Burgerhuis in art-decostijl, gebouwd in opdracht van Florimond Ruttijn naar ontwerp van architect A. Van Rijsbergen uit 1937.
Over deze architect, die in Zurenborg woonde, is tot nog toe weinig informatie verzameld. In de Alfons Schneiderlaan kon een bescheiden modernistisch appartementsgebouw aan hem worden toegeschreven.
Aansluitend bij de overwegend kleinschalige en bescheiden woningen in de rij, telt het pand twee bouwlagen en twee traveeën onder een plat dak. De bovenbouw is uitgevoerd in platvol gevoegde bruine baksteen in kruisverband, beëindigd door een vlakke kroonlijst en rustend op een hoge sokkel in blauwe hardsteen. Accenten in witte natuursteen zijn aangewend voor de dagkanten van het benedenvenster en voor de erkerplint; blauwe hardsteen is gebruikt voor toegangstreden, vensterdorpels en spuwer.
Het ontwerp volgt de klassieke gevelopdeling met smalle inkomtravee en brede venstertravee, een ordening die binnenin niet volledig is doorgezet. Kenmerkend is de sobere maar ritmische vormgeving, met een weloverwogen variëteit aan gevelopeningen: op de begane grond een toegangsdeur en salonvenster, beide halfrond uitgewerkt, en op de verdieping respectievelijk een patrijspoort voor de badkamer en een rechthoekig slaapkamervenster. Dit laatste is uitgevoerd als een driezijdige erker met bakstenen borstwering, waardoor de spanning van het oorspronkelijke gevelontwerp - een afwisseling van evenwaardige rechthoekige en (half)ronde vormen - gedeeltelijk teniet ging. Op de begane grond is het hoogteverschil in de hardstenen bekleding en belijning, die de traveewerking benadrukt, fraai opgevangen door de witte natuurstenen zuiltjes. Het baksteenparement is bijkomend verlevendigd door rollagen. Het houten vensterschrijnwerk met mogelijk oude beglazing is behouden, traditionalistisch uitgewerkt in kleinroedeverdeling. Ook de beglaasde toegangsdeur met eenvoudig smeedwerk is bewaard.
Het grondplan toont een gedeeltelijk onderkelderde woning met aan straatzijde een ruimte voor kolenopslag en een aanpalende bergplaats. De verschillende niveaus zijn ontsloten vanuit een kleine inkomhal met steektrap rechts aan straatzijde. De verhoogde begane grond, twee treden boven het maaiveld, is net zoals de verdieping opgetrokken volgens een standaardplan: op het gelijkvloers een salon aan straatzijde en achterliggend een gevelbrede woonkamer, die verbonden is met de hal en het voorsalon, en die aan tuinzijde leidt naar een pomphuis in de smalle achterbouw. Naast het pomphuis een overdekte koer of veranda, met aansluitend een terras met buitentoilet. De verdieping herbergt twee (slaap)kamers in de voorbouw, en één kamer met toilet in de aanbouw.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329#15180.