is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Klooster en ziekenhuis Sint-Rafaël
Deze vaststelling is geldig sinds
Kloostergebouw met ziekenhuis in neotraditionele stijl opgericht respectievelijk in 1892 en in 1907-1910 door de Dochters van het Kruis. Het ziekenhuis was oorspronkelijk bedoeld als ziekenvleugel bij het klooster maar werd later gebruikt als ziekenhuis voor mijnwerkers. Vandaag maken de gebouwen deel uit van de scholencampus Regina Mundi.
Het ziekenhuis Sint-Rafaël wordt beschouwd als eerste ziekenhuis van Genk en werd in 1907-1910 gebouwd in opdracht van de Dochters van het Kruis. Zij werden in 1890 door pastoor Raymaekers naar Genk gehaald om er het onderwijs van de meisjes op zich te nemen. Reeds kort na hun aankomst in Genk kochten de eerste kloosterzusters een aantal percelen ten zuiden van de Grotestraat aan en bouwden er een klooster met kapel. Dit gebouw werd in 1892 door het kadaster geregistreerd en is nog steeds bewaard. Vanaf 1902 ontstonden naast het klooster de eerste klaslokalen, een bestaande woning werd omgevormd tot schoolgebouw. In 1907 bouwden de zusters ten zuiden van het klooster een klein sanatorium of ziekenhuis, dat in 1910 door het kadaster geregistreerd werd als gebouw met rechthoekig grondplan met een lange smalle verbindingsbouw naar het klooster. In een eerste fase diende het als ziekenvleugel voor oude en zieke zusters maar vanaf 1911 werd het ook gebruikt als ziekenhuis voor gekwetste mijnwerkers van de eerste twee mijnen in Waterschei en Winterslag. Dit eerste ziekenhuis van Genk kreeg de naam "Sint-Rafaël" en had vijftien bedden. Vanaf het begin van de jaren 1920 werden er dichtbij de mijnzetels van Winterslag en Waterschei nieuwe ziekenhuizen gebouwd. De Dochters van het Kruis bleven ook daar betrokken bij de ziekenzorg. In dezelfde tijd werden de schoolgebouwen ten noorden van het klooster, langs de Grotestraat, vergroot en in de tweede helft van de 20ste eeuw volgden kleinere aanpassingen.
In 1928 werden de schoolgebouwen uitgebreid en werd het oorspronkelijke kloostergebouw naar het westen toe met vier traveeën verlengd. De verticale bouwnaad is vandaag nog duidelijk zichtbaar.
Het Sint-Rafaëlhuis bleef tot in het midden van de 20ste eeuw onveranderd, in 1957 registreerde het kadaster een kleine uitbouw op de zuidoostelijke hoek en in 1978 een klein bijgebouw op rechthoekig grondplan ter hoogte van de westelijke gevel. In 1980 volgde de registratie van een rechthoekige uitbouw aan de oostgevel, wellicht een liftkoker en een rechthoekige aanbouw tegen de oostelijke gevel van de verbindingsgang naar het klooster.
Anno 2017 is het gebouw eigendom van de Stad Genk en worden de ruimtes door vzw KASOG gebruikt als kunstateliers. Het oorspronkelijke kloostergebouw met kapel en ziekenhuis zijn de enige gebouwen van de kloostersite die herkenbaar en voldoende authentiek bewaard zijn.
Gebouw op rechthoekig grondplan van negen traveeën en drie bouwlagen onder afgewolfd leien zadeldak; het oostelijke deel werd in een latere fase verhoogd en kreeg een mansardedak. Tegen de oostgevel aangebouwde kapel van een travee met driezijdige sluiting onder leien tentdak met sierlijk smeedijzeren dakkruis. De gevels zijn opgetrokken in roodbruin baksteenmetselwerk op een bakstenen plint met hardstenen bovenlijst. Onder de dakaansluiting een geprofileerde baksteenlijst en daaronder een dubbele overhoekse muizentandlijst. De kapel bewaart nog de houten bakgoot op klossen, het kloostergebouw heeft een recentere bakgoot in PVC. In de plint van de kapel is een hardstenen plaat ingewerkt met het jaaropschrift "1890" onder een gelijkarmig kruis. De met gekrulde muurankers voorziene noordelijke hoofdgevel van het kloostergebouw heeft een licht uitstekend middenrisaliet met topgevel op hardstenen consoles, hardstenen dekstenen en bekroond door een stenen kruis. Op gelijkvloers niveau bevindt zich hier de inkomdeur in getrapte bakstenen rondboognis.
De kapel heeft in de zijgevels dubbele spitsboogvensters met kalkstenen sluit- en impoststenen, afgeschuinde hardstenen dorpels en centraal een slanke hardstenen zuil. In de oostelijke gevel een blind dubbel spitsboogvenster, echter met tussenpost in baksteenmetselwerk. Op het gelijkvloers per twee gekoppelde, licht getoogde vensteropeningen met hardstenen dorpel en bak- of hardstenen tussenpost, gevat in een ondiepe muurnis met bakstenen ontlastingsboog met kalkstenen hoekstenen. Dit type vensteropeningen loopt ook op het gelijkvloers van de noordelijke gevel van het kloostergebouw door.
Het kloostergebouw heeft grotendeels rechthoekige vensteropeningen met hardstenen latei en dorpel, gevat in een spitsboogvormige muurnis met kalkstenen sluitsteen. Het oostelijke deel van de achtergevel heeft licht getoogde vensteropeningen met bakstenen boog en hardstenen dorpels. Het houten schrijnwerk lijkt niet origineel maar bewaart wel grotendeels de oorspronkelijke roedeverdeling.
Gebouw met rechthoekig grondplan van zes op drie traveeën en twee bouwlagen met een souterrainkelder die door de helling van het perceel aan de achterzijde bovengronds ligt. Recent vernieuwd, met pannen gedekt afgewolfd schilddak met bakgoot in PVC en boven de voor- en de achtergevel een dakkapel onder schilddak. De verbindingsbouw naar het verder noordelijk gelegen kloostergebouw telt zeven traveeën en een en twee bouwlagen onder plat dak.
Alle gevels zijn opgetrokken in roodbruin baksteenmetselwerk in kruisverband op een bakstenen sokkel met hardstenen bovenlijst. De voor- en achtergevel sluiten bovenaan af met een lijst van kleine bakstenen consoles. In de voorgevel worden de traveeën op het gelijkvloers en de verdieping gescheiden door gekrulde muurankers met lelievormige punt, in de zij- en achtergevel zijn deze muurankers enkel uiterst links en rechts aanwezig.
De voorgevel heeft op het gelijkvloers een korfboogarcade op vlakke tussenpijlers met geprofileerde hoeken, gecementeerde basis en sobere hardstenen kapitelen. Deze waren oorspronkelijk open en gaven uit op een voorhal. Voor de uiterst rechtse travee werd omstreeks 1957 een kleine aanbouw in baksteenmetselwerk geplaatst, deze heeft bakstenen hoekpijlers op gecementeerde basissen en korfboogvormige vensteropeningen met hardstenen dorpels.
Op de verdieping en in de zij- en achtergevels smalle rondboogvensters met hardstenen dorpel en bakstenen omlijsting met velling, in de zijgevels per twee gekoppeld onder een bakstenen ontlastingsboog en voorzien van een hardstenen tussenstijl met velling. Op het zolderniveau rechthoekige vensteropeningen met hardstenen dorpel en latei, in de zijgevels met hardstenen tussenstijl. De voorgevel heeft centraal onder de dakkapel een smalle rondboognis met bakstenen omlijsting met velling.
In de zijgevels loopt de gelijkvloerse arcade in de eerste travee door, maar vormt hier een ondiepe nis waarin een dubbel rondboogvenster onder bakstenen ontlastingsboog werd geplaatst. De bakstenen liftkoker, die in 1980 tegen de westelijke zijgevel geplaatst werd, verbergt hier het grootste deel van de gevelopeningen. Beide zijgevels hebben ter hoogte van de zolder markante bakstenen schoorstenen.
De achtergevel is soberder opgevat en heeft per travee op gelijkvloers en verdieping een rondboogvenster met hardstenen dorpel. Deze gevel is in zeven traveeën verdeeld, de centrale travee waarachter zich wellicht het trappenhuis bevindt, heeft telkens op de tussenverdieping een segmentboogvormige vensteropening en loopt boven de dakrand door in een kleine dakkapel. Het souterrain heeft in de achtergevel per travee een brede segmentboogvormige vensteropening. De gevels van de verbindingsbouw naar het klooster herhalen het arcade-motief van de voorgevel in de vorm van ondiepe muurnissen, blind of met een segmentboogvormige deur- of vensteropening.
Het houten schrijnwerk lijkt grotendeels vernieuwd maar bewaart de oorspronkelijke roedeverdeling. De arcaden van de voorgevel werden in de tweede helft van de 20ste eeuw afgesloten met schrijnwerk in PVC, in de meest linkse arcade werd een garagepoort geplaatst.
De 20ste-eeuwse aanbouwen zijn allemaal opgetrokken in baksteenmetselwerk onder platte daken en hebben eenvoudige rechthoekige gevelopeningen.
Auteurs: Fexer, Charlotte
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Genk
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Klooster en ziekenhuis Sint-Rafaël [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305000 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.