Arbeiderswoning met kern daterend van omstreeks 1878, opgetrokken voor de smid Carolus Maximiliaan Somers uit Antwerpen en oorspronkelijk met voortuin, weggenomen bij de verbreding van de straat in 1888. Het maakt deel uit van een reeks nog bewaarde gekoppelde en gespiegelde enkelhuizen van één of twee bouwlagen hoog (nummers 114-124), waarvan behoudens het nummer 118 de bakstenen gevels, het schrijnwerk of de openingen sterk aangepast zijn. In 1920 is volgens de kadastrale bronnen in de tuin een klein, losstaand gebouwtje op nagenoeg vierkante plattegrond toegevoegd, in 1935 met de voorbouw verbonden door een nieuw volume van één travee breed. In 2002 is het aan achterzijde uitgebreid.
In het centrum van Merksem werden einde 19de en begin 20e eeuw talrijke rijen met soortgelijke arbeiderswoningen in eenheidsbebouwing opgetrokken. Kenmerkend zijn de veelkleurige bakstenen lijstgevels, vaak met tegelfriezen boven de vensters. Deze oudere, decoratief meer sobere woning is één van de zeldzame voorbeelden waarvan de exterieure kenmerken goed zijn bewaard.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, typerend voor de enkelhuisindeling, omvat de rijwoning één bouwlaag onder een met mechanische pannen gedekt zadeldak, waarvan de nok evenwijdig aan de straat gesitueerd is. De lijstgevel met hoge plint van gefrijnde blauwe hardsteen is opgetrokken in rood baksteenmetselwerk gemetseld in kruisverband met knipvoeg, later slordig hersteld in het onderste gedeelte van de gevel. De gevel is opengewerkt door rechthoekige openingen met rechts de toegang en links een vensteropening, beide onder betonnen lateien die de oorspronkelijke, vermoedelijk houten exemplaren vervangen. Blauwe natuursteen is aangewend voor de afgeronde toegangstrede en de vensterdorpel. De gevel is beëindigd met een geprofileerde, wit geschilderde houten kroonlijst. Het oudere, vooroorlogse en thans grijs geschilderde deur- en vensterschrijnwerk is gaaf bewaard. De paneeldeur heeft een geprofileerde latei met tandlijst en centrale diamantkop, waarboven een met gehamerd glas ingevuld bovenlicht. Het guillotineraam met tussenregel voorzien van paneelwerk, rustend op consoles met guttae en peerkraalmotief, heeft een vernieuwde rolluik. Op de zolderverdieping zijn boven de dakgoot twee dakvlakvensters toegevoegd.
De oorspronkelijke plattegrond kan worden afgeleid uit het verbouwingsplan van 2002, en toont de indeling van een arbeiderswoning met vooraan een kleine, mogelijk later toegevoegde inkomhal, die uitgeeft op een voor- en achterkamer met in de hoek de trap naar de zolderverdieping. In de niet oorspronkelijke achterbouw onder plat dak met daklichten zijn de oudste en later uitgebreide volumes uit 1920 en 1935 nog herkenbaar. De zolderruimte is opgedeeld in twee door een gang gescheiden kamers, waaraan in 2002 een kamer is toegevoegd boven de achterbouw.
- Kadasterarchief Antwerpen, Leggers Antwerpen, afdeling XLI (Merksem), artikel 299, 694.
- Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen Antwerpen, afdeling XLI (Merksem), 1878/14, 1888/7, 1920/18 & 1935/32.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossier 103#437.