is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Modernistisch appartementsgebouw
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Neotraditionele gevelwand
Deze vaststelling is geldig sinds
Appartementsgebouw in een opmerkelijke combinatie van een gematigde modernisme en een neotraditionele stijl, omstreeks 1938 opgetrokken naar een ontwerp van Carlo Van Grimbergen (zie deels beschadigde gevelinscriptie rechts boven de winkelpui). Opdrachtgever voor het opbrengsteigendom was bakker Ludovicus Heylen-Gillis, die zelf met zijn gezin aan de Kroonstraat in Borgerhout woonde. Volgens de kadastrale bronnen werd het gebouw, gelegen tegenover de in 1945 door een V-bom sterk beschadigde Sint-Bartholomeuskerk, in 1946 ‘geheel hersteld’ van oorlogsschade.
De rijwoning behoort tot de uit het interbellum daterende verkaveling van de zuidzijde van de Sint-Bartholomeusstraat tussen de Frans de l’Arbrelaan en de Trammezandlei, die samen ging met een ingrijpende heraanleg van de ruimere omgeving en waarbij de overwegend neotraditionele bebouwing tegenover de Sint-Bartholomeuskerk een passend historiserend kader moest scheppen. Stilistisch refereren deze ontwerpen sterk aan de contemporaine wederopbouwarchitectuur toegepast in vele door de Eerste Wereldoorlog getroffen stads- en dorpskernen. Het ontwerp voor het nummer 9 valt op door het gebruik van een modernistische vormentaal met een gestroomlijnde, vooruitspringende halfronde erker met balkons, die door het materiaalgebruik (roodbruine baksteen met witte natuurstenen accenten) en door toevoeging van een neotraditioneel vormgegeven gevelpunt aansluit bij de omringende gevelwand.
Carlo Van Grimbergen vestigde zich in 1937 met een eigen bureau in Kapellen. Het gematigd modernistische ontwerp voor de Sint-Bartholomeusstraat 9 is, net als dat van het verderop gelegen appartementsgebouw aan de Bredabaan 293-299, illustratief voor zijn vroege, vooroorlogse oeuvre. Tijdens de jaren 1950 werd hij vooral bekend als ontwerper van traditionalistische villa's onder rieten dak, waaronder de in 1954 met de Antwerpse Houtprijs voor Architectuur bekroonde villa "Hertenren" in Brasschaat.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat het appartementsgebouw vier bouwlagen onder een plat dak (toegangstravee en achterbouw) en een met pannen gedekt zadeldak waarvan de nok haaks op de straat georiënteerd is (venstertraveeën voorbouw). Rechts is de lijstgevel bekroond door een manke puntgevel, die met een schouderstuk rust op het verhoogde entablement van de toegangstravee. Boven een op een blauwe natuurstenen dorpel rustend parement uit travertijn voor de winkelpui, is de gevel opgebouwd uit roodbruine, platte baksteen gemetseld in Vlaams verband met Dudokvoeg (dieperliggende lint- of schaduwvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen). Contrasterend is witte natuursteen toegepast voor het rechtse gevelvlak op de verdiepingen, de vensterposten, de balkons, de kroonlijsten, de schouderstukken, dorpels, dekstenen en de gevelpunt. Beige geglazuurde steen, in kleur aansluitend bij de witte natuursteen, is aangewend voor de als doorlopende erkerlijsten uitgewerkte vensterdorpels en bovenlateien.
De pui is opgedeeld in een smalle toegangstravee, die de appartementen ontsluit, en een brede venstertravee met winkelraam. Het accent ligt op de verdiepingen, uniform gevat in een gevelbrede en -hoge, vooruitgeschoven en schuin uitlopende erker met halfronde beëindiging, die in de uiterst rechtse, opengewerkte travee op elke verdieping een balkon draagt en overluifelt. De balkons zijn verbonden door een eenvormig doorlopend parement uit witte natuursteen met balkondeur. De links flankerende, opengewerkte vensterpartijen, waarvan de borstweringen reiken tot aan de handlijst van de balkonbalustrades, lopen door in de erkerzijden en zijn opgedeeld door een enkele witte natuurstenen vensterpost, die de opdeling tussen de toegangstravee en venstertravee op de begane grond herhaalt. De witte natuurstenen, getrapte gevelrand omsluit een gevelpunt geopend met een smal rechthoekig raam gevat tussen een zeshoekige dorpel en latei, zoals de vensteropeningen in de toegangstravee omgeven door eenvoudige subtiele negblokken. De bovendorpel draagt een kettingboogvormige bakstenen sokkel voor een beschadigde, onvolledige gevelpunt.
Het deur- en vensterschrijnwerk en de balustrades, oorspronkelijk in hout en/of staal vervaardigd, zijn volledig vervangen door exemplaren in aluminium.
Door het ontbreken van een oorspronkelijk of verbouwingsplan, zijn over de indeling van het appartementsgebouw geen archiefbescheiden voorhanden. Van de gevels en bouwvolumes kan worden afgelezen dat de oorspronkelijke handelsruimte op de begane grond, voorzien van een achtergelegen tuin, bekroond is met telkens één appartement per verdieping, ontsloten door een trapzaal onder daklicht in de linkse toegangstravee. Boven de venstertravee bevindt zich onder het zadeldak een beperkte zolderruimte. De diepe appartementen hebben blinde scheimuren en een getrapte achterbouw, verlicht door vensterpartijen in de achter- en zijgevels.
Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Neotraditionele gevelwand
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Modernistisch appartementsgebouw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304938 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.