is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuizen in art deco
Deze vaststelling is geldig sinds
Belendende meergezinswoning en burgerhuis in art-decostijl, respectievelijk daterend van 1932 (27) en 1933 (29). Enkel van het nummer 27 is het oorspronkelijke bouwplan bewaard, van de hand en in opdracht van aannemer-metser Frans Van den Bogaert die woonde aan de J. De Boeckstraat 79 in Merksem. Volgens de kadastrale bronnen is het opgetrokken samen met het aanpalende nummer 25, waarmee het een geheel vormt. In 1939 is het verhoogd, en in 1945 geraakte het aanzienlijk beschadigd waarna het 'geheel hersteld' is. De ontwerper van het nummer 29 is niet gekend. De woonhuizen maken deel uit van de noordoostzijde van de Van Heybeeckstraat tegen het kruispunt met de Dokter Maurice Timmermanslaan, ondanks de gedocumenteerde schade door de inslag van een V-bom tijdens de Tweede Wereldoorlog nog gekenmerkt door een homogene en gaaf bewaarde bebouwing in art deco. De nummers 27 en 29, voorzien van erkers op de eerste verdieping, vallen in de gevelwanden op door het verzorgde parement en het gaaf behouden schrijnwerk in de pui. Het nummer 27 vormt een geheel met de links belendende meergezinswoning nummer 25, waarmee het rondboogopeningen in de pui deelt, terwijl het nummer 29 met de toepassing van een opvallende rode baksteen aansluit bij de nummers 54 tot 58 aan overzijde van de straat.
Twee ongelijke traveeën breed, kenmerkend voor de enkelhuisindeling, omvatten beide rijhuizen evenveel bouwlagen onder een met kunstleien gedekte pseudomansarde (nummer 27) en een met mechanische pannen bekleed zadeldak (nummer 29). De voorgevels, beide lijstgevels met centraal standvenster (nummer 27) of een puntgevel in de linkse travee (nummer 29), zijn opgetrokken in platvol gevoegd rood baksteenmetselwerk, respectievelijk in staand en kruisverband, en met een contrasterende toepassing van witte natuursteen of simili voor de erkers. In de gevel van het nummer 29 is bijkomend witte natuursteen toegepast voor de deur- en vensteromlijstingen, de negblokken in de pui en het paneel in de borstwering, en een verzorgde decoratieve beraping in de fries. De plinten, toegangstreden en de vensterdorpels op de begane grond zijn vervaardigd in kunststeen (nummer 27) en blauwe hardsteen (nummer 29).
De gevels hebben een voor het enkelhuis kenmerkende asymmetrische compositie van een smalle rechtse toegangstravee en een brede met een erker benadrukte venstertravee, in het nummer 29 bekroond met een puntgevel. Het nummer 27 heeft in de pseudomansarde een centraal, rechthoekig standvenster, waar het oorspronkelijke ontwerp een bijkomende verdieping met centraal balkon voorzag onder een plat dak. De lijstgevel van het nummer 27 is gevat tussen onversierde gevelhoge bakstenen postamenten, in de toegang doorlopend in een licht risaliterend gevelvlak. De pui is gekenmerkt door rondboogopeningen, waarboven op de verdieping een gevelbrede centraal geplaatste driezijdige erker op trapezoïdale plattegrond en met een getrapte basis, benadrukt door witte natuurstenen decoratieve consoles op de hoeken. De erker is geopend door drie korfboogopeningen, waaronder in de borstweringen panelen met een typerende geometrische art-decoversiering van florale, golf-, krul- en driehoeksmotieven. De erker en lijstgevel zijn beëindigd met een eenvoudige houten kroonlijst.
Het nummer 29 heeft in de toegangstravee een verdiepte rondboogopening en een rechthoekig bovenvenster, van elkaar gescheiden door een verzorgd medaillon versierd met bloemenkorf op een kruisvormige basis. In de flankerende venstertravee zijn de twee gekoppelde rechthoekige en met negblokken omgeven openingen in de pui bekroond door een driezijdige erker beëindigd met een hellend dak van leien of shingles, gedragen door een opvallende met bloemen versierde centrale console die de witte natuurstenen lateien van de openingen van de pui onderbreekt. De met een rechthoekige liggende vensteropening geopende gevelpunt en de belendende fries boven de toegangstravee hebben een verzorgde, deels getrapte en met uitgespaarde rondbogen versierde witgeschilderde beraping. In de punt bevindt zich een T-vormige versiering met krulornamenten. De gevel is afgelijnd door een vernieuwde bakgoot.
Het vensterschrijnwerk op de verdiepingen is vernieuwd, maar de verzorgde houten toegangsdeuren met metalen rooster in art-decostijl (nummer 27) of glas in lood (nummer 29) zijn gaaf bewaard. Zeker het nummer 27 heeft in de pui ook nog de oorspronkelijke houten guillotineramen, met door getrapte consoles ondersteunde tussenregel. Volgens het bouwplan uit 1932 hadden de bovenlichten van de vensters in deze rijwoning een verdeling in kleine roeden.
De plattegronden van de burgerhuizen volgen de sedert de negentiende eeuw gangbare enkelhuisindeling. Het bewaarde oprichtingsplan van het nummer 27 toont een opdeling in twee woonkwartieren. Naast de zijdelings ingeplante inkomhal met trap, bevinden zich in enfilade een salon en een eetkamer, waarachter een perceelbrede keuken en naast de koer een smallere uitbouw met pomphuis en wc. Op de verdiepingen zijn omheen de traphal telkens twee kamers geschikt, met op de eerste verdieping in de achterbouw een bijkomende keuken met achterliggend pomphuis.
Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Van Heybeeckstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuizen in art deco [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304963 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.