erfgoedobject

Meergezinswoning in art nouveau

bouwkundig element
ID
304972
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304972

Juridische gevolgen

Beschrijving

Meergezinswoning in art nouveau, eertijds met achterin gelegen diamantslijperij, in 1912-1913 opgericht voor diamantslijper Hendrik Calluy-Adriaenssens. De ontwerper van de woning is niet bekend.

De rijwoning is gelegen aan de tussen 1906 en 1908, en na verkoop van de gronden van het Hofke van Peeters, getrokken Wuytslei, die oorspronkelijk Prins Albertlei (K.B. 20.2.1907) en Marie-Josélaan (C.B. 26.11.1920) genoemd was. Nog in 1920 kreeg de straat de huidige benaming, naar de pastoor van de Sint-Bartholomeusparochie Henricus Wuyts (°22.1.1892 - †21.2.1919), die het jongens- en meisjespatronaat en de ziekenkas "Vrede Merxem" stichtte.

Het burgerhuis behoort tot de vroegste bebouwing van de straat en is gelijktijdig met de aanpalende nummers 41, 45 en 47 (zie gevelsteen "1912" bij nummer 45) opgetrokken. Ondanks zware oorlogsschade tijdens de Tweede Wereldoorlog en naoorlogse gevelaanpassingen, zijn de oorspronkelijke eclectische rijwoningen van twee tot drie bouwlagen in de straat tot vandaag nog relatief goed gevrijwaard. De woning Calluy springt er uit door de gave bewaring en verfijnde uitvoering van het art-nouveau-ontwerp.

Het volume van de woning is gaaf bewaard, behoudens aanpassingen aan de achterbouw ten gevolge van oorlogsschade (1947-1948). Daarbij is de mansardeverdieping met (dienst)kamers omgevormd tot appartement. Een in 1960 goedgekeurde, ingrijpende aanpassing van de voorgevel werd nooit uitgevoerd. De achtergelegen diamantslijperij is in 1923 nog uitgebreid met een bureel, maar is in 1991 gesloopt en samen met de koer omgevormd tot tuin.

De meergezinswoning is opgetrokken in gele baksteen met cementvoegen, een blauwe hardstenen plint en treden, en witte natuurstenen sluit- en hoekstenen, vensterdorpels, balkon op console, water- en kroonlijsten. Het pand telt twee bouwlagen waarboven een met natuurleien bekleed pseudo-mansardedak, en is in twee/drie ongelijke traveeën verdeeld.

Op de begane grond is de centrale vensteropening geflankeerd door twee toegangen. De smalle, linkse deur gaf oorspronkelijk uit op de omgebouwde koer met diamantslijperij. De ruimere rechtse toegang geeft uit op de gemeenschappelijke trappenhal, en is ingevuld met verzorgde, witgeschilderde houten en beglaasde deurvleugels, waarvan het oorspronkelijke beslag (deurgreep, brievengleuven, traliën) bewaard is gebleven.

De bel-etage is gemarkeerd door een zware, witte natuurstenen waterlijst en rechts een ruime, rondbogige vensteropening met balkon, geschraagd door een markante papyrusvormige, witte natuurstenen en gecanneleerde console, versierd met florale motieven (hedera, quercus). Het eikenbladmotief is ook terug te vinden in de sluitstenen op de begane grond. Ter hoogte van de rechtse vensteropening, is de metalen arm van een verdwenen uithangbord bewaard.

De mansardeverdieping heeft een gebogen en een rechthoekige vensteropening, beide bekroond met een kroonlijst en laatstgenoemde met bijkomend fronton. Onder de heden in PVC beklede kroonlijsten tussen deze openingen, zijn in de bakstenen gevel decoratieve, blinde witte natuurstenen kroonlijsten aangebracht.

De uitgesproken art-nouveauvormgeving met zweepslagmotief die de deurvleugels kenmerkt, is ook aanwezig in de hardstenen plint, en in het smeedijzeren rooster en de balustrade van respectievelijk de kelderverluchting en het balkon op de eerste verdieping. Van de gietijzeren voetenschrapers met florale motieven en krullen naast de toegangen rest in de hardstenen plint nog slechts het linkse exemplaar. Het houten witgeschilderde vensterschrijnwerk in de gevel is gaaf bewaard, met inbegrip van de verzorgde bovenlichten met oculi op de eerste verdieping. De rolluik op de begane grond is recent vernieuwd.

Het burgerhuis heeft volgens het bouwplan uit 1947 een eenvoudige, traditionele plattegrond met tussen de toegangstraveeën een achter elkaar gelegen woon- en eetkamer met schouw, en een tegen de achtergevel gesitueerde trappenhal met bordestrap die uitgeeft op de achterbouw met op elke verdieping een keuken. Het appartement op de begane grond heeft achter de eetkamer een veranda, die ook toegankelijk is langs de doorrij naar de voormalige diamantslijperij. Oorspronkelijk was in de achterbouw op de verdieping een kamer ingericht, die met een buitentrap bereikbaar was via de koer. Deze trap is gesloopt wanneer in 1947-1948 de oorspronkelijk twee bouwlagen hoge en met zadeldak bekroonde achterbouw is verhoogd, en op de verdiepingen ingericht is met keuken, pomphuis en terras, en voorzien van een plat dak.

  • Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen, Merksem 2, Sectie C, 1908/19, 1913/27, 1923/31, 1948/44.
  • Kadasterarchief Antwerpen, Kadastrale legger, Merksem 2, Sectie C, art. 1890.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1974#270, 1974#3310, 1974#7482.
  • Stadsarchief Antwerpen, Modern Archief, 105#939.

Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Meergezinswoning in art nouveau [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304972 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.