuurde dekstenen beëindigde zijgevel heeft in de eerste travee een met witte brikken omlijste oculus. In de twee daaropvolgende, licht risaliterende traveeën is op de verdieping één van de vensteropeningen gedicht. Op de begane grond is de gevel op de muurdammen gedecoreerd met kruisvormige en centraal op de verdieping met geometrisch koppenmotief, dat ook toegepast is in de blinde zijgevel naast het inkomportaal.

Het deur- en vensterschrijnwerk is voor zover zichtbaar volledig vernieuwd. Uit het interbellum of uit 1947 dateren de huidige toegangsdeur met verzorgd metalen deurrooster in een modernistische stijl en de bijhorende diefijzers van het traphallicht en de kelderopening.

Uit een verbouwingsplan van 1987 kan worden afgeleid dat de oorspronkelijke plattegrond de sinds de 19de eeuw in burgerhuizen toegepaste enkelhuisindeling volgt. Op de begane grond bevinden zich achter het inkomportaal met bordes de inkomhal met trap, de keuken en het later tot eethoek omgevormde pomphuis. In de venstertravee zijn daarnaast in enfilade een salon en eetkamer gesitueerd, met achteraan een woonkamer. De naast de smallere achterbouw gelegen koer met schuin ingeplante trappen naar de tuin, is in 1987 vervangen door een nieuwe veranda. Op de verdieping waren omheen de traphal oorspronkelijk minstens drie kamers geschikt.

  • Kadasterarchief Antwerpen, Kadastrale leggers Antwerpen, afdeling XL (Merksem), artikel 2229.
  • Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen Antwerpen, afdeling XL (Merksem), 1914/18.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1974#2725, 1974#7360.
  • HORIONS L., JACOBS E., STEVENS M., VAN LONDERSELE L. e.a. 1992: Merksemse Nostalgie in Prentkaarten, Merksem, 101.

Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Eclectisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304909 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.