erfgoedobject

Burgerhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl

bouwkundig element
ID
304946
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304946

Juridische gevolgen

Beschrijving

Burgerhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl, gebouwd naar een ontwerp van de Merksemse bouwkundige L. Gorremans uit 1931. Behoudens enkele verbouwingswerken in Antwerpen tijdens de jaren 1930 is over deze architect nagenoeg niets met zekerheid bekend. De opdrachtgever was Em(iel) Baets, die woonde aan de Minister Schollaertstraat 41 in Merksem. In 1935 is het burgerhuis omgevormd tot meergezinswoning en is de achterbouw verhoogd met een bijkomende keuken, bijkeuken en wc. In 1953 is de zolderverdieping aangepast tot een volwaardige tweede verdieping met appartement. Het oorspronkelijke drielicht in de voorgevel is daarbij vervangen door een breder, met twee smalle zijramen geflankeerd centraal venster, en de geveltop is verhoogd naar bestaand model, en voorzien van een klein zoldervenster. In 1958 is de garage op de begane grond aangepast tot living, waarbij de poortopening op de begane grond omgevormd is tot raam. In 1994 en 2001 zijn het terras op de begane grond overdekt en de duiventil achteraan in de tuin verbouwd tot bergplaats.

Het burgerhuis behoort tot de uit het interbellum daterende verkaveling van de zuidzijde van de Sint-Bartholomeusstraat tussen de Frans de l’Arbrelaan en de Trammezandlei, die samen ging met een ingrijpende heraanleg van de ruimere omgeving en waarbij de overwegend neotraditionele bebouwing tegenover de Sint-Bartholomeuskerk een passend historiserend kader moest scheppen. Stilistisch refereren deze ontwerpen sterk aan de contemporaine wederopbouwarchitectuur toegepast in vele door de Eerste Wereldoorlog getroffen stads- en dorpskernen. Het ontwerp van Gorremans valt in de gevelwand op door het gebruik van een historiserende bak- en zandsteenarchitectuur, ook toegepast in de belendende panden, maar in het nummer 31 in een meer sobere, contemporaine vormgeving met conventionele art-deco-inslag en verzwakt door de aanpassing van de gevel in 1953.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvatte de slechts deels onderkelderde rijwoning oorspronkelijk twee bouwlagen waarboven een zadeldak met geglazuurde pannen, in 1953 aangepast tot drie bouwlagen onder een met pannen gedekt schilddak, waarvan de nok haaks op de straat gesitueerd is. De in 1935 en 1953 telkens met één bouwlaag verhoogde achterbouw is gesitueerd onder een plat dak. Boven de plint in blauwe hardsteen, heeft de gevel een parement uit roodbruin baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, en een contrasterende toepassing van witte natuursteen voor onder meer de puilijst, venster- en deuromlijstingen, negblokken, middenstijlen, lateien, onder- en bovendorpels, de erkerbasis, de consoles en de geveltopstukken. Blauwe hardsteen is minstens toegepast voor de deels uit 1953 daterende plint.

Op de begane grond is de halfronde toegang geflankeerd door een korfboogvormig, in 1958 tot venster omgevormde poortopening. Het accent ligt op de nog oorspronkelijke eerste verdieping, met een door twee smalle vensteropeningen met bovenlicht geflankeerde centrale driezijdige erker op getrapte basis, bekroond door met natuurleien bekleed dak. De uit 1953 daterende tweede verdieping herhaalt het gevelschema van de ondergelegen bouwlaag. Het is gevat tussen overhoekse postamenten op de nog uit 1931 daterende geprofileerde consoles met druipmotief, en bekroond door een aangepaste trapgevel met hoekstenen en overhoeks fioel in de top. Postamenten en fioel hebben een bolvormig topstuk, daterend van 1953. De balklagen tussen de verdiepingen zijn nog aangegeven door de oorspronkelijke verzorgde versierde ankers in een historiserende vormgeving.

Het deur- en vensterschrijnwerk, volgens het bouwplan oorspronkelijk met glas in lood in de bovenlichten, is volledig vervangen.

Aanvankelijk opgetrokken als ééngezinswoning maar thans één appartement per verdieping tellend, toont het oorspronkelijke bouwplan de toepassing van de traditionele enkelhuisindeling. Op de begane grond was afwijkend een hal met poortopening ingericht die rechtstreeks uitgaf op de open koer, geflankeerd door een smallere en achter de zijdelings ingeplante inkom- en traphal gelegen achterbouw met keuken, pomphuis, wc en bergplaats. Reeds voor 1953 werd een veranda toegevoegd achter de garage en is een deel van de keuken ingericht als woonkamer. Op de eerste en zolderverdieping waren telkens twee kamers ingericht, in 1935 en 1953 omgevormd tot volwaardige appartementen met eigen keuken en sanitair. Slechts de gang is onderkelderd.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers 103#165, 103#4329, 103#6999, 103#7296, 103#6308, 1974#700, 1974#731.

Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Neotraditionele gevelwand


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304946 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.