Oorspronkelijk geheel van drie gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl, gebouwd in opdracht van de heer Th. Van Cuyck, naar een ontwerp door de architect Emile Wauters uit 1892. Enkel het rechter pand (nummer 64) is intact, het middenpand (nummer 66) werd in 1964 verbouwd met een volledig nieuwe gevelordonnantie, van het linker pand (nummer 68) is de pui in 1985 verbouwd.
Het vastgoedproject Van Cuyck is representatief voor het oeuvre van Emile Wauters, die volgens teruggevonden bouwdossiers tussen 1870 en eind jaren 1890 een 200-tal huizen realiseerde in Antwerpen. Aanvankelijk was de architect vooral actief rond het Stadspark, op de Leien, en in de omgeving van Belgiëlei en Lange Leemstraat, waar hijzelf ook woonde. Later verplaatsten zijn activiteiten zich naar de nieuwe wijk Zurenborg, waar hij tientallen seriewoningen bouwde onder meer in opdracht van baron Nottebohm. Wauters was overigens zelf aandeelhouder van de in 1886 opgerichte Société anonyme pour la construction de maisons bourgeoises, die tot doel had de woningbouw in Zurenborg te organiseren. Zijn carrière lang bleef de architect burger- en herenhuizen ontwerpen in een conventionele neoclassicistische stijl. Een meer pittoreske neotraditionele of neorenaissance vormentaal onderscheidt meerdere van zijn latere realisaties in Zurenborg, waaronder de villa’s in de Transvaalstraat, en de katholieke school in de Grotebeerstraat.
Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de volgens repeterend schema gekoppelde rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. Oorspronkelijk was het gevelfront symmetrisch opgebouwd rond een licht geaccentueerd middenpand, met een extra entablement in de middenas en consoles onder de kroonlijst. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met schijnvoegen op de begane grond, rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met consoles en gietijzeren borstwering. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de bovenverdiepingen in geriemde omlijsting et oren. Een klassiek hoofdgestel met houten kroon- en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Nummer 64: aangepast portaal met gebogen middenkalf. Nummer 66: gedecapeerd metselwerk, verbouwde pui en ingevoegde verdieping met oplopende vensters. Nummer 68: verbouwde pui en balkon.
De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195464 (geraadpleegd op ).
Nummers 56-62, 66-70, 74. Reeks neoclassicistische bepleisterde en beschilderde lijstgevels uit het vierde kwart van de 19de eeuw.
Nummer 56 tot 62: eenheidsbebouwing in spiegelbeeld, centrale balkons en getoogde muuropeningen.
Nummer 66 deels ontpleisterd. Nummer 68 recent verbouwd met moderne balkons en garage. Nummers 70 en 74: dubbelhuizen van vier traveeën.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195463 (geraadpleegd op ).