is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuis in art-decostijl
Deze vaststelling is geldig sinds
Burgerhuis in art-decostijl, gebouwd voor J. Wyns naar een ontwerp van de lokale architect Jules De Munter uit 1931. In een door gestandaardiseerde tussenoorlogse arbeiders- en meergezinswoningen gedomineerd straatbeeld onderscheidt de gevel zich door zijn verzorgde en meer ornamentele vormgeving.
Van de lokale Merksemse architect en landmeter Jules De Munter, die gevestigd was aan de Frans de l’Arbrelaan 31, zijn enkele uitbreidingswerken aan publieke gebouwen bekend zoals de toegangsvleugel van de Sint-Lutgardisschool in art deco (1931) en de meer functioneel vormgegeven vleugel van het Hospitaal Sint-Bartholomeus. Over de privéwoningen en appartementsgebouwen die hij realiseerde, is tot nog toe weinig bekend. Het ontwerp voor het beeldbepalende hoekgebouw aan de Bredabaan 301 toont aan dat hij evengoed de modernistische vormentaal beheerste. In Antwerpen was hij met zekerheid actief tussen 1929 en 1955.
De voortuin met gekasseid toegangspad is afgebakend door een smeed- en gietijzeren, zwart gelakte afsluiting tussen vernieuwde bakstenen pijlers, gedekt met mogelijk hergebruikte tegels. Aan de zijkanten is het eenvoudige, oorspronkelijke en rondbogig gesmede hekwerk op bakstenen basis bewaard. Aan de straat is de toegangstravee ingevuld met een nieuwe draaivleugel, in vormgeving geïnspireerd op het flankerende en mogelijk nog oorspronkelijke of gerecupereerde gietijzeren hekwerk in geometrische art-decostijl.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een met pannen gedekt zadeldak, waarvan de nok evenwijdig aan de straat gesitueerd is. De lijstgevel kreeg een parement uit rood baksteenmetselwerk met knipvoegen in kruisverband, gecombineerd met een wit geschilderde cementering voor de brede band tussen de verdiepingen, de erker, de geveltop en -bekroningen. Op de begane grond is blauwe hardsteen toegepast voor de trappen, dorpels en de lage plint, die onder de vensteropeningen tot aan de dorpels reikt.
De lijstgevel kent op de gelijkvloerse verdieping een typische asymmetrische compositie van een enkelhuis en kenmerkt zich door een smalle, afwijkend van het goedgekeurde ontwerp rechts en niet links gesitueerde toegangstravee, en heeft op elke verdieping drie rechthoekige openingen. Rechts de toegang met beglaasde gietijzeren luifel onder bovenlicht en vooruitspringend kalf, links twee vensteropeningen. De overgang naar de verdieping is gemarkeerd door een brede band tussen de deurstijl en de vensterdorpels op de verdieping, waarin boven de toegang de naam van de ontwerper geïnscribeerd is ("J. DE MUNTER/BOUWM."). De nadruk ligt op de eerste verdieping met bow-window tussen monumentale versneden hoekpostamenten met decoratief baksteenmetselwerk, die de gevel boven de daklijst bekronen. De erker met drielicht heeft een geprofileerde basis met sierlijst en een centraal decoratief reliëf (gestileerde bloemenkorf), een getrapte fries en is beëindigd door een koperkleurig geschilderde houten lijst. Op de begane grond is het wit geschilderde houten schrijnwerk met glas in lood in de bovenlichten behouden. De vensteropeningen zijn ingevuld met guillotineramen, in de hoeken versierd met geprofileerde consoles. Het schrijnwerk van voordeur, bovenvensters en daklichten is recent vernieuwd. Naast de toegang is het sjabloongeschilderde huisnummer nog aanwezig en is een lantaarn toegevoegd.
Het bouwplan, voor zover en minstens gespiegeld uitgevoerd, volgt de klassieke, sinds de 19de eeuw gangbare enkelhuisplattegrond. De voorbouw omvat in de smalle deurtravee een gang met trappenhuis, en in de brede venstertravee een enfilade van salon en eetkamer waarachter in de lagere achterbouw een keuken en aansluitend pomphuis. Zowel het pomphuis als een kleine, achter de traphal gelegen bergruimte geven uit op de smalle koer die de achterbouw flankeert, en verbonden is met een perceelbreed terras gescheiden van de tuin met trappen. Op de verdieping in de voorbouw verschaft de traphal toegang tot een gevelbrede slaapkamer aan straatzijde en een kleine kamer aan tuinzijde. Op zolder zijn twee kamers ingericht. Onder de voorbouw van de woning situeert zich de kelder met twee grote provisieruimten en twee kolenkelders.
Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Merksem
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304915 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.