Meergezinswoning in zakelijk baksteenmodernisme, gebouwd als eigen woning en opbrengstwoning voor Julien Jacob Roosen-Fontaine, naar een ontwerp door architect Gustaaf Van Meel uit 1938. De woning Roosen-Fontaine is één van slechts een handvol realisaties in nieuwe zakelijkheid aan de Boekenberglei en onderscheidt zich als dusdanig in een gevelwand gedomineerd door ornamentele interbellumarchitectuur.

De woning is representatief voor het volgroeide oeuvre van architect Gustaaf Van Meel, tot stand gekomen na diens korte maar vruchtbare associatie met architect François Dens van begin 1935 tot eind 1937-begin 1938. Na een stage bij architect Max Winders lijkt Van Meel als zelfstandig ontwerper actief te zijn geweest vanaf omstreeks 1925 tot aan zijn overlijden in 1953. Van Meels architectuur evolueerde in de jaren 1920 van solide art deco naar zakelijk baksteenmodernisme, een stijl waarop hij tijdens en na zijn korte associatie met Dens consequent bleef voortbouwen. Het is vooral met modernistische eengezinswoningen en villa’s in de Antwerpse rand, en met parochiekerken als de Sint-Jozefkerk te Merksem en ziekenhuizen als het Medisch Instituut Sint-Augustinus te Wilrijk dat Van Meel zich als architect zou laten opmerken.

De woning Roosen-Fontaine werd gebouwd in de rij, telt drie bouwlagen onder platte bedaking, en bestaat uit een voorbouw en een even hoge, maar smallere aanbouw. Gewapend beton werd aangewend voor de vloer- en dakplaten.

De lijstgevel wordt gekenmerkt door een gevelfront in witte natuursteen, wellicht 'Brauvilliers', op een lage plint in blauwe hardsteen. De natuurstenen opstand bestaat uit een gedrukte pui en een smaller uitgewerkte bovenbouw met twee grote vensters. Pui en bovenbouw zijn gevat in een geprofileerde omlijsting, eveneens in witte natuursteen. De omzomende arrière-corps kreeg een parement uit gele bezande baksteen, gemetseld in halfsteensverband en platvol gevoegd. Een daklijst in witte natuursteenplaten beëindigt de gevel. De grote raampartijen in zwart gelakt staal, kamerhoog op de eerste verdieping, en voorzien van hoge ruiten, zorgen voor een verticaliserend effect. Dit effect werd oorspronkelijk volledig geneutraliseerd door de vensterbrede metalen buisleuningen en door een grote horizontale roedeverdeling die correspondeerde met de afmetingen van de natuursteenplaten op de borstwering. De stalen raamkozijnen bleven bewaard, maar de roedeverdeling is verdwenen, mogelijk door vernieuwing van de ramen.

De brede pui, nadrukkelijk opgedeeld in twee traveeën, wijkt af van de eenvormige, krachtige bovenbouw. In de rechtertravee een weinig verdiepte inkom met zwart gelakte stalen voordeur en vast zijlicht, beide beglaasd en afgewerkt met horizontale reeksen dubbele bandijzers. Rechts naast de deur bevinden zich in de natuurstenen omlijsting twee brievengleuven, en de linkertravee is ingenomen door een brede garagepoort. Van de garage is de oorspronkelijke, zijdelings openende vierdelige metalen poort vervangen door een moderne sectionaalpoort. Van de toegangsdeur en het zijlicht is het verzorgde schrijnwerk bewaard.

De meergezinswoning omvat op de begane grond een garage en dienstruimten, en telt op elke verdieping één ruim appartement. Het appartement op de eerste verdieping werd ontworpen voor de bouwheer. Het andere was bestemd voor verhuur.

Volgens het bouwplan bevinden zich in de toegangstravee een klein portaal, een vestibule, en het trappenhuis met bordestrap naar de appartementen. Het trappenhuis is op het gelijkvloers rechthoekig van vorm en op de verdiepingen halfrond aan de straatzijde. Achter de vestibule en trap liggen een fietsenbergplaats, een kelder voor de huurder, en een lange doorgang die de bergruimten en de wasplaats in de achterbouw ontsluit. Een grote garage, stookplaatsen en een klein terras uitgevend op de tuin nemen de linkertravee in.

De twee bovenliggende appartementen vertonen een identieke plattegrond, met de representatieve ruimten in de voorbouw en de private vertrekken in de achterbouw. Een living neemt over de volledige breedte de straatzijde in, een smallere eetkamer met inpandig terras de tuinzijde. Een beglaasde wand scheidt de ruimten. In de oksel van voor- en achterbouw bevindt zich de keuken, die ook uitgeeft op het terras. De drie ruimten zijn geschikt rond de zijdelings ingeplante inkomhal van waaruit ook de achterbouw ontsloten wordt. In de achterbouw liggen, langs een lange doorgang, een toilet, badkamer, en twee gekoppelde slaapkamers. Op de eerste verdieping verbindt een trap het terras met de tuin.