is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuis in neotraditionele stijl
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Neotraditionele gevelwand
Deze vaststelling is geldig sinds
Burgerhuis met achterliggende werkplaats in neotraditionele stijl, gebouwd omstreeks 1931 naar een ontwerp van de Merksemse steenkapper, beeldhouwer, bouwkundige en veelzijdig ontwerper Louis Verbaendert (1896-1977), die in 1927 aan de Bredabaan 811 een marmerbedrijf oprichtte en ook verantwoordelijk is voor het ontwerp van de burgerhuizen aan de Du Chastellei 33 en de Sint-Lutgardisstraat 40. De opdrachtgever was Charles (Karel) Adriaenssens, die aanvankelijk gevestigd was aan de Borrewaterstraat in Merksem en in een bouwaanvraag uit 1946 vermeld is als 'aannemer'. In 1945 is ten gevolge van oorlogsschade de oorspronkelijk meer uitgesproken neobarokke geveltop aangepast met een nieuw en in 1952 bijkomend verlaagd drielicht, waarbij het burgerhuis omgevormd is tot meergezinswoning met nieuwe achterbouw en zolderverdieping onder plat dak. In 1964 zijn op de tweede en derde verdieping een badkamer en terras toegevoegd, en in 1967 is de open koer overdekt.
De grote rijwoning behoort tot de uit het interbellum daterende verkaveling van de zuidzijde van de Sint-Bartholomeusstraat tussen de Frans de l’Arbrelaan en de Trammezandlei, die samen ging met een ingrijpende heraanleg van de ruimere omgeving en waarbij de overwegend neotraditionele bebouwing tegenover de Sint-Bartholomeuskerk een passend historiserend kader moest scheppen. Stilistisch refereren deze ontwerpen sterk aan de contemporaine wederopbouwarchitectuur toegepast in vele door de Eerste Wereldoorlog getroffen stads- en dorpskernen. Het ontwerp van Verbaendert voor het nummer 11 sluit op de gevelwand aan door het gebruik van bruine baksteen in combinatie met witte natuurstenen elementen, en valt op door een eerder sobere en door de verbouwing uit 1945 afgezwakte op de neobarok geïnspireerde stijl, ook toegepast in de geveltop van de nummers 1 en 3, daar waar de nummers 19 en 29 een ornamenteel rijkere neo-Vlaamserenaissance-stijl hanteren.
Met een gevelbreedte van twee traveeën omvat de deels onderkelderde rijwoning drie bouwlagen onder een met natuurleien gedekt en uit 1945 daterend pseudomansardedak met in het verlengde een plat dak, ter vervanging van het oorspronkelijke zadeldak. Boven de hoge blauwe hardstenen plint, heeft de gevel een polychroom parement uit roodbruin baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, en een contrasterende toepassing van witte natuursteen voor onder meer de deuromlijsting, het entablement van de pui, de ontlasting van de poort, de erkerbasis, ketting- en hoekstenen, negblokken, middenstijlen, vensterdorpels, lateien, pseudohijsbalkgaten, postamenten, schouderstukken, consoles en dekstenen. Blauwe natuursteen is aangewend voor de in de plint verwerkte, lager geplaatste deur- en vensterdorpels.
Axiaal opgebouwd, beantwoordt de gevelopstand aan een onregelmatig schema van gevelopeningen onder witte natuurstenen lateien. De asymmetrische compositie van een smalle poorttravee en een brede venstertravee (hier met voordeur), is typerend voor het enkelhuistype. De uiterst rechtse poorttravee met doorgang naar de achterliggende werkplaats, is uitgewerkt als lijstgevel met in de pseudomansarde een rechthoekig standvenster, ter hoogte van de verdiepingen geopend met regelmatige tweelichten en onder de met kunststof beklede kroonlijst versierd met gestileerde decoratieve pseudohijsbalkgaten. De flankerende brede travee met klokgevel kent op elke verdieping een andere vormgeving. De pui is verdeeld door een rondboogvormige toegang met brede, kwartholle omlijsting en sluitsteen versierd met medaillon en schelpmotief, en in de linkse traveeën door twee enkelvoudige vensteropeningen. De verdiepingen, gevat tussen witte natuurstenen postamenten, zijn gemarkeerd door een verjongende driezijdige erker met trapezoïdale plattegrond en op een getrapte en met loofwerk versierde basis. Het klokvormige erkerdak is in 1945 vervangen en verlaagd, wanneer ook de geveltop aangepast is met behoud van de oorspronkelijke voluutvormige schouderstukken. Oorspronkelijk voorzien van een oculus en beëindigd met een voluutvormig gebogen fronton, is het sinds 1945 geopend door een drielicht en is de klokvormige bekroning gedekt met witte natuursteen onder driehoekige consoles.
Het venster- en poortschrijnwerk is volledig vernieuwd, maar de wit geschilderde toegangsdeur met oorspronkelijke deurgreep en blauw geschilderd metalen deurrooster is gaaf bewaard, deze laatste met door C-krullen omgeven centraal medaillon, waarin het monogram van de bouwheer.
Het oorspronkelijke bouwplan toont een gelijkvloerse verdieping volledig ingenomen door de bedrijfsruimte voor de aannemer-bouwheer, met in de brede linkse travee naast de inkomhal een bureel en magazijn en achter de inkomhal een garage uitgevend op de open koer, bereikbaar langs de inrij in de poorttravee en met achteraan een ruim werkhuis met toilet. Op de verdiepingen wordt de volledige perceelbreedte ingenomen, waarbij de eerste verdieping als bel-etage werd ingericht, met de woonruimtes van de eigenaar. De kamers zijn georganiseerd rond de centrale bordestrap, met op de eerste verdieping in de erkertravee een salon en eetkamer in enfilade, en in de poorttravee een keuken en washuis, waarachter een ruim terras met een buitentrap uitgevend op de lagergelegen koer. De tweede verdieping herbergde oorspronkelijk vier kamers, wellicht slaapkamers, en op de oorspronkelijke zolder waren nog eens twee ruimten ingericht. Enkel de bedrijfsruimten in de brede linkertravee zijn onderkelderd, met onder de inkomhal een kolenkelder, en daarnaast vier gescheiden opslagkelders.
In 1945 is het woonhuis aangepast tot appartementsgebouw met boven de ongewijzigde begane grond telkens één wooneenheid per verdieping, in de linkse travee ingericht met slaap- en eetkamer, en in de rechtse travee met een salon en keuken. Daarbij is de zolderverdieping, oorspronkelijk onder zadeldak, uitgebreid en onder plat dak gebracht, en is een achterbouw toegevoegd met pomphuis en wc, op de eerste verdieping met bijkomende slaapkamer en badkamer. Op de tweede en derde verdieping is deze achterbouw in 1964 uitgebreid met een badkamer en terras. In 1967 is de koer herbestemd als overdekt magazijn, waarbij de buitentrap naar de verdieping is gesloopt.
Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Neotraditionele gevelwand
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in neotraditionele stijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304939 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.