erfgoedobject

Modernistische meergezinswoning

bouwkundig element
ID
304951
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304951

Juridische gevolgen

Beschrijving

Modernistische meergezinswoning met groene cimorné-afwerking, in 1936 gebouwd in opdracht van 'natiebaas' Hendrik Matthijs-Martens. Het oorspronkelijke bouwdossier is niet bewaard, waardoor de ontwerper niet gekend is. Volgens de kadastrale bronnen is het in 1946 'geheel hersteld'. In 1951 is de achterbouw verhoogd met een keuken en toilet voor het appartement op de tweede verdieping. Behoudens naoorlogse invullingen ten gevolge van aanzienlijke oorlogsschade door de inslag van een V-bom in 1945, is de oorspronkelijke interbellumbebouwing van één- en meergezinswoningen met voortuin in een gevarieerde, doch veelal conventionele modernistische en art-decostijl relatief gaaf bewaard gebleven in de Sint-Lutgardisstraat. Het nummer 22 beëindigt in de zuidoostwand een reeks van drie aaneensluitende, stilistisch meer uitgesproken modernistische appartementsgebouwen met een gelijke verdieping- en kroonlijsthoogte, een souterrain met verhoogde begane grond en afwisselende erker- en toegangstraveeën.

Met uitzondering van de heropgebouwde afsluitmuur, is de voortuin met plantvakken en trapwangen in gele baksteen behouden, vermoedelijk ten gevolge van oorlogsschade lokaal hersteld met cementpleister. Uitzonderlijk is de oorspronkelijke verharding in rood en geel gebakken tegels bewaard.

Twee ongelijke traveeën breed en drie bouwlagen hoog onder een plat dak, heeft de lijstgevel een parement uit gele platte baksteen met Dudokvoeg (dieperliggende lint- of schaduwvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen), gemetseld in halfsteens verband. Contrasterend zijn de deuromlijsting, de vensteromlijstingen, -lateien en –posten, de console en hoek van de erker, en de sierlijst boven de toegang uitgevoerd in witte natuursteen, gecombineerd met een donkergroene cimorné-afwerking in de erkerbasis en omheen de patrijspoortvensters. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de lage plint van het bordes en de dekstenen van de gemetselde toegangstrapwangen. Geglazuurd gebakken zijn de zwarte vensterdorpels en dekstenen die de gevel beëindigen.

De lijstgevel heeft een asymmetrische compositie van een smalle toegangstravee die de gemeenschappelijke traphal huisvest, en een brede venstertravee die de leefruimten van de appartementen verlicht. Op de verhoogde begane grond, bereikbaar langsheen een getrapte bakstenen trap waarvan de treden bekleed zijn met rood gebakken tegels, is de verdiepte toegang voorafgegaan door een besloten bordes. De rechthoekige opening rust tegen de venstererker met een vooruitgeschoven hoek, ondersteund door een opvallende gebogen witte natuurstenen dagkant. Aan andere zijde is de toegang boven de eenvoudige, witte natuurstenen brievengleuf omgeven door een verdiept en met gehamerd glas ingevuld zij- en bovenlicht. Twee patrijspoortvensters openen op de verdieping een gevelvlak afgewerkt met groene cimorné, afgelijnd door een gebogen en geprofileerde witte natuurstenen sierlijst waarvan de getrapte en met bolornament versierde kraagsteen op de latei van het deurlicht rust. De venstertravee is boven het souterrain ingenomen door een uitkragende gesloten erkerpartij op rechthoekige plattegrond, benadrukt met groene cimorné in de basis en een witte natuurstenen erkerhoek. De poortopening in het souterrain heeft uitwaaierende gebogen bakstenen dagkanten, en de erker is geopend met regelmatige bandramen, op de hoeken verdeeld door witte natuurstenen posten.

In de toegangstravee is het met gehamerd glas ingevulde schrijnwerk nog bewaard, waaronder de verzorgde groen geschilderde paneeldeur met rondstaafprofielen en een excentrisch deurlicht, aansluitend bij het boven- en zijlicht van de toegang beveiligd door verzorgde metalen roosters met een geometrische lijnvoering.

Het verbouwingsplan van 1951 toont twee wooneenheden, en een plattegrond met een kenmerkende enkelhuisindeling, waarbij de zijdelings ingeplante trap met inkomhal telkens geflankeerd is door twee salons in enfilade, en de smalle achterbouw de natte ruimten huisvest. De verdiepingen hebben boven de toegang nog een bijkomende kleine kamer, verlicht door een patrijspoortvenster. De begane grond en eerste verdieping vormden één wooneenheid met op de verdieping de slaapkamers, en in de terugspringende achterbouw een kamer en badkamer. De tweede verdieping met omheen de trap een inkom, woonkamer, slaapkamer en kamer geschikt, kreeg in 1951 een keuken en sanitaire ruimte in de achterbouw.

  • Kadasterarchief Antwerpen, Kadastrale leggers Antwerpen, afdeling XL (Merksem), artikel 4297.
  • Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen Antwerpen, afdeling XL (Merksem), 1936/98.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossier 103#3723.

Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Modernistische meergezinswoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304951 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.