Eigen woning in brutalistische stijl van de Genkse architect Jan van de Kerkhof, gebouwd in het begin van de jaren 1970. De bouwvergunning werd verleend in oktober 1970 en in 1973 werd door het kadaster een gebouw op vierkante grondplan geregistreerd, met een kleine uitbouw aan de zuid- en westzijde.
De uit Genk afkomstige architect Jan van de Kerkhof was van 1966 tot 2003 leraar en directeur aan de Stedelijke Academie voor Plastische Kunsten te Genk. Hij werd geboren in Genk op 10 juni 1938 en overleed er op 13 oktober 2016. Het oeuvre van deze lokale architect werd nog niet onderzocht.
De bungalow ligt in een in 1965 verkavelde villawijk ten zuiden van de Molenvijver, dichtbij het stadscentrum van Genk. Aan de straatzijde is het rechterdeel van het perceel verhard met klinkers, deze voorplaats gaat rechts van de villa over in een half verharde oprit naar de achterliggende garagepoort. Het linkerdeel van de voortuin is beplant met twee dennenbomen en lage struiken als mahonie, rododendron en kerslaurier. De tuin aan de westzijde van de villa wordt naar de straat toe afgesloten met bakstenen pijlers en een hekwerk met cirkelpatroon.
Typerend voor de brutalistische stijl van deze architectenwoning is vooral het gebruik van zichtbaar baksteenmetselwerk en beton. Verder vertoont het ontwerp modernistische kenmerken zoals de vereenvoudigde geometrische vormgeving, de balkvormige volumes onder platte daken en het spel van verticale en horizontale elementen en open en gesloten gevelpartijen.
De bungalow bestaat uit vier vleugels van één bouwlaag op souterrain, dat door de helling van het perceel aan de tuinzijde bovengronds ligt. De vier vleugels onder platte daken zijn in een gesloten vierkant rond een binnentuin gegroepeerd. De oostelijke vleugel loopt iets verder door naar het zuiden en de noordelijke vleugel steekt naar het westen toe uit het vierkant. De gevels zijn opgetrokken in bruin baksteenmetselwerk met een brede witgeschilderde betonnen daklijst en een vlakke gevellijst tussen gelijkvloers en souterrain. De horizontale volumewerking wordt doorbroken door verticale rechthoekige vensteropeningen die van het vloerniveau tot onder de daklijst reiken. Enkel de oostelijke zijgevel heeft een brede horizontale vensterpartij. Alle vensteropeningen bewaren nog de eigentijdse aluminiumkozijnen met verluchtingsroosters bovenaan; de vensters in de straatgevel zijn voorzien van een uitklapbare zonwering.
De bakstenen schoorstenen boven de oostelijke en zuidelijke vleugel vormen een bijkomend verticaal accent. De vernieuwde inkomdeur in het terugwijkende deel van de straatgevel wordt geflankeerd door twee verticale glaspanelen en heeft een ver uitstekende smalle luifel die vooraan door een haaks kruisende balk ondersteunend wordt.
De oorspronkelijke ontwerpplannen van deze bungalow zijn niet integraal bewaard in het stadsarchief van Genk, waardoor een beschrijving van plattegrond en interieur niet is opgemaakt.
- Archief van het Kadaster Limburg, Mutatieschetsen Genk, afdeling I, sectie I, 1965/66, 1973/26.
- Stadsarchief Genk, Bouwdossier 1970-254, 1973-023.