is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Modernistisch burgerhuis
Deze vaststelling is geldig sinds
Modernistisch burgerhuis, in 1936 gebouwd in opdracht van Laurentius Ludovicus Maes–De Schutter samen met het aanpalende opbrengsteigendom nummer 18, beide naar een ontwerp van de Merksemse architect Rik Maes (zie gevelinscriptie links boven de toegang). Over de aard van de vermoedelijke familiale verwantschap tussen de architect en de oorspronkelijke bouwheer, is verder niets bekend. Uit andere bouwdossiers van de architect kan afgeleid worden dat hij zeker in 1948 zelf in de woning op nummer 16 resideerde.
Behoudens naoorlogse invullingen ten gevolge van aanzienlijke oorlogsschade door de inslag van een V-bom in 1945, is de oorspronkelijke interbellumbebouwing van één- en meergezinswoningen met voortuin in een gevarieerde, doch veelal conventionele modernistische en art-decostijl relatief gaaf bewaard gebleven in de Sint-Lutgardisstraat. De woning vormt een geheel met het links belendende nummer 18, eveneens naar ontwerp van Rik Maes, dat in de zuidoostwand een reeks van drie aaneensluitende appartementsgebouwen beëindigt met een gelijke verdieping- en kroonlijsthoogte, een souterrain met verhoogde begane grond en afwisselende erker- en toegangstraveeën, net als het nummer 16 gekenmerkt door een in het straatbeeld opvallende, meer uitgesproken modernistische vormgeving.
Rik (Hendrik L.F.) Maes is vooral bekend voor zijn deelname aan enkele vernieuwende, naoorlogse en op de CIAM-principes stoelende modernistische sociale woningbouwprojecten op het Antwerpse Kiel. Voor het ontwerp van het wooncomplex aan de Jan De Voslei en de Boomsesteenweg, en de buurteenheid aan de Zaanstraat, werkte hij samen met respectievelijk Jos Smolderen en Renaat Braem, waarin hij zeker in het eerste geval voornamelijk de technische aspecten voor rekening zou hebben genomen. Het modernistische ontwerp aan de Sint-Lutgardisstraat 16 illustreert zijn vooroorlogse oeuvre, en sluit in vormgeving en materiaalgebruik sterk aan bij de privéwoning aan de Leuvensevest die hij kort nadien realiseerde. De hoogbouw op de hoek van de Antwerpse Carnot- en Ommeganckstraat, resultaat van een samenwerking met Jan Smits, toont echter aan dat hij ook in die periode een meer doorgedreven modernisme hanteerde.
De voortuin is in de naoorlogse periode reeds volledig aangepast met een nieuwe verharding en toegangstrap. Twee ongelijke traveeën breed en twee bouwlagen hoog onder een plat dak, heeft de lijstgevel boven de blauwe hardstenen plint, ook toegepast voor het souterrain, in de pui een parement uit witte natuursteen. De verdieping is opgebouwd uit gele platte baksteen met Dudokvoeg (dieperliggende lint- of schaduwvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen), gemetseld in kettingverband. Witte natuursteen is verder ook toegepast in de erker van de verdieping, de decoratie van het entablement, en voor de dekstenen.
De lijstgevel met centraal risaliet gemarkeerd door een inspringende gevelbeëindiging, is gekenmerkt door een sterke volumewerking en een uitgesproken horizontale geleding door de toepassing van vooruitspringende luifels, lateien, en waterlijsten. De pui heeft een asymmetrische compositie van een smalle toegangstravee en een brede venstertravee, waarin de overluifelde openingen telkens voorzien zijn van een bovenlicht. Naast de linkse, licht verdiepte toegang gaat de aandacht naar de venstertravee met een sterk vooruitspringende driezijdige en volledig opengewerkte erker op rechthoekige plattegrond, die de poortopening van het souterrain volgt en bekroont. De luifel van deze hoger geplaatste erker is uitgewerkt als doorlopende waterlijst die het bovenlicht van de inkom doorsnijdt en fungeert als geprofileerde bovenlatei van het links flankerende, smalle en verdiepte traphallicht. De pui is bijkomend afgelijnd met een cordonlijst die de overgang tussen de verdiepingen benadrukt en de bovenlichten van de inkom en de erker ontlast. Daarop rust de centrale, terugspringende en gevelbrede rechthoekige witte natuurstenen erker van de verdieping, die tussen de doorlopende vensterdorpels en de luifel geopend is met een centraal breed liggend venster, geflankeerd door twee schuin geplaatste zijlichten met zware tussendorpel. In het hoge entablement zijn de hoeken van het lager beëindigde centrale risaliet bijkomend benadrukt met regelmatig boven elkaar uitgespaarde koppen, en in de aansluitende gevelvlakken licht vooruitspringende witte natuurstenen lijsten. De geveltop met aan weerszijden verhoogde baksteenposten is gedekt met witte natuursteen.
Het poort-, deur- en vensterschrijnwerk is volledig vernieuwd. Over de plattegrond van het burgerhuis zijn geen archiefbescheiden voorhanden.
Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Sint-Lutgardisstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Modernistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304948 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.