is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Poortgebouw werkhuizen Demeyere met flankerende burgerhuizen
Deze vaststelling is geldig sinds
Ensemble van een centraal baksteenpolychroom poortgebouw van de voormalige werkhuizen van de gekende Belgische firma Demeyere in art-nouveaustijl, daterend uit 1914, geflankeerd door twee lagere gespiegelde woningen met referenties naar de beaux-artsstijl naar een ontwerp van de in Deurne gevestigde architect Benoit Dupont uit respectievelijk 1925 (nummer 29) en 1927 (nummer 25), voor dezelfde opdrachtgevers. Aangezien het oorspronkelijke oprichtingsplan van het poortgebouw uit 1914 niet bewaard is, is de ontwerper niet gekend. Het flankerende nummer 29 draagt in de rechtse hoek van de pui de signatuur van bouwmeester Dupont.
In 1921 nemen de broers Willem en Maurice Demeyere, aanvankelijk met een metaalatelier gevestigd in de Appelstraat in Borgerhout, een slechts kort voordien opgetrokken bedrijf in huishoudartikelen over, gunstig gelegen tussen de baan van Antwerpen naar Ranst en de dan nog open Herentalse Vaart. Het bestaat uit een burgerhuis of meergezinswoning aan de Herentalsebaan met inrij naar een achterliggend ruim werkhuis op rechthoekige plattegrond. Kort na de overname laten de broers Demeyere flankerend aan het poortgebouw twee gespiegelde burgerhuizen optrekken, vermoedelijk als eigen woning, naar plannen van huisarchitect Benoit Joseph Dupont die nadien ook de uitbreidingswerken van de werkplaatsen voor rekening nam. Voornamelijk vanaf de naoorlogse periode kent de firma dankzij de uitvinding van een exclusieve oppervlaktebehandeling voor kookpotten een sterke en niet aflatende expansie, die in 1980 noopt tot een verhuis naar Herentals. In 2002-2003 zijn de werkhuizen gerenoveerd en herbestemd als appartementen naar plannen van Driesen-Meersman-Thomaes architecten, waarbij de gevels aan de Herentalsebaan behoudens de invulling van de vensteropening van het poortgebouw op de begane grond ongewijzigd bleven.
De burgerhuizen voor de nv Demeyere & Zonen situeren zich vroeg in het oeuvre van Benoit Joseph Dupont, wiens carrière omstreeks 1925 van start ging en een hoogtepunt kende in de progressief gematigde flatgebouwen van hoge standing die hij realiseerde in de jaren 1930. Tijdens de eerste jaren van zijn loopbaan hanteerde hij daarentegen een veel behoudsgezindere, klassieke beaux-artsstijl toegepast in tal van lokaal gerealiseerde burgerhuizen, waaronder zijn eigen woning aan de Van Havrelei in Deurne uit 1928. Ook de ontwerpen aan de Herentalsebaan zijn illustratief voor deze periode.
Drie bouwlagen hoog en twee traveeën breed onder een plat dak, heeft de lijstgevel van de centrale meergezinswoning met inrij boven de lage en geprofileerde blauwe hardstenen plint een parement van platvol gevoegde Silezische brikken in staand verband, met een polychrome toepassing van bruine baksteen in de ontlastingsbogen, de gevelbanden, en de fries. Blauwe hardsteen is behoudens voor de plint, op de sokkels aan weerszijden van de inrij met verzorgde gebikte lijnornamenten, ook toegepast in de verzorgde dorpels en gebiljoende lateien, en de consoles.
Axiaal opgebouwd is de gevel verdeeld in een smalle venster- en een brede poorttravee, afgebakend door met opvallende blauwe hardstenen consoles bekroonde kolossale bakstenen postamenten. De volledig opengewerkte en met een steekboog op blauwe hardstenen consoles ontlaste poorttravee heeft boven de inrij inpandige loggia’s voor de wooneenheden op de verdiepingen, gedragen door met rozetten versierde metalen liggers. De verzorgde houten en groen geschilderde balustrades en de sterk uitkragende kroonlijst op klossen zijn mogelijk vervangen naar bestaand model. De venstertravee met drie regelmatige en symmetrische rechthoekige openingen is gemarkeerd door dubbele banden in bruine baksteen naast de dorpels en de lateien, ook toegepast in de baksteenfriezen tussen de verdiepingen en in de top. De travee is beëindigd met een bakstenen, risaliterende en gebogen geveltop tussen verhoogde posten, gevat tussen en op getrapte en blauwe hardstenen consoles.
De flankerende, gespiegelde burgerhuizen zijn twee traveeën breed en evenveel bouwlagen hoog onder een met pannen gedekt zadeldak, waarvan de nok evenwijdig aan de straat georiënteerd is. Boven de verzorgde blauwe hardstenen plint, waarin ook de vensterdorpels opgenomen zijn, heeft de gevel een volledig witte natuurstenen parement. De blauwe hardstenen onderdelen tonen in de afwerking van de borstweringen, de toegangstreden en de kelderopeningen een art-nouveauvormgeving die aansluit bij het centrale nummer 27.
De lijstgevels vertonen de typisch asymmetrische vormgeving van het enkelhuis, met op de door schijnvoegen gelede begane grond een smalle toegang geflankeerd door twee korfboogvormige openingen, en op de verdieping twee symmetrische rechthoekige vensteropeningen, van elkaar gescheiden door een cordonlijst. De korfboogopeningen hebben voluutvormige sluitstenen met guirlandes, waar de vensteropeningen op de verdieping benadrukt zijn met geprofileerde omlijstingen en borstweringen verfraaid met guirlandes, acanthus, schelpmotieven en loofwerk. De traveeën zijn in de fries bekroond door blinde ovalen medaillons met eierlijst en gestrikte guirlandes, die ook tussen de medaillons de gevel ordonneren. Ze zijn beëindigd met houten kroonlijsten op klossen.
Het oorspronkelijke houten deurschrijnwerk met oculi in de deur- en bovenlichten, is in beide woonhuizen gaaf bewaard. Uitzonderlijk zijn in het nummer 25 ook de guillotineramen goed bewaard gebleven, op de begane grond met bovenlichten identiek aan de toegang en op de verdieping met kleine roedeverdeling. Ook de metalen lambrekijnen op de verdieping zijn nog aanwezig.
Uit de opmetingsplannen van 2002 kan worden afgeleid dat de centrale meergezinswoning ontsloten was langs een centrale trap, bereikbaar langs de inrij die aan straatzijde geflankeerd is door twee kamers. Op de verdiepingen herbergt de poorttravee achter de loggia telkens drie kamers, en in de smallere venstertravee de traphal met aan straatzijde en op de eerste verdieping ook aan koerzijde een bijkomende kamer.
De onderkelderde burgerhuizen tonen de sinds de negentiende eeuw gangbare enkelhuisplattegrond, met op de begane grond naast de inkomhal en zijdelings ingeplante trap in enfilade het salon en de eetkamer, en achteraan een door een bijkeuken geflankeerde zitplaats met in de smallere achterbouw de keuken, beide onder daklicht. Op de terugspringende verdiepingen zijn omheen de traphal telkens twee of drie kamers geschikt, en op de eerste verdieping achter de trap een badkamer. In tegenstelling tot het nummer 27 heeft het nummer 25 slechts een koer en geen tuin. Van het nummer 29 is in 1984 de achterbouw aangepast.
Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Herentalsebaan (Deurne)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Poortgebouw werkhuizen Demeyere met flankerende burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305092 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.