is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Eenheidsbebouwing in baksteenpolychromie
Deze vaststelling is geldig sinds
Eenheidsbebouwing van vijf burgerhuizen in de rij in eclectische stijl, opgetrokken in 1906 voor Livien Alfons Cockx-Jacobs, die zelf aan de Herentalsebaan 69 in Deurne woonde en in de kadastrale bronnen is ingeschreven 'zonder beroep'. Volgens mondelinge bronnen was de bouwheer een notaris, die het geheel aankocht voor zijn vijf kinderen. Het oorspronkelijke bouwplan is niet bewaard, waardoor de ontwerper van het ensemble niet gekend is.
Tussen de overwegend uit bepleisterde, geschilderde of met nieuwe materialen beklede traditionele of eclectische gevels in de straatwand, vormt het ensemble een geheel van vijf gaaf bewaarde aansluitende gevels, die opvallen door de rijke decoratie in polychroom metselwerk en stucwerk.
De vijf gekoppelde burgerhuizen onder met pannen gedekte zadeldaken, waarvan de nok evenwijdig aan de straat georiënteerd is, zijn centraal vormgegeven als een vier traveeën breed dubbelhuis met risaliterende toegangstravee (nummers 398-400), links geflankeerd door één (nummer 402) en rechts door twee gespiegelde enkelhuizen (nummers 394-396), telkens twee traveeën tellend. Rustend op een granito plint met geprofileerde sokkel en opvallende waterlijst, waarin zoals op de verdieping de vensterdorpels opgenomen zijn, heeft de gevel een parement in platvol gevoegde gele baksteen in kruisverband.
Axiaal opgebouwd, zijn de lijstgevels horizontaal geleed door een zware granito puilijst tussen de verdiepingen, en verlevendigd met over de verschillende gevels doorlopende banden in bruin-, groen-, blauw- en paarsgekleurde bakstenen, waarin decoratieve patronen van gestapelde koppen en strekken in gele baksteen uitgespaard zijn. Tweekleurig en om en om is deze baksteenpolychromie ook toegepast in de steekbogen van de deur- en vensteropeningen. De gevels van de nummers 394, 396 en 402 tonen de typische asymmetrische gevelcompositie van het enkelhuis met op de begane grond een smalle deuropening geflankeerd door een vensteropening, en op de verdieping telkens twee vensteropeningen, alle ontlast door steekbogen. Het dubbelhuis (nummer 398-400) heeft een afwijkende, symmetrische indeling met een centrale gemeenschappelijke toegang voor de twee achterliggende gekoppelde woningen, op de verdieping bekroond door een gekoppelde vensteropening onder met granito sierlijsten beklede lateien. Deze rusten op Ionische halfzuilen met onderaan een gebuikte en ingesnoerde, met rankwerk versierde schacht op een natuurstenen basement, ook toegepast in de flankerende vensteropeningen. De brede toegangstravee van het dubbelhuis is geflankeerd door twee venstertraveeën met regelmatige rechthoekige openingen.
De rechthoekige borstweringen op de verdieping en ter hoogte van de enkelhuizen ook de friezen hebben stucpanelen met rank- en loofwerk en centraal een vaasornament. De boogvlakken boven de lateien van de bovenvensters van het dubbelhuis hebben stucpanelen met een leeuwenkop (centraal) of een vrouwenhoofd (venstertraveeën). De enkelhuizen zijn beëindigd met de oorspronkelijke houten kroonlijst op klossen en voluutvormige consoles, onderaan versierd met een tandlijst. De kroonlijst van de iets hoger uitgewerkte gevel van het centrale dubbelhuis is bekleed met kunststof, waaronder mogelijk nog het oudere houten exemplaar bewaard is.
Het houten deurschrijnwerk is enkel behouden in het nummer 394, met nog de oorspronkelijke toegangsdeur met metalen deurrooster, en een met gehamerd glas ingevuld licht boven een geprofileerde kroon- en tandlijst. Eveneens gaaf bewaard is de verzorgde tussenoorlogse deur van het nummer 396, met bovenlicht in glas in lood. De gietijzeren voetenschraper is nog aanwezig in de plint van het nummer 396. De gevels dragen nog ten dele hun geschilderde huisnummers.
De woonhuizen zijn volgens de kadastrale bronnen oorspronkelijk opgetrokken volgens een uniforme plattegrond, achteraan met een gekoppelde en getrapte achterbouw. Mogelijk was het dubbelhuis ingericht als meergezinswoning. Hoewel het oorspronkelijke ontwerp niet bewaard is, kan de indeling worden afgeleid uit een verbouwingsplan van het nummer 396 uit 1952, die de typische plattegrond van het sedert de 19de eeuw gangbare enkelhuis toont. Op de begane grond zijn naast de inkomhal met zijdelings ingeplante trap in enfilade twee salons gesitueerd, met in de achterbouw de keuken en wc, geflankeerd door de koer. Op de verdiepingen zijn telkens twee kamers geschikt omheen de traphal. In 1952 is de achterbouw van het nummer 396 met één bouwlaag verhoogd. In 1949 is in het nummer 402 op de verdieping van de achterbouw een wc aangebouwd. In het nummer 396 was de planken vloer op de verdieping volgens inlichtingen van de huidige eigenaar oorspronkelijk geschilderd in tapijtimitatie. De glas-in-loodramen zijn er nog bewaard.
Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Herentalsebaan (Deurne)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Eenheidsbebouwing in baksteenpolychromie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305090 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.