is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuis in art deco
Deze vaststelling is geldig sinds
Burgerwoning in art-decostijl, in 1933 opgetrokken naar een ontwerp van de architect G. Wouters (zie gevelinscriptie), over wie verder nagenoeg niets bekend is. Het huis vormt een eenheidsbebouwing samen met de aanpalende nummers 54 en 56, in 1932 verkaveld en ontwikkeld door Jan Adriaan Van Dyck-De Vlam, die het meest linkse burgerhuis verkocht aan bediende Ludovicus Eugeen Smidts-De Noyette. In 1945 geraakte het volgens de kadastrale bronnen aanzienlijk beschadigd en werd het 'geheel hersteld'.
Het woonhuis maakt deel uit van de noordoostzijde van de Van Heybeeckstraat tegen het kruispunt met de Dokter Maurice Timmermanslaan, ondanks de gedocumenteerde oorlogsschade door de inslag van een V-bom tijdens de Tweede Wereldoorlog nog gekenmerkt door een homogene en gaaf bewaarde bebouwing in art deco. De nummers 54 tot 58, voorzien van erkers op de eerste verdieping en met een toepassing van een opvallende rode baksteen, vormen in de gevelwanden een verzorgd geheel. Het centrale en iets hoger uitgewerkte nummer 56, is daarbij geflankeerd door twee lagere gevels met pseudomansardedaken, waarvan het linkse nummer 58 decoratief het rijkst behandeld is en in de gevel uitzonderlijk het oorspronkelijke schrijnwerk bewaard bleef.
Twee ongelijke traveeën breed, kenmerkend voor de enkelhuisindeling, omvat het rijhuis evenveel bouwlagen onder een met natuurleien gedekt pseudomansardedak. De voorgevel is opgetrokken in platvol gevoegd rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met een contrasterende toepassing van witte natuursteen voor het parement van de toegang, de dorpels, de vensterhoeken, de sluitstenen, de erkerconsoles, -basis, –posten, en –kroonlijst, de versiering van de borstwering, en de pilasters van de balustrade. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de plint, die centraal doorloopt tot aan de vensterdorpel van de begane grond uitgevoerd in hetzelfde materiaal.
De gevel heeft een asymmetrische compositie van een smalle rechtse toegangstravee, uitgewerkt als lijstgevel, en een brede venstertravee, beklemtoond met een erker en een mijtervormige geveltop. De openingen zijn gevat onder gestrekte rollagen met witte natuursteen op de hoeken, ter hoogte van de begane grond versierd met guirlandes en op de verdieping (deels) met rozetten. De smallere toegangstravee heeft een rechthoekige deuropening geflankeerd door een smaller, eveneens rechthoekig licht, het geheel omlijst door een met een guirlande en gestileerd loofwerk versierd parement van witte natuursteen, voorzien van gebiljoende hoeken. Onder de dorpel van het smalle licht is daarin een getrapte brievenbus gehouwen; rechts bovenaan de opening is de naam van de ontwerper geïnscribeerd "G. WOUTERS". De vensteropening op de verdieping is in deze travee gevat in een vanaf de pui doorlopend spaarveld, met in de borstwering een witte natuurstenen paneel met gestileerde bloemenvaas. In de pseudomansarde is het geheel bekroond door een klein rechthoekig zoldervenster. In de licht risaliterende venstertravee, op de begane grond geopend door een gedrongen centrale vensteropening met trapezoïdaal bovenlicht, ligt de nadruk middels een driezijdige erker op de verdieping. Gedragen door met loofwerk en krullen versierde consoles, zijn de openingen gevat in verdiepte velden. De centrale, bredere opening heeft een floraal versierde sluitsteen. De erker draagt de balustrade van het bovengelegen balkon, opgebouwd uit witte natuurstenen pilasters waartussen metalen en met ovalen opengewerkt hekwerk, ontsloten door een met sluitsteen versierde vensteropening. Het geheel is beëindigd met een houten, wit geschilderde kroonlijst.
Ondanks een aangepaste beglazing, is het houten schrijnwerk gaaf bewaard. De toegangsdeur heeft nog het verzorgde oorspronkelijke metalen rooster, net als de dieventraliën van het aanpalende venster versierd met een gesloten medaillon, C-krullen en ovalen. Tegen het schuifraam met tussenregel op consoles met peerkraalmotief, is nog een gedeelte van het fraaie glas in lood bewaard en gerecupereerd, versierd met driehoeken. Het vensterschrijnwerk van de verdiepingen volgt de gebogen lijn van de openingen, en de rolluiken zijn er bewaard.
Het oorspronkelijke bouwplan is niet bewaard, maar aan de hand van de typologie en gevelindeling kan worden afgeleid dat de plattegrond de traditionele, vanaf de negentiende eeuw gangbare enkelhuisindeling volgt. De rechts ingeplante inkom met traphal wordt daarbij gebruikelijk geflankeerd door twee salons in enfilade, waarachter een achterbouw met keuken en pomphuis, en met op de verdiepingen twee of drie kamers omheen de traphal geschikt.
Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Van Heybeeckstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in art deco [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304962 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.