erfgoedobject

Art-decoburgerhuis

bouwkundig element
ID
304944
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304944

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Art-decoburgerhuis
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Neotraditionele gevelwand
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Burgerhuis in art-decostijl, in 1933 opgetrokken (zie jaartalsteen in de top) voor de Merksemse 'meester-maalder' Karel Alfons Foblets-Carrez. Het oprichtingsplan is niet bewaard, waardoor de ontwerper niet gekend is. Volgens de kadastrale bronnen werd het in 1946 'geheel hersteld'. Het burgerhuis behoort tot de uit het interbellum daterende verkaveling van de zuidzijde van de Sint-Bartholomeusstraat tussen de Frans de l’Arbrelaan en de Trammezandlei, die samen ging met een ingrijpende heraanleg van de ruimere omgeving en waarbij de overwegend neotraditionele bebouwing tegenover de Sint-Bartholomeuskerk een passend historiserend kader moest scheppen. Stilistisch refereren deze ontwerpen sterk aan de contemporaine wederopbouwarchitectuur toegepast in vele door de Eerste Wereldoorlog getroffen stads- en dorpskernen. Het ontwerp voor het nummer 25 valt in de gevelwand op door de toepassing van een meer uitgesproken art-decostijl met een verzorgde witte natuurstenen ornamentiek, die zich in de neotraditionele rij inpast door het materiaalgebruik enerzijds en de toepassing van een klokgevel anderzijds.

Met een gevelbreedte van twee traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak, waarvan de nok evenwijdig aan de straat georiënteerd is. Boven de sterk geprofileerde blauwe hardstenen plint, heeft de klokgevel een polychroom parement uit platvol gevoegd rood baksteenmetselwerk in kruisverband, gecombineerd met witte natuursteen voor onder meer de omlijstingen van de bovenlichten, de dorpels, de lateien, de erkerbasis met consoles, de vensterstijlen, de kroonlijsten, de postamenten en de gevelbekroning.

Axiaal opgebouwd, beantwoordt de gevelopstand aan een onregelmatig schema van gevelopeningen met zeshoekige bovenlichten onder witte natuurstenen ontlastingen. De klokgevel, die op elke verdieping een andere indeling kreeg, heeft een voor het enkelhuis typerende asymmetrische compositie met een smalle toegangstravee en een brede venstertravee. Op de begane grond is de toegang, gemarkeerd door een opvallend witte natuurstenen kalf, geflankeerd door twee vensteropeningen. In de borstweringen risaliteert de geblokte plint met sokkel en loopt ze door tot aan de vensterdorpels met centraal druipgat. Het accent ligt op de verdiepingen, gevat tussen schijnpostamenten van verticaal over de gevel lopende halfronde gecanneleerde lijsten tussen consoles met guttae, ter hoogte van de bovenlichten van de tweede verdieping uitgewerkt als geprolongeerde steunen voor de schouderstukken, die beëindigd zijn met sterk uitkragende houten kroonlijsten. Op de eerste verdieping rust een centrale driezijdige erker op gecanneleerde consoles, versierd met gestileerde guttae en kraallijsten. De smalle rechthoekige erkerlichten hebben in de bovenlatei een tandlijst, ook toegepast in het bovenlicht. De erker draagt het balkon van de tweede verdieping, dat ontsloten is door een centraal in een drielicht gelegen balkonvenster. Het is afgesloten door een fraaie smeedijzeren balustrade met waaiervormig patroon, dat herhaald is in de witte natuurstenen borstwering van het bovenlicht. De topgevel heeft een witte natuurstenen omlijsting waarin bovenaan het oprichtingsjaartal 1933 gebeiteld is, een voluutvormige bekroning met schijfmotieven en een balkvormig topornament.

Het houten schrijnwerk lijkt volledig vernieuwd. Het raam in het bovenvenster toont nog de oorspronkelijke roedeverdeling.

Uit de gevelindeling en de verbouwingsplannen kan worden afgeleid dat het volledig onderkelderde burgerhuis de sinds de 19de eeuw gangbare enkelhuisindeling volgt. Naast de zijdelings ingeplante inkomhal met trap in de linkse travee, bevinden zich op de begane grond in enfilade twee salons. Op de verdiepingen zijn telkens twee kamers geschikt rond de traphal, waarvan op de eerste verdieping de scheidswand verwijderd werd. De oorspronkelijke achterbouw, traditioneel op de begane grond de keuken en het pomphuis huisvestend en op de verdieping de badkamer, is in verschillende fasen verbouwd en uitgebreid.

  • Kadasterarchief Antwerpen, Leggers Antwerpen, afdeling XL (Merksem), artikel 5329.
  • Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen Antwerpen, afdeling XL (Merksem), 1933/127.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1974#2424 & 3170#81.

Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Neotraditionele gevelwand


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Art-decoburgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304944 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.