is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Woning Jozef Nolf
Deze vaststelling is geldig sinds
Burgerhuis in zakelijke art deco, opgetrokken naar een ontwerp van architectenbureau Vincent Cols en Jules De Roeck van 1932, in samenwerking met de Merksemse architect Jules De Munter. De woning werd gebouwd in opdracht van de op de Bredabaan 415 wonende senator (Jan) Jozef F. Nolf (1870-1933), die van 1921 tot aan zijn dood burgemeester van Merksem was.
Associés van 1912 tot 1965, realiseerden Vincent Cols en Jules De Roeck een omvangrijk en verscheiden oeuvre, vooral op het vlak van de woningbouw en de bedrijfsarchitectuur. Tijdens het vroege interbellum kenmerkte hun productie aan burgerhuizen en villa's voor een bemiddeld cliënteel zich door een behoudende of traditionele vormgeving. In de jaren 1930 ontplooiden zij echter een moderne, functioneel-zakelijke aanpak van de art deco, waarvoor de woning Nolf representatief is. De rijwoningen van het architectenbureau die we kennen uit deze periode beantwoorden grosso modo aan eenzelfde gevelopzet, waarin een tweeledige opbouw van de gevel geaccentueerd wordt door een erker in de vensteropbouw, en donkere baksteenparementen worden afgewisseld met natuurstenen vlakken. De woning Nolf werd in het voorbeeldboek dat over de architectenpraktijk werd gepubliceerd, geïllustreerd met twee platen.
Cols en De Roeck werkten regelmatig samen met andere architecten; in dit geval was er een samenwerking met Jules De Munter. Van de lokale Merksemse architect en landmeter Jules De Munter, die gevestigd was aan de Frans de l’Arbrelaan 31, zijn enkele uitbreidingswerken aan publieke gebouwen in zijn thuisgemeente Merksem bekend zoals de toegangsvleugel van de Sint-Lutgardisschool in art deco (1931) en de meer functioneel vormgegeven vleugel van het Hospitaal Sint-Bartholomeus. Over de privéwoningen en appartementsgebouwen die hij realiseerde, is tot nog toe weinig bekend. Het ontwerp voor het beeldbepalende hoekgebouw aan de Bredabaan 301 in Merksem toont aan dat hij even goed een vooruitstrevende modernistische vormentaal beheerste. In het Antwerpse was hij met zekerheid actief tussen 1929 en 1955.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een plat dak, ter hoogte van het trappenhuis geopend door een beglaasd plat dak. De lijstgevel heeft een parement in witte natuursteen op een blauwe hardstenen plint voor de twee onderste bouwlagen, en een contrasterend donker baksteenmetselwerk voor de bovenverdieping. Hoewel de deur- en de venstertravee even breed zijn, legt de compositie de klemtoon op de venstertravee rechts, die wordt gemarkeerd door een over de twee eerste bouwlagen oplopende, rechthoekige erker, subtiel mee opgenomen in het natuurstenen parement. Het vlakke parement heeft geen decoratie, met uitzondering van de typisch horizontale accenten gevormd door de hardstenen lekdrempels op elke bouwlaag. Een eenvoudige houten gootlijst zoomt de lijstgevel af. Op elke bouwlaag regelmatig geplaatste, brede rechthoekige vensteropeningen zonder omlijsting; het stalen vensterschrijnwerk is vernieuwd. De vrij brede deur zit in een verdiept rechthoekig portaal met bescheiden luifel, en is links geflankeerd door een zijlicht. Het strakke, horizontaliserende traliewerk van deur en zijlicht in art-decostijl lijken origineel, hoewel de vormgeving afwijkt van het ontwerp in het bouwdossier, waar een gekruist traliewerk wordt weergegeven. Vermeldenswaard is de ijzeren voortuinafsluiting op hardstenen basis die de nog steeds onverharde voortuin afzoomt, een authentiek straatbeeldelement dat zeldzaam is geworden. De achtergevel kreeg een functioneel bakstenen parement met rechthoekige muuropeningen.
De plattegrond van deze volledig onderkelderde burgerwoning is georganiseerd rond de grote rechthoekige traphal met bovenlicht, die het centrum van de woning uitmaakt, en zich op het middenplan bevindt. De traphal, met omlopende, strak vormgegeven houten bordestrap is in het voorbeeldboek van Cols en De Roeck met een aparte plaat geïllustreerd. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan de inkom, geflankeerd door een smalle spreekkamer links en een grotere zitplaats rechts. Vanuit de inkom komt men terecht in de monumentale traphal met vestiaire. Aan tuinzijde bevinden zich de grote en de kleine eetkamer, met daarachter, in een smallere en lagere uitbouw, de keuken. Deze lagere aanbouw werd in 1969 aangepast. Tussen kleine eetkamer en keuken was een office gesitueerd, en een trap die de kelder bedient, waar zich ruime provisie-, kolen- en wijnkelders bevinden. Van de verdiepingen zijn geen plattegronden ingesloten in het bouwdossier; wellicht bevinden zich daar de slaap- en badkamers.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Merksem
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning Jozef Nolf [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304928 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.