is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Art-decoburgerhuis
Deze vaststelling is geldig sinds
Burgerwoning ontworpen in 1933 door architect Jan Sels, in een voor deze lokale architect zeer herkenbare stijl en als deel van een aansluitende reeks centraal in de straat.
Drie traveeën brede en twee bouwlagen hoge bakstenen eengezinswoning onder plat dak, opgetrokken voor U. Van Rijmenant. In 1942 is aan straatzijde een keldertoegang voor fietsen en nooduitgang voor een schuilkelder in het souterrain toegevoegd, in 1952 aangepast tot autogarage. In 1946 werd de achterbouw verhoogd. De plannen voor de verschillende aanpassingswerken zijn eveneens van de hand van de oorspronkelijke ontwerper.
De Deurnese architect Jans Sels was met zekerheid in Antwerpen actief vanaf het midden van de jaren 1920 tot het begin van de jaren 1950. Aanvankelijk was zijn praktijk gevestigd op het adres Waalhofstraat 8, later verhuisde hij naar het nummer 12. Hij liet een omvangrijk lokaal oeuvre na van veelal conventionele woonhuizen in een herkenbare, geometrische art-decostijl. De in (geglazuurde) baksteen opgetrokken gevels met erker op de eerste verdieping hebben veelal een klok- of schelpvormige top en zijn gekenmerkt door een variërende samenstelling van vaak gestandaardiseerde witte natuurstenen decoratieve elementen, in combinatie met metalen balustrades, voorhofafsluitingen, venstertraliën en deurschrijnwerk. Evengoed echter, beheerste hij de modernistische vormentaal. In ontwerpen zoals de woning Spillemaeckers, experimenteert Sels met het decoratieve en expressieve vermogen van baksteenmetselwerk. Het zijn deze realisaties, met de woning Caes aan de Boekenberglei 267 als het meest sprekende voorbeeld, die het duidelijkst Sels’ signatuur dragen.
De woning aan de Jaak Embrechtsstraat 37 maakt deel uit van een reeks aansluitende ontwerpen van Jan Sels gesitueerd in het centrale gedeelte van de straat (nummers 35, 37, 39, 43, 45), waar de percelen afwijkend van de bebouwing tegen de Sint-Rochusstraat en de Van den Hautelei voorzien zijn van voortuinen. Enkel het nummer 35 heeft een afwijkende, minder rijk versierde lijstgevel van geglazuurde baksteen. De nummers 37, 39, 43 en 45 vormen een verzorgd ensemble van bakstenen en rijkelijk met witte natuursteen gedecoreerde, gaaf bewaarde gevels in een geometrische art-decostijl. Telkens voorzien van een balkon of erker met daarboven een markante geveltop, heeft iedere gevel een unieke, aan de smaak van de bouwheer aangepaste vormgeving en detaillering. Samen met het eveneens door hem ontworpen nummer 46, behoren ze tot de meest kwalitatieve voorbeelden in de straat die voornamelijk gekenmerkt is door gestandaardiseerde burgerhuizen en meergezinswoningen in neotraditionele, eclectische of cottagestijl.
De gevel van de woning aan de Jaak Embrechtsstraat 37 met hoge, blauwe hardstenen plint, is opgebouwd uit bruine baksteen in halfsteens verband en heeft een voor Sels kenmerkende vormgeving, materiaalgebruik en indeling. De oorspronkelijke voortuin en het souterrain zijn omstreeks 1952 verbouwd tot garage met straattoegang, waarbij de voorhofafsluiting aangepast is. De verhoogde begane grond heeft links een door blauwe hardstenen trappen ontsloten verdiepte toegang en twee rechthoekige vensteropeningen, die ter hoogte van de dagkanten telkens geflankeerd zijn door gekoppelde witte natuurstenen halfzuilen met floraal versierde blokkapitelen. De toegang is gemarkeerd door een vooruitspringende kroonlijst met bovenlicht in hetzelfde materiaal. Bovenaan naast de rechtse vensteropening is de naam van de ontwerper in de natuursteen geïnscribeerd. Boven de openingen van de begane grond benadrukken getrapte witte natuurstenen blokken de gevelbrede, volledig in natuursteen uitgevoerde erker op de eerste verdieping, gedragen door een geprofileerde aanzet met centraal drie voluutconsoles. De venstertraveeën in de erker zijn geleed door halfzuilen met florale sokkel en kapiteel, en hebben onder de vensterdorpels opvallende borstweringen met halfhol profiel. Ter hoogte van de met leien beklede pseudomansarde is de gevel bekroond door een witstenen geveltop met accoladebogen. De kroonlijsten zijn bekleed met pvc, waaronder mogelijk nog de houten voorgangers bewaard zijn.
Van het oorspronkelijke schrijnwerk zijn verder enkel de houten guillotineramen met consoles in de hoeken bewaard, voorzien van aangepaste dubbele beglazing. Aansluitend op de nieuwe houten en beglaasde garagepoortvleugels uit 1952 is ook het voordeurschrijnwerk vervangen. Net als de metalen voorhofafsluiting heeft het traliewerk van voordeur en garagepoort uit deze periode een van het oorspronkelijke ontwerp afwijkende, op het historische zweepslagmotief geïnspireerde vormgeving.
Het ontwerp is niet bewaard in het bouwdossier, maar de oorspronkelijk indeling is af te lezen van het verbouwingsplan uit 1946 en volgt zoals gebruikelijk bij Sels’ ontwerpen de conventionele enkelhuisindeling. Naast de trappenhal zijn in enfilade het salon en de eetkamer gesitueerd, met in de achterbouw een ruime woonkamer waarachter een smaller uitgevoerd pomphuis, geflankeerd door een koer met luifel die uitgeeft op de tuin. In 1946 is de smalle achterbouw opgetrokken met boven het pomphuis een bijkomende slaapkamer.
Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Deurne
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Art-decoburgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305097 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.