erfgoedobject

Onze-Lieve-Vrouw van Fatimakerk, parochiezaal en pastorie

bouwkundig element
ID
305003
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305003

Juridische gevolgen

Beschrijving

Modernistische Onze-Lieve-Vrouw van Fatimakerk gebouwd op het einde van de jaren 1960 naar een ontwerp van André Croonenberghs uit 1958. De als voorgangerkerk gebruikte voormalige parochiezaal en de pastorie werden door André Croonenberghs respectievelijk in 1958 en 1964 ontworpen.

Historiek

Gelieren is een van de oudste gehuchten van Genk. Reeds in het midden van de 14de eeuw heeft men het over "Ghelieren" en het zou "aan" of "bij de heuvels" betekenen. Gelieren bestond uit deelwijken, gebouwd tegen de heuvels en van mekaar gescheiden door de Molenbeekvallei. De wijk Bret is veel jonger, de naam gaat terug op een gelijknamige boerderij, die zich in het midden van de 19de eeuw in dit deel van de heide bevond.

Vooral met de ontdekking van de steenkool kwam er door de mijnen drukker verkeer, ook over het gehucht Bret, wat bijdroeg tot de verdere ontwikkeling ervan. Daarnaast gingen vele lokale handelaars er zich vestigen. De grote groei kwam er in de jaren 1950 met de vestiging van enkele grote onderwijsinstellingen, die van Bret het centrum van de Genkse scholengemeenschap maakten.

In 1956 smolten beide gehuchten samen en het bisdom Luik gaf kerkelijke erkenning voor de nieuwe parochie Bret-Gelieren, met de in 1957 door de staat erkende naam Onze-Lieve-Vrouw van Fatima. De naam van de parochie kwam van de paters montfortianen die in de jaren 1950 op een van de percelen voor de bouw van de kerk drie dagen lang kwamen bidden en preken en er later een kapel oprichtten. In 1959 werd het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima, geschonken door de bisschop van Fatima, plechtig ingehaald en geplaatst in de kapel van de paters montfortianen en later in de noodkerk.

De bouw van de huidige kerk heeft een complexe geschiedenis. In 1944 werd een actiecomité opgericht ter stimulans van het godsdienstig leven in de wijk, met als doel onder andere het oprichten van een vrije lagere school. Tien jaar later werd dit comité omgevormd tot een bouwcomité voor de bouw van een eigen kerk voor Bret-Gelieren. Aanvankelijk werd een voorlopige kerk gebouwd, ontworpen door Croonenberghs en gewijd in 1959. Deze is nu nog ten zuidoosten van de huidige kerk bewaard en diende in een eerste fase als parochiezaal en vandaag als sporthal.

In 1955 kregen de architecten Croonenberghs en Martens opdracht een voorontwerp te maken voor de definitieve kerk. Het ontwerp van André Croonenberghs werd weerhouden. Echter werden de aanvankelijke plannen voor een gebouw met cirkelvormig grondplan en in het midden het altaar niet goedgekeurd door het bisdom wegens niet conform de liturgische regels. In 1958 kwam er een gewijzigd voorontwerp dat in datzelfde jaar werd goedgekeurd door de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. De eerstesteenlegging vond plaats op 28 september 1968, zoals vermeld op de eerste steen ingemetseld rechts in de zuidelijke gevel van de kerk. Op 15 augustus 1970 werd de eerste misviering voorgedragen. De wijding vond plaats op 3 oktober 1970 door de bisschop van Hasselt.

André Croonenberghs was afkomstig uit Gent, waar hij in 1951 aan het Hoger Instituut voor Architectuur en Schilderkunst Sint-Lucas in 1951 zijn diploma behaalde. Daarna vestigde hij zich als architect in Genk, waar hij voornamelijk lokaal actief was als ontwerper van particuliere woningen en een aantal openbare gebouwen. Hij was leraar bouwkundig tekenen aan de Stedelijke Academie voor Plastische Kunsten. Hij was tevens aquarellist en stelde een aantal keren tentoon. Tot zijn gekende projecten horen het stadhuis van Genk, de Kunstschool (Collegelaan 9) en een deel van het Sint-Jan Berchmanscollege. Hij was betrokken bij de bouw van het Reumacentrum. Zijn ondertussen gesloopte eigen woning, een ontwerp uit 1960, diende als visitekaartje. Tevens zou hij ook een reeks meubels hebben ontworpen die hij liet vervaardigen bij De Coene in Kortrijk.

Beschrijving

De Onze-Lieve-Vrouw van Fatimakerk staat op een groot met hoge coniferen beboomd perceel langs de Weg naar As. Ten westen staat de hoge, vrijstaande klokkentoren, ten zuidoosten de vroegere parochiezaal, die als voorgangerkerk diende en vandaag als sporthal met jeugdlokalen wordt gebruikt. De pastorie is ten zuiden van het kerkgebouw gesitueerd. Verder ten zuiden, aan de andere zijde van de Zagerijstraat, bevindt zich het Parochiaal Centrum Bret-Gelieren.

Modernistische, noordelijk georiënteerde zaalkerk op trapeziumvormig grondplan waarvan de schuine zijdes als zaagtand zijn uitgewerkt. De kerk is opgetrokken in betonskeletbouw, opgevuld met een gevelparement van lichtgele baksteen op een sokkel van zwarte baksteen. Het ver overkragende platte dak bestaat volgens de bouwplannen uit een staalconstructie die ter plaatse met bouten in elkaar werd geschroefd. De gebinten bestaan uit twee symmetrische helften, gespiegeld langs de lengteas van het schip.

De zijgevels zijn opgevat als zaagtand, waarvan de frontale zuidelijke zijdes voorzien zijn van gevelhoge ramen met horizontale metalen onderverdeling en onderaan een glazen, via drie treden bereikbare deuropening. Dit zorgt in het interieur voor een bijzonder zijdelings lichteffect. De altaarzone wordt bijkomend verlicht door brede gevelhoge vensters met vier verticale betonnen tussenpijlers in elke zijgevel. De noordgevel wordt in het midden doorbroken door een gelijkaardige vensterpartij, die echter niet op de bouwplannen voorzien was. De zijgevels van de meest noordelijke en de meest zuidelijke travee hebben op gelijkvloers niveau bijkomend drie smalle verticale vensteropeningen met tralies.

In de zuidelijke gevel bevindt zich het brede overluifelde inkomportaal met daarboven een grote zesdelige vensterpartij met betonnen tussenpijlers en horizontale metalen onderverdeling. Voor het portaal een ruim, via drie treden bereikbaar bordes. Het inkomportaal bestaat uit drie dubbele glazen deuren gescheiden door met leisteen beklede pijlers. In 2016 werden alle ramen en deuren vernieuwd met dubbelglas. Voor de voordeuren werd opdracht gegeven voor nieuwe glas-in-loodramen, een abstract ontwerp zonder verwijzingen naar religieuze thema’s, door Jules Claes.

Op de bouwplannen is aan de noordoostelijke hoek een bijgebouw getekend waar technische ruimtes, winterkapel en een lokaal voor misdienaars zouden worden ondergebracht. Dit bijgebouw werd echter niet uitgevoerd. De sacristie werd links van de inkomhal ondergebracht in wat aanvankelijk als devotiekapel was voorzien. Tevens afwijkend van de bouwplannen, neemt in de huidige toestand de kerkruimte maar vijf van de zes traveeën in. De meest noordelijke travee is van de kerkruimte afgescheiden door een blinde muur met rechts en links een rechthoekige deuropening. Hierachter bevindt zich nog een ruimte, die naar verluidt vandaag gebruikt wordt als bibliotheek.

De kerktoren is opgevat als een vrijstaande campanile op vierkant grondplan. Ze is evenals de kerk opgetrokken in betonskeletbouw met vijf verticale onderverdelingen en gevelparement uit lichtgele baksteen. De bovenste bouwlaag bevat de klokken, hier zijn de vier gevels opengewerkt en wordt het licht convexe dak enkel door verticale betonnen pijlers gedragen.

Interieur

Het interieur bestaat uit één grote ruimte, waarvan enkel de meest noordelijke travee werd afgescheiden door een blinde baksteenmuur. In de twee meest zuidelijke traveeën bevindt zich een doksaal, waaronder de inkomhal, de sacristie (links) en de doopkapel (rechts) zijn ondergebracht. Deze worden van de kerkruimte gescheiden door glazen wanden en deuren.

Een markant detail is de afwerking van het plafond van de inkomhal: deze bestaat uit béton brut, waarvan de bekisting in smalle houtlatten werd uitgevoerd. Deze werden concentrisch geplaatst, waardoor de drie delen van het plafond telkens het uitzicht van een stralenkrans kregen, in het midden voorzien van een bolvormige lamp.

De wanden van de kerkruimte bestaan uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband. Het plafond bestaat uit smalle houten latten die in de lengterichting van de kerk geplaatst werden. De vloer is bekleed met vierkante donkergrijze granitotegels. De meest noordelijke travee van de kerkruimte wordt geheel ingenomen door een met drie hardstenen treden verhoogd podium met centraal het altaar, rechts de lezenaar en links het tabernakel en het orgel. Het orgel werd in 1970 gebouwd door orgelmakers Fa. J. de Koff en Zoon voor de Gereformeerde Kerk van Zwammerdam, Alphen aan den Rijn (Nederland). Vanwege het sluiten van deze kerk werd dit orgel in september 2016 te koop aangeboden en staat het nu in de Fatimakerk. De bakstenen muur achter het altaar heeft een brede centrale uitsprong met een bronzen beeld dat Jezus met twee discipelen (Emmaüsgangers) bij het avondmaal voorstelt. Rechts van de lezenaar staat een klein zijaltaar met een houten kruisbeeld.

De geometrische vorm van het grondplan, het streven naar verzakelijking in de zeer sobere kerkruimte en de strakke ritmering van grote open en gesloten gevelvlakken voor de verlichting zijn typerend voor de modernistische kerkbouw. Ook het materiaalgebruik is representatief voor de architectuur in het derde kwart van de 20ste eeuw.

Pastorie en parochiezaal

De als voorgangerkerk gebruikte voormalige parochiezaal en de pastorie werden door André Croonenberghs respectievelijk in 1958 en 1964 ontworpen.

De bouwvergunning voor de parochiezaal werd in juli 1958 verleend. De onvolledig bewaarde ontwerpplannen tonen een eenlaags gebouw onder vlinderdak met gevels in witgeschilderd baksteenmetselwerk op een plint in bruine baksteen. Het overluifelde inkomportaal aan de westzijde gaf oorspronkelijk toegang tot een grote zaal, die door kleine vierkante en grote smalle verticale gevelopeningen in de langsgevels verlicht werd. In het oostelijke deel van de zaal bevond zich een podium. De parochiezaal werd in 1972 door Croonenberghs uitgebreid met een ondergrondse bergplaats en sanitaire installaties en in 1986 onder leiding van architect Johan Max omgevormd tot sportzaal met aanpalende jeugdlokalen. In 2004 en 2007 volgden verdere aanpassingen, waarbij er bijkomende gevelopeningen ontstonden en er aan de zuidzijde een eenlaagse aanbouw werd toegevoegd.

De pastorie werd ontworpen als gebouw van twee bouwlagen en drie op drie traveeën onder plat dak op bijna vierkant grondplan. De gevels met een parement van lichtgele baksteen in halfsteens verband hebben rechthoekige gevelopeningen die oorspronkelijk van metalen schrijnwerk voorzien waren. Het interieur had een vrij traditionele indeling waarbij verschillende ruimtes rond een centrale traphal gegroepeerd werden. Hierbij werden private en publieke ruimtes duidelijk gescheiden. Ten zuiden van de pastorie werd een eenlaagse garage met berging voorzien.

  • Stadsarchief Genk, Bouwdossier, 1958-084, 1963-173, 1964-307, 1972-387, 1986-074, 2004-067, 2007-340.
  • Mondelinge informatie verkregen van organist Jeroen Follon (17 februari 2017).

Auteurs: Fexer, Charlotte
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Onze-Lieve-Vrouw van Fatimakerk, parochiezaal en pastorie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305003 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.